Narcóticos in het Duits vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

narcóticos:
- Betäubungsmittel; Narkose
narcótico:
- Droge; Rauschgift; Bewußtlosigkeit; Ohnmacht; Schlafmittel; Betäubungsmittel; Narkose

Spaans

Uitgebreide vertaling voor narcóticos (Spaans) in het Duits

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Betäubungsmittel	anestesia; droga; estimulante; estupefaciente; narcosis; narcótico; narcóticos	estupefaciente
Narkose	anestesia; droga; estimulante; estupefaciente; narcosis; narcótico; narcóticos	anestesia; narcosis

el narcótico
die Droge; Rauschgift
- Droge [die ~] zelfstandig naamwoord
- Rauschgift [das ~] zelfstandig naamwoord
el narcótico (inconsciencia; droga; anestesia; narcosis)
die Bewußtlosigkeit; die Ohnmacht
- Bewußtlosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ohnmacht [die ~] zelfstandig naamwoord
el narcótico (somnífero)
Schlafmittel
- Schlafmittel [das ~] zelfstandig naamwoord
el narcótico (anestesia; droga; estupefaciente; estimulante; narcóticos; narcosis)
Betäubungsmittel; die Narkose
- Betäubungsmittel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Narkose [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Betäubungsmittel	anestesia; droga; estimulante; estupefaciente; narcosis; narcótico; narcóticos	estupefaciente
Bewußtlosigkeit	anestesia; droga; inconsciencia; narcosis; narcótico
Droge	narcótico	droga; drogas; estimulante; estupefacientes; narcoticas
Narkose	anestesia; droga; estimulante; estupefaciente; narcosis; narcótico; narcóticos	anestesia; narcosis
Ohnmacht	anestesia; droga; inconsciencia; narcosis; narcótico	debilidad; desmayo; desvanecimiento; falta de medios; flojedad; impotencia; incapacidad; insolvencia; inválido
Rauschgift	narcótico	droga; drogas; estimulante; estupefacientes; narcoticas
Schlafmittel	narcótico; somnífero	somníferos