Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
- rectificar:
-
Wiktionary:
- rectificar → korrigieren
- rectificar → berichtigen, korrigieren, verbessern
Spaans
Uitgebreide vertaling voor rectificar (Spaans) in het Duits
rectificar:
-
rectificar (corregir; mejorar; perfeccionar; hacer mejor; poner derecho)
verbessern; korrigieren; aufbessern; berichtigen; bessern-
aufbessern werkwoord (bessere auf, besserst auf, bessert auf, besserte auf, bessertet auf, aufgebessert)
-
berichtigen werkwoord (berichtige, berichtigest, berichtiget, berichtigete, berichtigetet, berichtigt)
-
rectificar (corregir; reparar; restablecer; restaurar; poner recto)
korrigieren; richtigstellen; rektifizieren; berichtigen-
richtigstellen werkwoord (stelle richtig, stellst richtig, stellt richtig, stellte richtig, stelltet richtig, richtiggestellt)
-
rektifizieren werkwoord
-
berichtigen werkwoord (berichtige, berichtigest, berichtiget, berichtigete, berichtigetet, berichtigt)
-
rectificar (rehabilitar; mejorar; corregir; renovar; reparar; perfeccionar)
korrigieren; verbessern; bessern; ergänzen; aufbessern; ausbessern; erneuern; vervollkommnen; ausbauen; berichtigen; abhelfen; renovieren-
aufbessern werkwoord (bessere auf, besserst auf, bessert auf, besserte auf, bessertet auf, aufgebessert)
-
ausbessern werkwoord (bessere aus, besserst aus, bessert aus, besserte aus, bessertet aus, ausgebessert)
-
vervollkommnen werkwoord (vervollkomme, vervollkommst, vervollkommt, vervollkam, vervollkamt, vervollkommen)
-
berichtigen werkwoord (berichtige, berichtigest, berichtiget, berichtigete, berichtigetet, berichtigt)
-
rectificar (poner derecho)
zurechtrücken-
zurechtrücken werkwoord (rücke zurecht, rückst zurecht, rückt zurecht, rückte zurecht, rücktet zurecht, zurechtgerückt)
-
-
rectificar (corregir; poner recto)
-
rectificar (poner recto; poner derecho)
-
rectificar (alinear; coordinar)
gleichrichten; koordinieren; auswuchten-
gleichrichten werkwoord (gleichrichte, gleichrichtest, gleichrichtet, gleichrichtete, gleichrichtetet, gegleichrichtet)
-
koordinieren werkwoord (koordiniere, koordinierst, koordiniert, koordinierte, koordiniertet, koordiniert)
-
auswuchten werkwoord (wuchte aus, wuchtest aus, wuchtet aus, wuchtete aus, wuchtetet aus, ausgewuchtet)
-
-
rectificar (alinear; coordinar; estar bien encaminado; llevar buen camino)
zum Guten wenden; kanalisieren-
zum Guten wenden werkwoord
-
kanalisieren werkwoord (kanalisiere, kanalisierst, kanalisiert, kanalisierte, kanalisiertet, kanalisiert)
-
Conjugations for rectificar:
presente
- rectifico
- rectificas
- rectifica
- rectificamos
- rectificáis
- rectifican
imperfecto
- rectificaba
- rectificabas
- rectificaba
- rectificábamos
- rectificabais
- rectificaban
indefinido
- rectifiqué
- rectificaste
- rectificó
- rectificamos
- rectificasteis
- rectificaron
fut. de ind.
- rectificaré
- rectificarás
- rectificará
- rectificaremos
- rectificaréis
- rectificarán
condic.
- rectificaría
- rectificarías
- rectificaría
- rectificaríamos
- rectificaríais
- rectificarían
pres. de subj.
- que rectifique
- que rectifiques
- que rectifique
- que rectifiquemos
- que rectifiquéis
- que rectifiquen
imp. de subj.
- que rectificara
- que rectificaras
- que rectificara
- que rectificáramos
- que rectificarais
- que rectificaran
miscelánea
- ¡rectifica!
- ¡rectificad!
- ¡no rectifiques!
- ¡no rectifiquéis!
- rectificado
- rectificando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor rectificar:
Synoniemen voor "rectificar":
Wiktionary: rectificar
rectificar
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rectificar | → berichtigen | ↔ rechtzetten — met juiste informatie een misverstand corrigeren |
• rectificar | → korrigieren | ↔ rectify — to correct or amend something |
• rectificar | → berichtigen; korrigieren; verbessern | ↔ rectifier — Corriger (1) |