Home ->Woordenboeken ->Spaans/Engels ->Zoek: guardia

Spaanse en Engelse zoekresultaten voor: guardia

Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. guardia:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor guardia (Spaans) in het Engels

guardia:

guardia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la guardia (guardianes)
    the sentries; the look-outs; the squads on guard; the watchmen; the watchers; the guards; the men on guard; the patrols
  2. la guardia (policía; agente)
    the policeman; the constable; the police officer; the officer of police; the policewoman
  3. la guardia (atalaya; guarda; guardián; puesto de guardia)
    the guard; the watch; the wake
    • guard [the ~] zelfstandig naamwoord
    • watch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wake [the ~] zelfstandig naamwoord

guardia [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el guardia (vigilante; portero; guarda; conserje; guardián)
    the guard; the attendant; the usher; the warder; the watchman; the sentry; the bodyguard
    • guard [the ~] zelfstandig naamwoord
    • attendant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • usher [the ~] zelfstandig naamwoord
    • warder [the ~] zelfstandig naamwoord
    • watchman [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sentry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bodyguard [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. el guardia (carcelero; portezuela; vigilante; )
    the warder; the watchman; the sentry; the guard
    • warder [the ~] zelfstandig naamwoord
    • watchman [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sentry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • guard [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. el guardia (carcelero; centinela)
    the guard; the patrol; the watchman
    • guard [the ~] zelfstandig naamwoord
    • patrol [the ~] zelfstandig naamwoord
    • watchman [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. el guardia (guarda; velación; vigilancia; )
    the wake
    • wake [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. el guardia (supervisores; vigilantes; inspectores; inspectoras)
    the supervisors; the superintendent; the observers; the foremen; the inspectors
  6. el guardia
    the attendant
  7. el guardia (centinela; vigía; guarda; vigilante)
    the guard
    • guard [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. el guardia (portero; guarda; vigilante; conserje; guardián)
    the porter; the doorkeeper; the doorman
    – someone who guards an entrance 1
    • porter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • doorkeeper [the ~] zelfstandig naamwoord
    • doorman [the ~] zelfstandig naamwoord
    the attendant; the sentry; the guard; the watchman; the warder
    • attendant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sentry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • guard [the ~] zelfstandig naamwoord
    • watchman [the ~] zelfstandig naamwoord
    • warder [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor guardia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attendant conserje; guarda; guardia; guardián; portero; vigilante asistente; auxiliar de clínica; camillero; celador; cuidador de animales; cuidadora; enfermero; inspector; ordenanza; supervisor
bodyguard conserje; guarda; guardia; guardián; portero; vigilante guardaespaldas; guardia personal
constable agente; guardia; policía policía
doorkeeper conserje; guarda; guardia; guardián; portero; vigilante conserje; dueño; dueño de una casa; guardador; portero; propietario
doorman conserje; guarda; guardia; guardián; portero; vigilante
foremen guardia; inspectoras; inspectores; supervisores; vigilantes capataces; jefes; líderes
guard atalaya; carcelero; centinela; conserje; guarda; guardia; guardián; portero; portezuela; puesto de guardia; vigilante; vigía barredera; escolta; guarda; persona espabilada; protección; protector; vigilante
guards guardia; guardianes
inspectors guardia; inspectoras; inspectores; supervisores; vigilantes controladores; inspectores
look-outs guardia; guardianes
men on guard guardia; guardianes
observers guardia; inspectoras; inspectores; supervisores; vigilantes observadores
officer of police agente; guardia; policía
patrol carcelero; centinela; guardia patrulla; patrullar
patrols guardia; guardianes
police officer agente; guardia; policía
policeman agente; guardia; policía policía
policewoman agente; guardia; policía agente; policía
porter conserje; guarda; guardia; guardián; portero; vigilante maletero; mozo de cordel; mozo de cuerda; mozo de estación
sentries guardia; guardianes
sentry carcelero; centinela; conserje; guarda; guardia; guardián; portero; portezuela; vigilante centinela; puesto de guardia
squads on guard guardia; guardianes
superintendent guardia; inspectoras; inspectores; supervisores; vigilantes
supervisors guardia; inspectoras; inspectores; supervisores; vigilantes controladores; inspectores
usher conserje; guarda; guardia; guardián; portero; vigilante celador; supervisor; vigilante
wake atalaya; guarda; guardia; guardián; puesto de guardia; velación; vigilancia; vigía estela; misa de defunción; vela
warder carcelero; centinela; conserje; guarda; guardia; guardián; portero; portezuela; vigilante
watch atalaya; guarda; guardia; guardián; puesto de guardia control; inspección; reloj; supervisión; vigilancia
watchers guardia; guardianes
watchman carcelero; centinela; conserje; guarda; guardia; guardián; portero; portezuela; vigilante guarda; persona espabilada; portero; protector; vigilante
watchmen guardia; guardianes
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guard amparar; cuidarse de; defender; defensar; disimular; esconder; guardar; preservar; preservar de; proteger; proteger contra; salvaguardar; vigilar; viligar
patrol controlar; guardar; patrullar; vigilar
wake despabilar; despejar; despertar; llamar para despertar
watch andar con cuidado; contemplar; controlar; dar un vistazo a; distinguir; echar un vistazo; echar una mirada; espiar; estudiar; examinar; guardar; hojear; inspeccionar; ir a ver; lorear; mirar; mirar a; mirar a escondidas; notar; observar; pasar revista a; patrullar; percatarse de; percibir; poner atención; prestar atención; repasar; seguir el hilo; tener cuidado; ver; verificar; vigilar; visitar
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attendant acompañador; acompañante; que acompaña

Verwante woorden van "guardia":

  • guardias

Synoniemen voor "guardia":


Wiktionary: guardia

guardia
noun
  1. guard or watcher
  2. player in sports in general
  3. person who or thing that protects something
  4. action of a watchman
Cross Translation:
FromToVia
• guardia → constable; police constable; policeman; bobby ↔ Polizist — Angehöriger der Polizei
• guardia → policewoman; constable; woman police constable; police constable; bobby ↔ Polizistin — Angehörige der Polizei
• guardia → watch; lookout ↔ Schmiere — Gaunersprache: Wachdienst; den Wachdienst ausübender Wachposten
• guardia → guard ↔ Wache — Beobachtung von jemand oder etwas zwecks Kontrolle oder zur Erhöhung der Sicherheit
• guardia → jailer; warden ↔ cipier — een gevangenbewaarder
• guardia → agent; actor; policeman; cop; copper; constable; officer; police officer; operative ↔ agent — Celui, celle, ce qui agit.
• guardia → constable; gendarme; patrolman; policeman ↔ gendarme — Membre des forces de l’ordre

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van guardia







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1058 seconde
Page rendered in 1.0 seconds