Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Zoek: vía

Spaanse en Duitse zoekresultaten voor: vía

Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vía:
  2. viña:
  3. Wiktionary:
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. via:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor vía (Spaans) in het Duits

vía:

vía [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el vía (calzada; carretera; pista; carril; órbita)
    die Straße; der Weg; die Bahn; die Strecke; die Chaussee
    • Straße [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Weg [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bahn [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Strecke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Chaussee [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. el vía (vía del tren; férrea; vía de ferrocarriles; ferrocarril)
    die Bahn; der Schienenweg; Gleis; Bahngleis
    • Bahn [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schienenweg [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gleis [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bahngleis [das ~] zelfstandig naamwoord

vía [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la vía (espuela; espolón; huella; )
    die Spur; der Hinweis; die Verweisung; der Tip; der Fingerzeig; Indiz; der Wink
    • Spur [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hinweis [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Verweisung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Tip [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fingerzeig [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Indiz [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Wink [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. la vía (carril; calzada)
    die Fahrbahn
    • Fahrbahn [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. la vía
    Rangiergleis
  4. la vía (carríl)
    die Fahrbahn; die Fahrstrecke; die Straße; der Fahrstreifen; die Fahrspur; der Straßenabschnitt
  5. la vía (franja; carríl)
    der Verkehrsstreifen

Vertaal Matrix voor vía:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bahn calzada; carretera; carril; ferrocarril; férrea; pista; vía; vía de ferrocarriles; vía del tren; órbita círculo de giro; rotación; vuelta; órbita
Bahngleis ferrocarril; férrea; vía; vía de ferrocarriles; vía del tren
Chaussee calzada; carretera; carril; pista; vía; órbita autopista; camino; carretera; vía de circulación
Fahrbahn calzada; carril; carríl; vía
Fahrspur carríl; vía
Fahrstrecke carríl; vía
Fahrstreifen carríl; vía
Fingerzeig espolón; esporo; espuela; huella; indicación; vestigio; vía alusión; gesto; indicación; información; insinuación; mención; punta; referencia; registro; seña; señal; signo; sugerencia
Gleis ferrocarril; férrea; vía; vía de ferrocarriles; vía del tren andén
Hinweis espolón; esporo; espuela; huella; indicación; vestigio; vía alusión; aviso; gesto; indicación; indicio; información; insinuación; mención; punta; punto de referencia; referencia; registro; seña; señal; sugerencia; síntoma
Indiz espolón; esporo; espuela; huella; indicación; vestigio; vía gesto; indicación; información; punta; punto de referencia; seña; señal; sugerencia
Rangiergleis vía
Schienenweg ferrocarril; férrea; vía; vía de ferrocarriles; vía del tren
Spur espolón; esporo; espuela; huella; indicación; vestigio; vía asomo; atributo; calzada; camino; caracterización; característica; cañada; cualidad; definición de carácter; descripción de carácter; gesto; gota; indicación; información; particularidad; peculiaridad; pellizco; pintura de caracteres; pisada; pizca; plumazo; poquito; propiedad; punta; rasgo; rasgo característico; sello; senda; sendero; seña; señal; signo distintivo; sombra; sugerencia; trazo; vereda
Straße calzada; carretera; carril; carríl; pista; vía; órbita camino; carretera; pista
Straßenabschnitt carríl; vía lado de la calzada
Strecke calzada; carretera; carril; pista; vía; órbita barrio; barrote; calzada; carretera; circuito; estadio; etapa; fase; momento; paso; período; recorrido; ronda; tramo; trayecto; trayectoria; turno
Tip espolón; esporo; espuela; huella; indicación; vestigio; vía alusión; gesto; indicación; información; insinuación; mención; punta; referencia; registro; seña; señal; sugerencia
Verkehrsstreifen carríl; franja; vía
Verweisung espolón; esporo; espuela; huella; indicación; vestigio; vía aborto; desalojamiento; destierro; exilio; expulsión; ficha de referencia; informe; juez de campo; llamada; referencia; volante del médico; árbitro
Weg calzada; carretera; carril; pista; vía; órbita camino de sirga
Wink espolón; esporo; espuela; huella; indicación; vestigio; vía acción; ademán; alusión; gesto; indicación; información; insinuación; mención; muestra; proceder; punta; punto de referencia; referencia; registro; seña; señal; signo; sugerencia

Verwante woorden van "vía":

  • vías

Synoniemen voor "vía":


Wiktionary: vía

vía
noun
  1. Fahrweg für Schienenfahrzeuge, der aus zwei parallel verlaufenden Schienen besteht
  2. befestigte Oberseite, Fahrfläche einer Straße
Cross Translation:
FromToVia
• vía → Gleis ↔ spoor — twee met elkaar verbonden ijzeren staven waarover een trein rijdt
• vía → Fahrbahn ↔ rijbaan — weggedeelte bestemd voor voertuigen
• vía → Eisenbahnlinie; Gleis ↔ railway — track, consisting of parallel rails
• vía → über; durch; via ↔ via — by way of
• vía → Weg ↔ way — wide path

viña:

viña [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la viña
    der Weingarten; der Weinberg

Vertaal Matrix voor viña:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Weinberg viña
Weingarten viña

Verwante woorden van "viña":


Synoniemen voor "viña":


Wiktionary: viña

viña
noun
  1. Weinbau: an einem Hang oder auch auf ebener Fläche angelegtes Anbaugebiet für Wein
Cross Translation:
FromToVia
• viña → Weinberg ↔ vineyard — grape plantation
• viña → Weinberg ↔ vignoble — étendue de pays planter de vignes.

Verwante vertalingen van vía



Duits

Uitgebreide vertaling voor vía (Duits) in het Spaans

via:

via

  1. via (zum; bei; zur; nächst)
    en; al; a la

via bijvoeglijk naamwoord

  1. via
    por
    • por bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor via:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
a la bei; nächst; via; zum; zur
al bei; nächst; via; zum; zur
en bei; nächst; via; zum; zur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
al am; an; an der; bei; bei der; beim; zu; zum; zur
en am; an; an der; bei; bei der; beim; dazu; in; inerhalb; zu; zum; zur
por via an; darüber; davor; dazu; für; hinsichtlich; je; per; pro; ungefähr; wegen; zu; über

Synoniemen voor "via":


Wiktionary: via

via
adverb
  1. (auf dem Weg) über
    • via → l
Cross Translation:
FromToVia
• via → través de; por; a través de; a lo largo de ↔ via — langs
• via → vía ↔ via — by way of
• via → por ↔ via — by (means of); using (a medium)

Verwante vertalingen van vía







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0893 seconde
Page rendered in 1.0 seconds