Zueco: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

Spaans

Uitgebreide vertaling voor zueco (Spaans) in het Engels

el zueco (zapato de madero; chanclo)
the clog; the wooden shoe
- clog [the ~] zelfstandig naamwoord
- wooden shoe [the ~] zelfstandig naamwoord
el zueco (borrón; mastuerzo; chanclo; grumo; pedazo; pedazón; golpe; terrón; terrones; borrones; galocha; mancha; toque; limanda; trozón)
the lump; the clot
- lump [the ~] zelfstandig naamwoord
- clot [the ~] zelfstandig naamwoord
el zueco (toque; pedazo; golpe; mancha; chanclo; grumo; terrón; borrón; mastuerzo; galocha; limanda; pedazón; trozón)
the dollop; the dab
- dollop [the ~] zelfstandig naamwoord
- dab [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clog	chanclo; zapato de madero; zueco
clot	borrones; borrón; chanclo; galocha; golpe; grumo; limanda; mancha; mastuerzo; pedazo; pedazón; terrones; terrón; toque; trozón; zueco	borrón; gota; mancha
dab	borrón; chanclo; galocha; golpe; grumo; limanda; mancha; mastuerzo; pedazo; pedazón; terrón; toque; trozón; zueco	borrón; gota; mancha
dollop	borrón; chanclo; galocha; golpe; grumo; limanda; mancha; mastuerzo; pedazo; pedazón; terrón; toque; trozón; zueco	andrajo; trapo viejo
lump	borrones; borrón; chanclo; galocha; golpe; grumo; limanda; mancha; mastuerzo; pedazo; pedazón; terrones; terrón; toque; trozón; zueco	bollo; bulto; documento; fragmento; herida; hinchamiento; hinchazón; lesión; parte; pieza; punto hinchado; roncha; trocito; trozo
wooden shoe	chanclo; zapato de madero; zueco
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clot		coagularse; cuajarse; endurecerse
dab		mojar ligeramente

zueco

noun

waterproof overshoe used to provide protection from rain or snow
- galosh → chanclo; zueco; bota para la lluvia; bota de lluvia; bota de goma
a type of shoe with an inflexible, often wooden sole and an open heel
- clog → zueco
a wooden shoe worn in various European countries
- sabot → zueco; zuecos

Cross Translation:

From	To	Via
• zueco	→ galosh; overshoe; clog	↔ galoche — Espèce de chaussure dont le dessus est de cuir, la semelle de bois. Dans sa forme ancienne, elle se mettait par-dessus les chaussons ou les souliers.
• zueco	→ clog	↔ sabot — Chaussure de bois