Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
- molesto:
-
molestar:
- jemandem lästig fallen; schikanieren; plagen; zusetzen; quälen; triezen; schinden; brutal vorgehen; belästigen; tyrannisieren; einschüchtern; wegekeln; piesacken; martern; Schaden zufügen; schaden; stören; streiten; zanken; verarschen; verladen; eitern; vergraulen; foppen; sich eklig benehmen; weg ekeln
-
Wiktionary:
- molesto → belastend, wirsch
- molesto → ärgerlich, lästig, leidig, unbequem
- molestar → piesacken, inkommodieren, behindern, aufhalten, striezen, stören, traktieren, ärgern
- molestar → sekkieren, belästigen, ärgern, stören, piesacken, plagen, nerven, necken, hänseln, aufziehen, verarschen, auf den Arm nehmen, beunruhigen, bekümmern, quälen, hemmen, behindern, entrüsten, anreizen, aufhetzen, reizen, aufreizen, angreifen, herausfordern, stumpf machen, provozieren, beengen, genieren, lästig werden
Spaans
Uitgebreide vertaling voor molesto (Spaans) in het Duits
molesto:
-
molesto (irritante; pesado)
störend; unangenehm; irritierend; ärgerlich; sauer; beschwerlich-
störend bijvoeglijk naamwoord
-
unangenehm bijvoeglijk naamwoord
-
irritierend bijvoeglijk naamwoord
-
ärgerlich bijvoeglijk naamwoord
-
sauer bijvoeglijk naamwoord
-
beschwerlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
molesto (desagradable; incómodo; fastidioso)
störend; unangenehm; schwer; schwierig; lästig; unbequem; hinderlich-
störend bijvoeglijk naamwoord
-
unangenehm bijvoeglijk naamwoord
-
schwer bijvoeglijk naamwoord
-
schwierig bijvoeglijk naamwoord
-
lästig bijvoeglijk naamwoord
-
unbequem bijvoeglijk naamwoord
-
hinderlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
molesto (desagradable; incómodo; enojadizo)
unangenehm; störend; lästig; schwer; unbequem; kaltherzig-
unangenehm bijvoeglijk naamwoord
-
störend bijvoeglijk naamwoord
-
lästig bijvoeglijk naamwoord
-
schwer bijvoeglijk naamwoord
-
unbequem bijvoeglijk naamwoord
-
kaltherzig bijvoeglijk naamwoord
-
-
molesto (desatento; desagradable; antipático; desconsiderado; poco amable; poco cálido; feo; malo; incorrecto; con descortesía)
unfreundlich; nicht nett; unhöflich-
unfreundlich bijvoeglijk naamwoord
-
nicht nett bijvoeglijk naamwoord
-
unhöflich bijvoeglijk naamwoord
-
-
molesto (causando molesto; incómodo)
hinderlich; lästig; behindernd-
hinderlich bijvoeglijk naamwoord
-
lästig bijvoeglijk naamwoord
-
behindernd bijvoeglijk naamwoord
-
-
molesto (desagradable; delicado; inoportuno; latoso; a disgusto; incómodo; desabrido; irascible; desapacible)
unangenehm; störend; unbequem-
unangenehm bijvoeglijk naamwoord
-
störend bijvoeglijk naamwoord
-
unbequem bijvoeglijk naamwoord
-
-
molesto (embarazoso; incómodo)
peinlich; genant; unangenhem-
peinlich bijvoeglijk naamwoord
-
genant bijvoeglijk naamwoord
-
unangenhem bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor molesto:
Verwante woorden van "molesto":
Synoniemen voor "molesto":
Wiktionary: molesto
molesto
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• molesto | → ärgerlich; lästig; leidig | ↔ annoying — causing irritation or annoyance; troublesome; vexatious |
• molesto | → unbequem; lästig | ↔ lastig — moeilijheden veroorzakend of opwerpend |
• molesto | → ärgerlich | ↔ ergerlijk — ergernis wekkend |
• molesto | → ärgerlich; lästig; leidig | ↔ embêtant — (familier, fr) Qui embêter. |
molesto vorm van molestar:
-
molestar (afligir; atormentar; fastidiar; castigar; gastar bromas)
jemandem lästig fallen; schikanieren; plagen; zusetzen-
jemandem lästig fallen werkwoord
-
schikanieren werkwoord (schikaniere, schikanierst, schikaniert, schikanierte, schikaniertet, schikanier)
-
-
molestar (hacer la puñeta; fastidiar; provocar; incordiar)
quälen; plagen; triezen; schinden; schikanieren; brutal vorgehen; belästigen; tyrannisieren; einschüchtern; wegekeln; piesacken; martern-
schikanieren werkwoord (schikaniere, schikanierst, schikaniert, schikanierte, schikaniertet, schikanier)
