Inquilino: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

inquilino:
- Mieter; Mitbewohner; Zimmerbewohner; Einwohner; Eingesessene; Kostgänger; Pensionsgast; Mandant
Wiktionary:
- inquilino → Pächter, Mieter

Spaans

Uitgebreide vertaling voor inquilino (Spaans) in het Duits

el inquilino (habitante)
der Mieter
- Mieter [der ~] zelfstandig naamwoord
el inquilino (íncola; habitante; huésped; morador)
der Mitbewohner; der Zimmerbewohner
- Mitbewohner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zimmerbewohner [der ~] zelfstandig naamwoord
el inquilino (morador; habitante; residente; inquilina de una habitación; huésped; huéspede; interno)
der Einwohner; der Mitbewohner; der Zimmerbewohner; der Mieter
- Einwohner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mitbewohner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zimmerbewohner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mieter [der ~] zelfstandig naamwoord
el inquilino (habitante; residente)
der Einwohner; der Eingesessene
- Einwohner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Eingesessene [der ~] zelfstandig naamwoord
el inquilino (pensionisto; huésped; pensionista)
der Kostgänger; der Pensionsgast
- Kostgänger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Pensionsgast [der ~] zelfstandig naamwoord
el inquilino
der Mandant
- Mandant [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Eingesessene	habitante; inquilino; residente
Einwohner	habitante; huésped; huéspede; inquilina de una habitación; inquilino; interno; morador; residente	autóctono; habitante original; indígena; nativo; población local
Kostgänger	huésped; inquilino; pensionista; pensionisto	huésped; pensionista
Mandant	inquilino	mandante; persona que da órdenes a otras
Mieter	habitante; huésped; huéspede; inquilina de una habitación; inquilino; interno; morador; residente
Mitbewohner	habitante; huésped; huéspede; inquilina de una habitación; inquilino; interno; morador; residente; íncola
Pensionsgast	huésped; inquilino; pensionista; pensionisto	huésped; pensionista
Zimmerbewohner	habitante; huésped; huéspede; inquilina de una habitación; inquilino; interno; morador; residente; íncola

Cross Translation:

From	To	Via
• inquilino	→ Pächter; Mieter	↔ lessee — one to whom a lease is given
• inquilino	→ Mieter; Pächter	↔ tenant — one who pays a fee in return for the use of land, etc.