Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. constructor:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor constructor (Spaans) in het Duits

constructor:

constructor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el constructor (emprendedor de construcciones; contratista de obras)
    der Bauunternehmer
  2. el constructor
    der Konstrukteur
  3. el constructor

Vertaal Matrix voor constructor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bauunternehmer constructor; contratista de obras; emprendedor de construcciones contratista de obras
Konstrukteur constructor
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Konstruktor constructor

Verwante woorden van "constructor":


Synoniemen voor "constructor":


Wiktionary: constructor

constructor
noun
  1. Person, die Dinge (auch im Auftrag anderer) entwirft und so beschreibt, z. B. mittels einer technischen Zeichnung oder Skizze, dass diese in einer Werkstatt gebaut werden können

Cross Translation:
FromToVia
constructor Erbauer; Baumeister builder — a person who builds or constructs things
constructor Konstrukteur constructeur — een ontwerper van constructies

Verwante vertalingen van constructor