Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Vertaal media

Vertaal media van Spaans naar Duits

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

media:
- Strumpf; Kniestrumpf
mediar:
- vermitteln; unterhandeln
Wiktionary:
- media → Strumpf
- media → Mittel, Strumpf, Durchschnit, Halbstrumpf, Socke
- mediar → schlichten, vermitteln
- mediar → zenterieren, ausmitteln, schlichten, vermitteln, hervorrufen, antun, bewirken, veranlassen, verursachen, zufügen, bereiten, anschaffen, beschaffen, besorgen, verschaffen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor media (Spaans) in het Duits

media:

media [la ~] zelfstandig naamwoord

la media (media de media pierna; panty; media corta)
der Strumpf; der Kniestrumpf
- Strumpf [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kniestrumpf [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor media:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Kniestrumpf	media; media corta; media de media pierna; panty
Strumpf	media; media corta; media de media pierna; panty

Synoniemen voor "media":

average; promedio

Wiktionary: media

media

noun

Kleidung: ein Bekleidungsstück für den Fuß aus einem einzigen, an einem Ende offenen „Schlauch“, der über den Fuß nach oben gezogen wird und die Wade bedeckt
- Strumpf → calcetín; media

Cross Translation:

From	To	Via
• media	→ Mittel	↔ mean — intermediate value
• media	→ Strumpf	↔ stocking — garment (for translations of "sock", see sock)
• media	→ Durchschnit	↔ gemiddelde — de som van een aantal getallen gedeeld door het aantal ervan
• media	→ Strumpf	↔ bas — Partie inférieure d’un objet.
• media	→ Halbstrumpf; Socke; Strumpf	↔ chaussette — Vêtement

media vorm van mediar:

mediar werkwoord

mediar (negociar; intervenir)
vermitteln; unterhandeln
- vermitteln werkwoord (vermittele, vermittelst, vermittelt, vermittelte, vermitteltet, vermittelt)
- unterhandeln werkwoord (unterhandele, unterhandelst, unterhandelt, unterhandelte, unterhandeltet, unterhandelt)

Conjugations for mediar:

presente

medio
medias
media
mediamos
mediáis
median

imperfecto

mediaba
mediabas
mediaba
mediábamos
mediabais
mediaban

indefinido

medié
mediaste
medió
mediamos
mediasteis
mediaron

fut. de ind.

mediaré
mediarás
mediará
mediaremos
mediaréis
mediarán

condic.

mediaría
mediarías
mediaría
mediaríamos
mediaríais
mediarían

pres. de subj.

que medie
que medies
que medie
que mediemos
que mediéis
que medien

imp. de subj.

que mediara
que mediaras
que mediara
que mediáramos
que mediarais
que mediaran

miscelánea

¡media!
¡mediad!
¡no medies!
¡no mediéis!
mediado
mediando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor mediar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
unterhandeln	intervenir; mediar; negociar	regatear
vermitteln	intervenir; mediar; negociar	dar; desplegar; distribuir; dividir; esparcir; extender; facilitar; intervenir; intervenir en; poner a la disposición; procurar; proporcionar; repartir

Synoniemen voor "mediar":

abogar; defender; interceder; apoyar; proteger; respaldar; negociar; conciliar; reconciliar; arbitrar; moderar
patrocinar

Wiktionary: mediar

mediar

verb

zwischen streitenden Parteien vermitteln, einen Streit entschärfen
- schlichten → apaciguar; mediar
versuchen, einen Streit zu schlichten oder eine Einigung zu erzielen
- vermitteln → mediar

Cross Translation:

From	To	Via
• mediar	→ zenterieren; ausmitteln	↔ center — cause something to have a value midway between extremes
• mediar	→ schlichten	↔ mediate — resolve differences
• mediar	→ vermitteln; schlichten	↔ bemiddelen — trachten overeenstemming tussen twee partijen tot stand te brengen
• mediar	→ vermitteln; hervorrufen; antun; bewirken; veranlassen; verursachen; zufügen; bereiten; anschaffen; beschaffen; besorgen; verschaffen	↔ procurer — faire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.

Verwante vertalingen van media