Auditor: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

auditor:
- accountant; chartered accountant; auditor; listener; observer
Wiktionary:
- auditor → auditor
- auditor → accountant

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

auditor:
- auditor de cuentas; contador público; auditor; censor de cuentas; perito mercantil; revisor de libros; oyente; verificador; radioyente
Wiktionary:
- auditor → auditora, auditor
- auditor → inspector general, inspector

Spaans

Uitgebreide vertaling voor auditor (Spaans) in het Engels

auditor:

auditor [el ~] zelfstandig naamwoord

el auditor (contador público; auditor de cuentas; perito mercantil; censor de cuentas; revisor de libros)
the accountant; the chartered accountant; the auditor
- accountant [the ~] zelfstandig naamwoord
- chartered accountant [the ~] zelfstandig naamwoord
- auditor [the ~] zelfstandig naamwoord
el auditor (radioyente; oyente)
the auditor; the listener; the observer
- auditor [the ~] zelfstandig naamwoord
- listener [the ~] zelfstandig naamwoord
- observer [the ~] zelfstandig naamwoord
el auditor (oyente)
the listener
- listener [the ~] zelfstandig naamwoord
el auditor (oyente; verificador; radioyente)
the auditor
- auditor [the ~] zelfstandig naamwoord
el auditor
the auditor
– A third-party independent organization or individual who conducts formal examinations and verifies measurements through a process of reviews. ¹
- auditor [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor auditor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accountant	auditor; auditor de cuentas; censor de cuentas; contador público; perito mercantil; revisor de libros	administrador; asesor; contable; contador; revisor; tenedor de libros
auditor	auditor; auditor de cuentas; censor de cuentas; contador público; oyente; perito mercantil; radioyente; revisor de libros; verificador
chartered accountant	auditor; auditor de cuentas; censor de cuentas; contador público; perito mercantil; revisor de libros
listener	auditor; oyente; radioyente
observer	auditor; oyente; radioyente	espectador; observador; telespectador

Verwante woorden van "auditor":

auditores, auditora, auditoras

Wiktionary: auditor

auditor

noun

one who audits bookkeeping accounts
- auditor → auditora; auditor

Cross Translation:

From	To	Via
• auditor	→ accountant	↔ accountant — iemand die zijn beroep maakt van het inrichten en controleren van boekhoudingen en administraties

Verwante vertalingen van auditor

auditor de cuentas

Engels

Uitgebreide vertaling voor auditor (Engels) in het Spaans

auditor:

auditor [the ~] zelfstandig naamwoord

the auditor (accountant; chartered accountant)
el auditor de cuentas; el contador público; el auditor; el censor de cuentas; el perito mercantil; el revisor de libros
- auditor de cuentas [el ~] zelfstandig naamwoord
- contador público [el ~] zelfstandig naamwoord
- auditor [el ~] zelfstandig naamwoord
- censor de cuentas [el ~] zelfstandig naamwoord
- perito mercantil [el ~] zelfstandig naamwoord
- revisor de libros [el ~] zelfstandig naamwoord
the auditor
el oyente; el auditor; el verificador; el radioyente
- oyente [el ~] zelfstandig naamwoord
- auditor [el ~] zelfstandig naamwoord
- verificador [el ~] zelfstandig naamwoord
- radioyente [el ~] zelfstandig naamwoord
the auditor (listener; observer)
el auditor; el radioyente; el oyente
- auditor [el ~] zelfstandig naamwoord
- radioyente [el ~] zelfstandig naamwoord
- oyente [el ~] zelfstandig naamwoord
the auditor

– A third-party independent organization or individual who conducts formal examinations and verifies measurements through a process of reviews. ¹
el auditor
- auditor [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor auditor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
auditor	accountant; auditor; chartered accountant; listener; observer	listener
auditor de cuentas	accountant; auditor; chartered accountant
censor de cuentas	accountant; auditor; chartered accountant
contador público	accountant; auditor; chartered accountant
oyente	auditor; listener; observer	listener
perito mercantil	accountant; auditor; chartered accountant
radioyente	auditor; listener; observer
revisor de libros	accountant; auditor; chartered accountant
verificador	auditor
-	attender; hearer; listener

Verwante woorden van "auditor":

auditors

Synoniemen voor "auditor":

hearer; listener; attender; perceiver; percipient; observer; beholder
student; pupil; educatee
accountant; comptroller; controller

Verwante definities voor "auditor":

a qualified accountant who inspects the accounting records and practices of a business or other organization²
a student who attends a course but does not take it for credit²
someone who listens attentively²
A third-party independent organization or individual who conducts formal examinations and verifies measurements through a process of reviews.¹

Wiktionary: auditor

auditor

noun

one who audits bookkeeping accounts
- auditor → auditora; auditor

Cross Translation:

From	To	Via
• auditor	→ inspector general	↔ revisor — corrector, herziener, controleur
• auditor	→ inspector	↔ inspecteur — beroep\|nld iemand wiens taak het is inspecties uit te voeren

Spaanse en Engelse zoekresultaten voor: auditor

Uitgebreide vertaling voor auditor (Spaans) in het Engels

auditor:

auditor [el ~] zelfstandig naamwoord

el auditor (contador público; auditor de cuentas; perito mercantil; censor de cuentas; revisor de libros)

el auditor (radioyente; oyente)

el auditor (oyente)

el auditor (oyente; verificador; radioyente)

el auditor

Vertaal Matrix voor auditor:

Verwante woorden van "auditor":

Wiktionary: auditor

Verwante vertalingen van auditor

Uitgebreide vertaling voor auditor (Engels) in het Spaans

auditor:

auditor [the ~] zelfstandig naamwoord

the auditor (accountant; chartered accountant)

the auditor

the auditor (listener; observer)

the auditor

Vertaal Matrix voor auditor:

Verwante woorden van "auditor":

Synoniemen voor "auditor":

Verwante definities voor "auditor":

Wiktionary: auditor