Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
raro:
- außergewöhnlich; seltsam; selten; merkwürdig; eigenartig; komisch; wunderlich; irrsinnig; irre; lächerlich; kurios; eigen; gediegen; kaum; besonder; ungewöhnlich; sonderbar; fremd; bizarr; eigentümlich; fremdartig; absonderlich; extravagant; exzentrisch; verrückt; blöd; närrisch; gestört; dämlich; bekloppt; wirr; idiotisch; bescheuert; verstört; meschugge; blöde; blödsinnig; geisteskrank; wahnwitzig; geistesschwach; idiotenhaft; wahnsinnig; übergeschnappt; exotisch; launisch; unberechenbar; launenhaft; flatterhaft; ungewohn; außerordentlich; ungewohnt; unüblich; ungewöhnliche
- Sonderling; Eigentümlichkeit
-
Wiktionary:
- raro → rar, putzig, eigenartig, bizarr, selten, singulär, sonderbar, sonderlich, ungewöhnlich
- raro → drollig, kurios, eigenartig, seltsam, merkwürdig, komisch, selten, rar, sonderbar, verwunderlich, knapp, Homo, Schwuchtel, Schwuler, Tucke, karg, dürftig, kärglich, spärlich, befremdend, wunderlich
- raro → Sonderling
Spaans
Uitgebreide vertaling voor raras (Spaans) in het Duits
raro:
-
raro (extraordinario)
außergewöhnlich; seltsam; selten-
außergewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
selten bijvoeglijk naamwoord
-
-
raro (asombroso; extraño; extranjero; sorprendente; peculiar; ajeno; curioso; particular; especial; típico; exótico; singular; característico; extravagante)
merkwürdig; eigenartig; komisch; wunderlich; irrsinnig; irre; lächerlich; kurios; eigen; gediegen; seltsam-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
wunderlich bijvoeglijk naamwoord
-
irrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
irre bijvoeglijk naamwoord
-
lächerlich bijvoeglijk naamwoord
-
kurios bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
gediegen bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
raro (escaso; excepcional)
-
raro (extraño; ajeno; particular; especialmente; típico; curioso; desconocido; aparte; singular; especifico; extraordinariamente; de una manera extraña; especial; diferente; peculiar; extraordinario; característico; sugestivo; extranjero; sorprendente; curiosamente; extravagante; exótico; antojadizo)
besonder; ungewöhnlich; sonderbar; eigenartig; fremd; bizarr; merkwürdig; eigentümlich; wunderlich; kurios; fremdartig; eigen; seltsam; absonderlich-
besonder bijvoeglijk naamwoord
-
ungewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
bizarr bijvoeglijk naamwoord
-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
wunderlich bijvoeglijk naamwoord
-
kurios bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
absonderlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
raro (peculariar)
merkwürdig; komisch; fremd; eigenartig; besonder; extravagant; eigen; sonderbar; eigentümlich; exzentrisch; absonderlich; fremdartig-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
besonder bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
exzentrisch bijvoeglijk naamwoord
-
absonderlich bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
raro (chiflado; cú-cú; Juan Lanas; extraño; loco; perezoso; mudo; cucú; desconcertado; absurdo; cretino; chalado; desequilibrado; tonto; peculiar; ganso; locamente; perturbado; loquillo; como loco; enmarañado; curioso; típico; desordenado; necio; característico; tontamente; con locura; loco de remate; caótico; descabellado; indolente; ofuscado; insano; obcecado)
verrückt; blöd; närrisch; gestört; irre; dämlich; bekloppt; wirr; idiotisch; bescheuert; verstört; meschugge; blöde; blödsinnig; geisteskrank; wahnwitzig; geistesschwach; idiotenhaft; wahnsinnig; irrsinnig; übergeschnappt-
verrückt bijvoeglijk naamwoord
-
blöd bijvoeglijk naamwoord
-
närrisch bijvoeglijk naamwoord
-
gestört bijvoeglijk naamwoord
-
irre bijvoeglijk naamwoord
-
dämlich bijvoeglijk naamwoord
-
bekloppt bijvoeglijk naamwoord
-
wirr bijvoeglijk naamwoord
-
idiotisch bijvoeglijk naamwoord
-
bescheuert bijvoeglijk naamwoord
-
verstört bijvoeglijk naamwoord
-
meschugge bijvoeglijk naamwoord
-
blöde bijvoeglijk naamwoord
-
blödsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
geisteskrank bijvoeglijk naamwoord
-