-
brutal vorgehen werkwoord (gehe brutal vor, gehst brutal vor, geht brutal vor, ging brutal vor, gingt brutal vor, brutal vorgegangen)
-
tyrannisieren werkwoord (tyrannisiere, tyrannisierst, tyrannisiert, tyrannisierte, tyrannisiertet, tyrannisiert)
-
einschüchtern werkwoord (schüchtere ein, schüchterst ein, schüchtert ein, schüchterte ein, schüchtertet ein, eingeschüchtert)
-
molestar
-
molestar
-
molestar (comportarse de forma mezquina; contrariar; trapacear; preocupar; fastidiar; armar jaleo)
-
molestar (mortificar para que una persona se va; provocar; fastidiar; burlarse)
verarschen; verladen; eitern; vergraulen; foppen; sich eklig benehmen; weg ekeln-
sich eklig benehmen werkwoord (benehme mich eklig, benimmst dich eklig, benimmt sich eklig, benahm sich eklig, benahmt euch eklig, sich benommen)
-
weg ekeln werkwoord
Conjugations for molestar:
presente
- molesto
- molestas
- molesta
- molestamos
- molestáis
- molestan
imperfecto
- molestaba
- molestabas
- molestaba
- molestábamos
- molestabais
- molestaban
indefinido
- molesté
- molestaste
- molestó
- molestamos
- molestasteis
- molestaron
fut. de ind.
- molestaré
- molestarás
- molestará
- molestaremos
- molestaréis
- molestarán
condic.
- molestaría
- molestarías
- molestaría
- molestaríamos
- molestaríais
- molestarían
pres. de subj.
- que moleste
- que molestes
- que moleste
- que molestemos
- que molestéis
- que molesten
imp. de subj.
- que molestara
- que molestaras
- que molestara
- que molestáramos
- que molestarais
- que molestaran
miscelánea
- ¡molesta!
- ¡molestad!
- ¡no molestes!
- ¡no molestéis!
- molestado
- molestando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor molestar:
Synoniemen voor "molestar":
Wiktionary: molestar
molestar
Cross Translation:
verb
-
über einen längeren Zeitraum bewusst quälen
-
in Österreich noch gebräuchlich, veraltend: belästigen, stören, jemandem Unannehmlichkeiten oder Mühe bereiten; „verunbequemen“
-
stören, an etwas hindern, von etwas abhalten
-
jemanden/etwas nicht weitergehen/weiterfortschreiten lassen
-
-
-
jemanden bei etwas belästigen, von etwas ablenken, einen Vorgang hemmen, ein Vorhaben hemmen, ärgerlicherweise aufhalten
-
(transitiv) jemanden immer wieder mit etwas Unangenehmem stören
-
transitiv: (jemanden) necken, Ärger verursachen
-
-
- sekkieren → importunar; molestar; burlar; dar pullazos; embromar; fastidiar; insultar; mofarse; ofender; provocar; sacar de quicio; torear; tomar el pelo; a; alguien; causa; de; algo; atormentar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• molestar | → belästigen; ärgern; stören | ↔ annoy — to disturb or irritate |
• molestar | → piesacken; plagen; belästigen | ↔ badger — pester |
• molestar | → belästigen | ↔ bother — to annoy, disturb |
• molestar | → stören | ↔ disturb — confuse or irritate |
• molestar | → plagen; nerven; ärgern | ↔ hassle — To trouble, to bother, to annoy |
• molestar | → belästigen | ↔ molest — to annoy intentionally |
• molestar | → ärgern | ↔ roil — to annoy |
• molestar | → necken; hänseln; aufziehen; verarschen; auf den Arm nehmen | ↔ tease — to poke fun at |
• molestar | → beunruhigen; belästigen; bekümmern | ↔ trouble — to bother; to annoy |
• molestar | → quälen | ↔ treiteren — rottigheid uithalen ten nadele van iemand met het doel diegene dwars te zitten |
• molestar | → quälen | ↔ kwellen — pijn of ergernis bezorgen |
• molestar | → hemmen; behindern | ↔ belemmeren — een factor vormen die een gebeurtenis of handeling (bijna) onmogelijk maakt |
• molestar | → entrüsten; anreizen; aufhetzen; reizen; aufreizen; angreifen; herausfordern; stumpf machen; provozieren | ↔ agacer — affecter d’une irritation nerveuse. |
• molestar | → beengen; behindern; belästigen; genieren; stören; lästig werden | ↔ déranger — Traductions à trier suivant le sens |
• molestar | → behindern; stören; beengen | ↔ gêner — Causer de la gêne |
Computer vertaling door derden: