Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
indulgente:
- sanft; milde; weich; mild; samtartig; gnädig; sanftmütig; tolerant; gutherzig; duldsam; edel; jovial; nicht nachtragend; behilflich; hilfsbereit; bereitwillig; entgegenkommend; gefällig; zuvorkommend; attent; dienstbereit; gefügig; bequem; folgsam; gehorsam; leicht zu bearbeiten; nachgiebig; fügsam; dienstfertig; freundlich; wohlwollend; sympathisch; auf korrekte manire; herzlich; höflich; korrekt; liebenswürdig; zugetan; gütlich; gelassen; geduldig; freigiebig; reichlich; verpflichtend; verbindlich; generös; großzügig; freigebig; freizügig; weitherzig; langmütig; passiv; sich fügend; unterworfen; füglich; untertänig; gutwillig; barmherzig; verschwenderisch; offen
-
Wiktionary:
- indulgente → gutmütig, versöhnlich, verträglich, nachtragend, nachsichtig
Spaans
Uitgebreide vertaling voor indulgente (Spaans) in het Duits
indulgente:
-
indulgente (amplio; clemente; blando; con generosidad; noble; desprendido; dadivoso; generoso; espléndido; tolerante)
sanft; milde; weich; mild; samtartig; gnädig; sanftmütig; tolerant; gutherzig; duldsam; edel; jovial; nicht nachtragend-
sanft bijvoeglijk naamwoord
-
milde bijvoeglijk naamwoord
-
weich bijvoeglijk naamwoord
-
mild bijvoeglijk naamwoord
-
samtartig bijvoeglijk naamwoord
-
gnädig bijvoeglijk naamwoord
-
sanftmütig bijvoeglijk naamwoord
-
tolerant bijvoeglijk naamwoord
-
gutherzig bijvoeglijk naamwoord
-
duldsam bijvoeglijk naamwoord
-
edel bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
nicht nachtragend bijvoeglijk naamwoord
-
-
indulgente (atento; servicial; dispuesto a ayudar; amable; complaciente; afable; obsequioso; asiduo)
behilflich; hilfsbereit; bereitwillig; entgegenkommend; gefällig; zuvorkommend; attent; dienstbereit-
behilflich bijvoeglijk naamwoord
-
hilfsbereit bijvoeglijk naamwoord
-
bereitwillig bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
gefällig bijvoeglijk naamwoord
-
zuvorkommend bijvoeglijk naamwoord
-
attent bijvoeglijk naamwoord
-
dienstbereit bijvoeglijk naamwoord
-
-
indulgente (dócil; dúctil; manejable; condescendiente; obsequioso; obediente; flexible; complaciente; elástico)
gefällig; gefügig; entgegenkommend; bequem; folgsam; gehorsam; leicht zu bearbeiten; nachgiebig; fügsam; dienstbereit; dienstfertig-
gefällig bijvoeglijk naamwoord
-
gefügig bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
bequem bijvoeglijk naamwoord
-
folgsam bijvoeglijk naamwoord
-
gehorsam bijvoeglijk naamwoord
-
leicht zu bearbeiten bijvoeglijk naamwoord
-
nachgiebig bijvoeglijk naamwoord
-
fügsam bijvoeglijk naamwoord
-
dienstbereit bijvoeglijk naamwoord
-
dienstfertig bijvoeglijk naamwoord
-
-
indulgente (agradable; amable; bien dispuesto; simpático; complaciente; benévolo; cortés; amigable; educado)
freundlich; wohlwollend; sympathisch; entgegenkommend; auf korrekte manire; herzlich; höflich; korrekt; zuvorkommend; liebenswürdig; zugetan; gütlich-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
wohlwollend bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
auf korrekte manire bijvoeglijk naamwoord
-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
höflich bijvoeglijk naamwoord
-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
zuvorkommend bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
zugetan bijvoeglijk naamwoord
-
gütlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
indulgente (clemente)
-
indulgente (de mentalidad abierta; generoso; ingenuo; tolerante; espontáneo; bondadoso; liberal; benigno; dadivoso; rumboso; con generosidad; sin prejuicio; sin prejuicios)
freigiebig; reichlich; mild-
freigiebig bijvoeglijk naamwoord
-
reichlich bijvoeglijk naamwoord
-
mild bijvoeglijk naamwoord
-
-
indulgente (comprometedor; complaciente; obligatorio)
-
indulgente (generoso; benigno; grande; bondadoso; fino; impresionante; liberal; imponente; grandioso; magnífico; tolerante; de raza; rumboso; con generosidad; de crianza)
-
indulgente (paciente; sumiso; pasivo)
-
indulgente (dócil; sujeto a; sometido; subordinado; sumiso; complaciente; dúctil)
unterworfen; gefügig; gehorsam; füglich; fügsam; folgsam; untertänig-
unterworfen bijvoeglijk naamwoord
-
gefügig bijvoeglijk naamwoord
-
gehorsam bijvoeglijk naamwoord
-
füglich bijvoeglijk naamwoord
-
fügsam bijvoeglijk naamwoord
-
folgsam bijvoeglijk naamwoord
-
untertänig bijvoeglijk naamwoord
-
-
indulgente (servicial; benévolo; complaciente; oficioso; inclinado a perdonar)
bereitwillig; gutwillig; wohlwollend; gutherzig-
bereitwillig bijvoeglijk naamwoord
-
gutwillig bijvoeglijk naamwoord
-
wohlwollend bijvoeglijk naamwoord
-
gutherzig bijvoeglijk naamwoord
-
-
indulgente (misericordioso; compasivo; clemente)
gnädig; gutherzig; herzlich; wohlwollend; barmherzig; weitherzig-
gnädig bijvoeglijk naamwoord
-
gutherzig bijvoeglijk naamwoord
-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
wohlwollend bijvoeglijk naamwoord
-
barmherzig bijvoeglijk naamwoord
-
weitherzig bijvoeglijk naamwoord
-
-
indulgente (bondadoso; generoso; amplio; espléndido; liberal; benigno; tolerante; desprendido; pródigo; magnánimo; manilargo)
herzlich; großzügig; verschwenderisch; offen; mild; freizügig; freigebig; jovial; weitherzig-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
großzügig bijvoeglijk naamwoord
-
verschwenderisch bijvoeglijk naamwoord
-
offen bijvoeglijk naamwoord
-
mild bijvoeglijk naamwoord
-
freizügig bijvoeglijk naamwoord
-
freigebig bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
weitherzig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor indulgente:
Verwante woorden van "indulgente":
Synoniemen voor "indulgente":
Wiktionary: indulgente
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• indulgente | → gutmütig | ↔ indulgent — prone to indulge |
• indulgente | → versöhnlich; verträglich; nachtragend; nachsichtig | ↔ vergevensgezind — klaar om anderen te vergeven |