Spaans
Uitgebreide vertaling voor precintar (Spaans) in het Duits
precintar:
-
precintar (acreditar; ratificar; observar; señalar; ver; sellar; percatarse de; rubricar; pegar un sello)
bestaetigen; beglaubigen; bescheinigen; signalisieren-
bestaetigen werkwoord
-
bescheinigen werkwoord (bescheinige, bescheinigst, bescheinigt, bescheinigte, bescheinigtet, bescheinigt)
-
signalisieren werkwoord (signalisiere, signalisierst, signalisiert, signalisierte, signalisiertet, signalisiert)
-
-
precintar (sellar; lacrar)
versiegeln; abschliessen; isolieren; abdichten-
abschliessen werkwoord (schließe ab, schließst ab, schließt ab, schloß ab, schloßet ab, abgeschlossen)
Conjugations for precintar:
presente
- precinto
- precintas
- precinta
- precintamos
- precintáis
- precintan
imperfecto
- precintaba
- precintabas
- precintaba
- precintábamos
- precintabais
- precintaban
indefinido
- precinté
- precintaste
- precintó
- precintamos
- precintasteis
- precintaron
fut. de ind.
- precintaré
- precintarás
- precintará
- precintaremos
- precintaréis
- precintarán
condic.
- precintaría
- precintarías
- precintaría
- precintaríamos
- precintaríais
- precintarían
pres. de subj.
- que precinte
- que precintes
- que precinte
- que precintemos
- que precintéis
- que precinten
imp. de subj.
- que precintara
- que precintaras
- que precintara
- que precintáramos
- que precintarais
- que precintaran
miscelánea
- ¡precinta!
- ¡precintad!
- ¡no precintes!
- ¡no precintéis!
- precintado
- precintando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor precintar:
Synoniemen voor "precintar":
Wiktionary: precintar
precintar
verb
-
(transitiv) den Verschluss eines Behältnisses oder eine technische Einrichtung mit einer bleiernen oder metallenen Plombe versiegeln
Computer vertaling door derden: