Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor inspector (Spaans) in het Engels

inspector:

inspector [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el inspector (supervisor)
    the inspector; the examiner
  2. el inspector (supervisor)
    the ticket inspector; the inspector; the examinator
  3. el inspector (ordenanza; asistente; celador; supervisor)
    the attendant; the aide
    • attendant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • aide [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. el inspector (capataz; supervisor)
    the supervisor; the superintendant
  5. el inspector
    the custom-house officer
  6. el inspector (cuidador de animales; supervisor)
    the caretaker; the animal foster; the attendant; the facilitator; the nurse; the orderly

Vertaal Matrix voor inspector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aide asistente; celador; inspector; ordenanza; supervisor auxiliar de clínica; camillero; enfermero
animal foster cuidador de animales; inspector; supervisor
attendant asistente; celador; cuidador de animales; inspector; ordenanza; supervisor auxiliar de clínica; camillero; conserje; cuidadora; enfermero; guarda; guardia; guardián; portero; vigilante
caretaker cuidador de animales; inspector; supervisor administrador general; conserje; cuidadora; dueño; dueño de una casa; guardador; mayordomo; portero; portezuela; propietario
custom-house officer inspector
examinator inspector; supervisor
examiner inspector; supervisor examinador; investigador; probador
facilitator cuidador de animales; inspector; supervisor
inspector inspector; supervisor inspector de sanidad
nurse cuidador de animales; inspector; supervisor canguro; cuidadora de niños; enfermera; enfermero; matrona; nodriza
orderly cuidador de animales; inspector; supervisor auxiliar de clínica; camillero; enfermero; ordenanza
superintendant capataz; inspector; supervisor camarero principal; jefe de la sala; jefe del comedor; mayordomo
supervisor capataz; inspector; supervisor director de tesis; promotor; supervisor
ticket inspector inspector; supervisor
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nurse abrigar; acariciar; administrar medicamentos; amamantar; amamantar a un bebé; arrellanarse; asistir; atender; atender a; criar; cuidar; cuidar de; dar de mamar; dar el pecho; ocuparse; ocuparse de
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attendant acompañador; acompañante; que acompaña
orderly arreglado; bien ordenado; bien sistematizado; clasificado; dispuesto; ordenado; regulado; regular

Verwante woorden van "inspector":


Synoniemen voor "inspector":


Wiktionary: inspector

inspector
noun
  1. person who takes tickets on public transportation

Cross Translation:
FromToVia
inspector checker; controller verificateur — beroep|nld iemand die verifieert, een ambtenaar die de echtheid van opgaven voor belastingen e.d. moet onderzoeken
inspector auditor; inspector inspecteur — beroep|nld iemand wiens taak het is inspecties uit te voeren
inspector checker; controller; inspector controleur — iemand die belast is met de controle
inspector inspector inspecteur — Celui, celle dont la fonction est d’inspecter, de surveiller quelque chose.

Verwante vertalingen van inspector



Engels

Uitgebreide vertaling voor inspector (Engels) in het Spaans

inspector:

inspector [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the inspector (ticket inspector; examinator)
    el supervisor; el inspector
  2. the inspector (sampler)
    el inspector de sanidad

Vertaal Matrix voor inspector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inspector examinator; examiner; inspector; ticket inspector aide; animal foster; attendant; caretaker; custom-house officer; facilitator; nurse; orderly; superintendant; supervisor
inspector de sanidad inspector; sampler
supervisor examinator; examiner; inspector; ticket inspector aide; animal foster; attendant; caretaker; door-keeper; facilitator; nurse; orderly; superintendant; supervisor; usher
- examiner
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- checker; comptroller; controller; supervisor

Verwante woorden van "inspector":


Synoniemen voor "inspector":


Verwante definities voor "inspector":

  1. an investigator who observes carefully1
  2. a high ranking police officer1

Wiktionary: inspector


Cross Translation:
FromToVia
inspector inspector inspecteur — beroep|nld iemand wiens taak het is inspecties uit te voeren
inspector revisor; inspector controleur — iemand die belast is met de controle
inspector inspector inspecteur — Celui, celle dont la fonction est d’inspecter, de surveiller quelque chose.

Verwante vertalingen van inspector