Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. once:
  2. Wiktionary:
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. once:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor once (Spaans) in het Engels

once:

once bijvoeglijk naamwoord

  1. once
    eleven
    • eleven bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor once:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eleven equipo de fútbol
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eleven once

Verwante woorden van "once":

  • onces

Synoniemen voor "once":

  • merienda

Wiktionary: once

once
numeral
  1. the cardinal number occurring after ten and before twelve

Cross Translation:
FromToVia
once eleven elf — die Kardinalzahl zwischen zehn und zwölf



Engels

Uitgebreide vertaling voor once (Engels) in het Spaans

once:

once bijwoord

  1. once
    una vez; alguna vez; en algún momento; algún día; un día
  2. once
    una vez; alguna vez; algún día

Vertaal Matrix voor once:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- at one time; erst; erstwhile; formerly; in one case; one time
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alguna vez once incidental; now and then; occasionally; off and on; sometimes
algún día once
en algún momento once
un día once
una vez once

Synoniemen voor "once":


Verwante definities voor "once":

  1. on one occasion1
    • once I ran into her1
  2. at a previous time1
    • she was a dancer once1
  3. as soon as1
    • once we are home, we can rest1

Wiktionary: once

once
en-con
  1. as soon as
adverb
  1. formerly

Cross Translation:
FromToVia
once asomo Tröpfchenübertragen: äußerst geringer Anteil von etwas (Gefühl, Emotion, Geisteshaltung, Musikrichtung etc.)
once vez; una einmal — nicht wiederholt
once algún día einst — später, in (ferner) Zukunft
once antaño einstfrüher, ehemals

Verwante vertalingen van once