Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nerviosidad:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor nerviosidad (Spaans) in het Duits

nerviosidad:

nerviosidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la nerviosidad (nervosidad; tensión; nerviosismo)
    die Nervosität; die Gereiztheit
  2. la nerviosidad (miedo al escenario)
    Plankenfieber
  3. la nerviosidad
    die Nervösheit
  4. la nerviosidad (agitación; excitación)
    die Aufregung; die Unruhe
    • Aufregung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Unruhe [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nerviosidad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufregung agitación; excitación; nerviosidad agitación; alboroto; conmoción; desorden; disturbios; revuelo; tumulto; turbulencia
Gereiztheit nerviosidad; nerviosismo; nervosidad; tensión conmoción; disgusto; irritaciones; irritación; situación tensa; tensión
Nervosität nerviosidad; nerviosismo; nervosidad; tensión agitación; apresuramiento
Nervösheit nerviosidad
Plankenfieber miedo al escenario; nerviosidad
Unruhe agitación; excitación; nerviosidad agitación; apresuramiento; conmoción; turbulencia

Wiktionary: nerviosidad


Cross Translation:
FromToVia
nerviosidad Nervosität nervousness — state or quality of being nervous