Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Zoek: guardia

Spaanse en Duitse zoekresultaten voor: guardia

Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. guardia:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor guardia (Spaans) in het Duits

guardia:

guardia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la guardia (guardianes)
    Warten; Abwarten
    • Warten [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Abwarten [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. la guardia (policía; agente)
    der Polizist
    • Polizist [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. la guardia (atalaya; guarda; guardián; puesto de guardia)
    die Wache; Posten; Wache haben
    • Wache [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Posten [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Wache haben [das ~] zelfstandig naamwoord

guardia [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el guardia (carcelero; portezuela; vigilante; )
    der Wächter; der Wärter; der Aufseher
    • Wächter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wärter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Aufseher [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. el guardia
    die Garde
    • Garde [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. el guardia
    der Ordner
    • Ordner [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. el guardia (carcelero; centinela)
    der Wächter; der Wärter
    • Wächter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wärter [der ~] zelfstandig naamwoord
  5. el guardia (guarda; velación; vigilancia; )
    die Wache; der Wachtposten
  6. el guardia (supervisores; vigilantes; inspectores; inspectoras)
    die Aufsichtsbeamten; die Aufseher
  7. el guardia (centinela; vigía; guarda; vigilante)
    die Wache; der Posten; die Wachstube; der Hüter; der Wärter; der Wächter; der Ausguck; die Schildwache; der Wachtposten
    • Wache [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Posten [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wachstube [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hüter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wärter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wächter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ausguck [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schildwache [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Wachtposten [der ~] zelfstandig naamwoord
  8. el guardia (portero; guarda; vigilante; conserje; guardián)
    der Portier
    • Portier [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor guardia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abwarten guardia; guardianes esperar
Aufseher carcelero; centinela; conserje; guarda; guardia; guardián; inspectoras; inspectores; portero; portezuela; supervisores; vigilante; vigilantes administrador oficial; asistente; capataz; celador; celadores; controladores; cuidador de animales; curador; guardia civil; inspector; inspectores; ordenanza; supervisor; tutor; vigilante; vigilantes
Aufsichtsbeamten guardia; inspectoras; inspectores; supervisores; vigilantes controladores; inspectores
Ausguck centinela; guarda; guardia; vigilante; vigía nido de cuervo; puesto de guardia
Garde guardia
Hüter centinela; guarda; guardia; vigilante; vigía guarda; protector
Ordner guardia archivador; archivo; carpeta; dossier; expediente; registro
Polizist agente; guardia; policía
Portier conserje; guarda; guardia; guardián; portero; vigilante conserje; dueño; dueño de una casa; guardador; portero; porteros; propietario
Posten atalaya; centinela; guarda; guardia; guardián; puesto de guardia; vigilante; vigía campamento; campo; campo de concentración; casa; complexión; construcción; cultivo; edificación; edificio; estatura; estructura; faldón; finca; inmueble; lote; parcela; prenda; región; solar; talla; terreno; terreno de construcción; terreno edificable; zona
Schildwache centinela; guarda; guardia; vigilante; vigía
Wache atalaya; centinela; guarda; guardia; guardián; puesto de guardia; velación; vigilancia; vigilante; vigía comisaría; servicio de seguridad; servicio de vigilancia
Wache haben atalaya; guarda; guardia; guardián; puesto de guardia
Wachstube centinela; guarda; guardia; vigilante; vigía
Wachtposten centinela; guarda; guardia; guardián; puesto de guardia; velación; vigilancia; vigilante; vigía centinela; puesto de guardia
Warten guardia; guardianes
Wächter carcelero; centinela; conserje; guarda; guardia; guardián; portero; portezuela; vigilante; vigía guarda; protección; protector
Wärter carcelero; centinela; conserje; guarda; guardia; guardián; portero; portezuela; vigilante; vigía asistente; celador; inspector; ordenanza; persona espabilada; supervisor; vigilante
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Posten activo; bien

Verwante woorden van "guardia":

  • guardias

Synoniemen voor "guardia":


Wiktionary: guardia

guardia
noun
  1. Beobachtung von jemand oder etwas zwecks Kontrolle oder zur Erhöhung der Sicherheit
  2. Gaunersprache: Wachdienst; den Wachdienst ausübender Wachposten
  3. Angehörige der Polizei
  4. Angehöriger der Polizei
Cross Translation:
FromToVia
• guardia → Wächter ↔ guard — person who or thing that protects something
• guardia → Wache; Wächter ↔ guardian — guard or watcher
• guardia → Wache ↔ ward — action of a watchman
• guardia → Gefängniswärter ↔ cipier — een gevangenbewaarder
• guardia → Handelnder; Agens; Wirkstoff; wirkende Kraft; Häscher; Polizist; Schutzmann; Agent; Geschäftsbesorger; Handelsvertreter; Geschäftsvermittler; Bevollmächtigter ↔ agent — Celui, celle, ce qui agit.
• guardia → Gendarm ↔ gendarme — Membre des forces de l’ordre

Verwante vertalingen van guardia







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0635 seconde
Page rendered in 1.0 seconds