Overzicht
Spaans naar Engels: Meer gegevens...
- lego:
- legar:
- Wiktionary:
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
lego:
Het woord lego is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van engels naar spaans.-
Synoniemen voor "lego":
Lego; Lego set; plaything; toy
-
Synoniemen voor "lego":
Spaans
Uitgebreide vertaling voor lego (Spaans) in het Engels
lego:
-
el lego (laico; profano)
the uninitiated one
Vertaal Matrix voor lego:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uninitiated one | laico; lego; profano |
Verwante woorden van "lego":
Synoniemen voor "lego":
Wiktionary: lego
lego
Cross Translation:
noun
-
one who is not a cleric
-
someone who is not a professional in a given field
- layman → profano; lego; aficionado
-
someone who is not an ordained cleric
-
a newcomer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lego | → layman | ↔ Laie — allgemein, unscharf: jemand, der auf einem bestimmten Gebiet keine Fachkenntnisse oder keine abgeschlossene Fachausbildung hat |
legar:
-
legar (dejar en herencia)
Conjugations for legar:
presente
- lego
- legas
- lega
- legamos
- legáis
- legan
imperfecto
- legaba
- legabas
- legaba
- legábamos
- legabais
- legaban
indefinido
- legué
- legaste
- legó
- legamos
- legasteis
- legaron
fut. de ind.
- legaré
- legarás
- legará
- legaremos
- legaréis
- legarán
condic.
- legaría
- legarías
- legaría
- legaríamos
- legaríais
- legarían
pres. de subj.
- que legue
- que legues
- que legue
- que leguemos
- que leguéis
- que leguen
imp. de subj.
- que legara
- que legaras
- que legara
- que legáramos
- que legarais
- que legaran
miscelánea
- ¡lega!
- ¡legad!
- ¡no legues!
- ¡no leguéis!
- legado
- legando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor legar:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bequeath | dejar en herencia; legar | |
devise | dejar en herencia; legar | apretar; compendiar; comprimir; concentrarse; condensarse; divagar; estimar; estrujar; evaluar; fantasear; idear; imaginar; inventar; inventar un plan; pensar; planear; planificar; programar; tasar; tramar; urdir; valorar |
dispose of by will | dejar en herencia; legar |
Synoniemen voor "legar":
Verwante vertalingen van lego
Engels
Uitgebreide vertaling voor lego (Engels) in het Spaans
lego:
Synoniemen voor "lego":
Lego:
Vertaal Matrix voor Lego:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | Lego set |