Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Vertaal monarca

Vertaal monarca van Spaans naar Duits

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

monarca:
- König; Herrscher; Monarch; Majestät; Fürst; Gebieter; Herr; Hoheit
Wiktionary:
- monarca → Fürst, Monarchin, Monarch

Spaans

Uitgebreide vertaling voor monarca (Spaans) in het Duits

monarca:

monarca [el ~] zelfstandig naamwoord

el monarca (soberano; rey; majestad)
der König; der Herrscher; der Monarch; die Majestät; der Fürst; der Gebieter; der Herr; die Hoheit
- König [der ~] zelfstandig naamwoord
- Herrscher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Monarch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Majestät [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fürst [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gebieter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Herr [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hoheit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor monarca:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fürst	majestad; monarca; rey; soberano	caballero; director; directora; docente; dueño; gerente; gobernador; hombre; jefe; maestro; majestad; mentor; patrono; patrón; profesor; regenta; regente; rey; señor; soberano; virrey
Gebieter	majestad; monarca; rey; soberano	administrador; caballero; cabecera; cabezada; capataz; capitán; comandante; director; directora; docente; dueño; gerente; hombre; jefa; jefe; maestro; mentor; patrono; patrón; presidente; profesor; rey; señor; soberano; usurpador
Herr	majestad; monarca; rey; soberano	Dios; Nuestro Señor; caballero; chico; conserje; criado; director; directora; divinidad; docente; dueño; gerente; hombre; jefe; maestro; mentor; padre celestial; patrono; patrón; peón; profesor; rey; señor; sirviente doméstico; soberano
Herrscher	majestad; monarca; rey; soberano	caballero; capataz; comandante; director; directora; docente; dueño; gerente; gobernador; hombre; jefe; maestro; majestad; mentor; patrono; patrón; profesor; regenta; regente; rey; señor; soberano; usurpador; virrey
Hoheit	majestad; monarca; rey; soberano	alteza; eminencia; majestad; máxima autoridad; nobleza
König	majestad; monarca; rey; soberano	caballero; docente; dueño; hombre; maestro; profesor; rey; señor; soberano
Majestät	majestad; monarca; rey; soberano	Su Majestad; majestad
Monarch	majestad; monarca; rey; soberano

Verwante woorden van "monarca":

monarcas

Synoniemen voor "monarca":

káiser; césar; caudillo; kan

Wiktionary: monarca

Cross Translation:

From	To	Via
• monarca	→ Fürst; Monarchin; Monarch	↔ monarch — ruler
• monarca	→ Monarch; Monarchin	↔ monarque — chef d’une monarchie, qui régner seul dans un pays.

Computer vertaling door derden: