Oyentes in het Duits vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

oyentes:
- Publikum
oyente:
- Hörer; Zuhörer; Wirtschaftsprüfer; Bilanzprüfer; Rechnungsprüfer; Steuerprüfer
Wiktionary:
- oyente → Zuhörer
- oyente → Zuhörerin, Zuhörer, Lauscher, Hörer, Hörender

Spaans

Uitgebreide vertaling voor oyentes (Spaans) in het Duits

el oyentes (público; audiencia)
Publikum
- Publikum [das ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Publikum	audiencia; oyentes; público

el oyente (auditor)
der Hörer; der Zuhörer
- Hörer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zuhörer [der ~] zelfstandig naamwoord
el oyente (auditor; verificador; radioyente)
der Wirtschaftsprüfer; der Hörer; der Bilanzprüfer; der Rechnungsprüfer; der Steuerprüfer
- Wirtschaftsprüfer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hörer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bilanzprüfer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rechnungsprüfer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Steuerprüfer [der ~] zelfstandig naamwoord
el oyente (auditor; radioyente)
der Zuhörer
- Zuhörer [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bilanzprüfer	auditor; oyente; radioyente; verificador	auditor; auditor de cuentas; censor de cuentas; contador público; perito mercantil; revisor de libros
Hörer	auditor; oyente; radioyente; verificador	auricular
Rechnungsprüfer	auditor; oyente; radioyente; verificador	auditor; auditor de cuentas; censor de cuentas; contador público; perito mercantil; revisor de libros
Steuerprüfer	auditor; oyente; radioyente; verificador	auditor; auditor de cuentas; censor de cuentas; contador público; inspector de Hacienda; perito mercantil; revisor de libros
Wirtschaftsprüfer	auditor; oyente; radioyente; verificador	auditor; auditor de cuentas; censor de cuentas; contador público; perito mercantil; revisor de libros
Zuhörer	auditor; oyente; radioyente

oyente

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• oyente	→ Zuhörerin; Zuhörer	↔ listener — someone who listens
• oyente	→ Zuhörer; Lauscher; Hörer; Hörender	↔ auditeur — Celui, celle qui écoute un discours, une lecture, un récit, une leçon, une exécution musicale, etc.