wahnwitzig bijvoeglijk naamwoord
-
geistesschwach bijvoeglijk naamwoord
-
idiotenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
wahnsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
irrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
übergeschnappt bijvoeglijk naamwoord
-
-
raro (curioso; extraño; desconocido; chocante; típico; extraordinario; particular; singular; peculiar; característico; extravagante)
fremd; merkwürdig; sonderbar; kurios; eigenartig; fremdartig; wunderlich; eigentümlich; exotisch; seltsam-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
kurios bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
wunderlich bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
exotisch bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
raro (barroco; extraño; caprichoso; extravagante)
launisch; unberechenbar; launenhaft; flatterhaft-
launisch bijvoeglijk naamwoord
-
unberechenbar bijvoeglijk naamwoord
-
launenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
flatterhaft bijvoeglijk naamwoord
-
-
raro (no acostumbrado; extraordinario; inhabitual; fuera de lo común; singular; insólito; excepcional; inusitado; poco corriente; poco frecuente)
ungewohn; außergewöhnlich; ungewöhnlich; außerordentlich; ungewohnt; unüblich-
ungewohn bijvoeglijk naamwoord
-
außergewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
ungewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
außerordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
ungewohnt bijvoeglijk naamwoord
-
unüblich bijvoeglijk naamwoord
-
-
raro (excepcional; extraordinario; peculiar; extraordinariamente; poco frecuente; singular)
außergewöhnlich; ungewöhnliche; außerordentlich-
außergewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
ungewöhnliche bijvoeglijk naamwoord
-
außerordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
el raro (excéntrico)
Vertaal Matrix voor raro:
Verwante woorden van "raro":
Synoniemen voor "raro":
Wiktionary: raro
raro
Cross Translation:
adjective
-
nur in geringer Anzahl vorhanden; nur in geringer Häufigkeit vorkommend
-
Belustigung hervorrufend
-
besonders in seiner Art, vom Standard abweichend
-
Form, Dinge: seltsam, ungewöhnlich
-
attributiv, prädikativ: nur in geringen Mengen vorhanden
-
nur vereinzelt vorkommend; nur vereinzelt auftretend; einen Einzelfall oder Sonderfall darstellend
-
sich im Vergleich abhebend, einen unterschiedlichen Charakter besitzend, durch Absonderung entstanden oder entstehend (häufig mit der Tendenz zum Außergewöhnlichen, zum Komischen, zum Skurrilen)
-
seltsam
-
nicht gewöhnlich, nicht der Gewohnheit entsprechend
-
ein Mensch, der einen eigenartigen Charakter hat und in seiner eigenen Welt lebt
- Sonderling → raro; tipo; esperpento
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• raro | → kurios | ↔ curious — unusual |
• raro | → eigenartig; seltsam; merkwürdig; komisch | ↔ funny — strange; unusual |
• raro | → seltsam; komisch; merkwürdig | ↔ odd — strange |
• raro | → seltsam | ↔ queer — weird, odd, different |
• raro | → selten; rar | ↔ rare — very uncommon |
• raro | → seltsam; sonderbar; komisch; verwunderlich | ↔ strange — not normal |
• raro | → knapp; selten; rar | ↔ schaars — weinig in aantal of hoeveelheid |
• raro | → merkwürdig | ↔ raar — afwijkend van gewoonlijk, verbazing opwekkend |
• raro | → selten | ↔ zeldzaam — naar verhouding gering in aantal |
• raro | → komisch; eigenartig; merkwürdig; sonderbar | ↔ drôle — Bizarre, inhabituel, qui sort du commun. |
• raro | → Homo; Schwuchtel; Schwuler; Tucke | ↔ pédé — (vulgaire) injur|fr homme homosexuel. note Il peut arriver qu’un homosexuel s’attribue lui-même ce nom, à titre revendicatif, lui faisant perdre ainsi son caractère injurieux. |
• raro | → knapp; selten; rar; karg; dürftig; kärglich; spärlich | ↔ rare — Qui est en petit nombre, qui se trouve difficilement. |
• raro | → komisch; seltsam | ↔ zarbi — (familier, fr) verlan|fr bizarre, étrange. |
• raro | → seltsam; sonderbar; merkwürdig; befremdend; kurios; wunderlich | ↔ étrange — Qui est en dehors de l’ordre, de l’usage commun ; qui est singulier, extraordinaire. |