Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
- abrumado:
- abrumar:
-
Wiktionary:
- abrumado → diesig
- abrumar → überladen, überschwemmen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor abrumado (Spaans) in het Duits
abrumado:
-
abrumado (sorprendido; aturdido)
überrumpelt; entgeistert; erstaunt; verdutzt; baff; verblüfft; perplex-
überrumpelt bijvoeglijk naamwoord
-
entgeistert bijvoeglijk naamwoord
-
erstaunt bijvoeglijk naamwoord
-
verdutzt bijvoeglijk naamwoord
-
baff bijvoeglijk naamwoord
-
verblüfft bijvoeglijk naamwoord
-
perplex bijvoeglijk naamwoord
-
-
abrumado (afectado; herido; atónito; perplejo; desconcertado; alcanzado; confuso; siniestrado; aturdido; impresionado; conmovido; pasmado; estupefacto; consternado; anonadado)
entsetzt; baff; erstaunt; betroffen; betreten; fassungslos; erschüttert; bestürzt; verdutzt; verblüfft; perplex-
entsetzt bijvoeglijk naamwoord
-
baff bijvoeglijk naamwoord
-
erstaunt bijvoeglijk naamwoord
-
betroffen bijvoeglijk naamwoord
-
betreten bijvoeglijk naamwoord
-
fassungslos bijvoeglijk naamwoord
-
erschüttert bijvoeglijk naamwoord
-
bestürzt bijvoeglijk naamwoord
-
verdutzt bijvoeglijk naamwoord
-
verblüfft bijvoeglijk naamwoord
-
perplex bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor abrumado:
Synoniemen voor "abrumado":
Wiktionary: abrumado
abrumado
adjective
-
die Sicht wegen Umweltverschmutzung oder erhöhter Feuchtigkeit der Luft einschränkend
abrumar:
-
abrumar (apabullar)
-
abrumar (aturdir; arrollar; apabullar)
-
abrumar (colmar de; cubrir de)
überhäufen; überschütten-
überschütten werkwoord (überschütte, überschüttest, überschüttet, überschüttete, überschüttetet, überschüttet)
Conjugations for abrumar:
presente
- abrumo
- abrumas
- abruma
- abrumamos
- abrumáis
- abruman
imperfecto
- abrumaba
- abrumabas
- abrumaba
- abrumábamos
- abrumabais
- abrumaban
indefinido
- abrumé
- abrumaste
- abrumó
- abrumamos
- abrumasteis
- abrumaron
fut. de ind.
- abrumaré
- abrumarás
- abrumará
- abrumaremos
- abrumaréis
- abrumarán
condic.
- abrumaría
- abrumarías
- abrumaría
- abrumaríamos
- abrumaríais
- abrumarían
pres. de subj.
- que abrume
- que abrumes
- que abrume
- que abrumemos
- que abruméis
- que abrumen
imp. de subj.
- que abrumara
- que abrumaras
- que abrumara
- que abrumáramos
- que abrumarais
- que abrumaran
miscelánea
- ¡abruma!
- ¡abrumad!
- ¡no abrumes!
- ¡no abruméis!
- abrumado
- abrumando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor abrumar:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bezwingen | abrumar; apabullar | contener; contenerse; controlar; dominar; refrenar; reprimir; tener bajo control |
sprachlos machen | abrumar; apabullar; arrollar; aturdir | |
unterwerfen | abrumar; apabullar | someter; someter a; subyugar; supeditar; vencer |
verblüffen | abrumar; apabullar; arrollar; aturdir | asombrar; maravillar; pasmar |
zähmen | abrumar; apabullar | domar; domesticar; dominar; someter; subyugar; supeditar; vencer |
überhäufen | abrumar; colmar de; cubrir de | colmar de; cubrir de |
überschütten | abrumar; colmar de; cubrir de | colmar de; cubrir de |
Synoniemen voor "abrumar":
Wiktionary: abrumar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abrumar | → überladen; überschwemmen | ↔ overstelpen — overladen met allerlei zaken |