Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. mandíbulas:
  2. mandíbula:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor mandíbulas (Spaans) in het Duits

mandíbulas:

mandíbulas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la mandíbulas (bocaza; boca; pico)
    die Schnauze; die Mund; die Klappe; die Fresse; der Schnabel
    • Schnauze [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Mund [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Klappe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fresse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schnabel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mandíbulas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fresse boca; bocaza; mandíbulas; pico
Klappe boca; bocaza; mandíbulas; pico caballete; carraca; corzo; cérvidos; matraqueo; matraquista; solapa
Mund boca; bocaza; mandíbulas; pico boca; bocaza; pico
Schnabel boca; bocaza; mandíbulas; pico boquillas; pico
Schnauze boca; bocaza; mandíbulas; pico bocazas; morro; pico

Verwante woorden van "mandíbulas":


mandíbula:

mandíbula [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la mandíbula (hueso maxilar; maxilar; quijada)
    der Kieferknochen

Vertaal Matrix voor mandíbula:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kieferknochen hueso maxilar; mandíbula; maxilar; quijada mandíbula inferior; quijada inferior

Verwante woorden van "mandíbula":


Synoniemen voor "mandíbula":


Wiktionary: mandíbula

mandíbula
noun
  1. Anatomie: zum kauen dienender knöcherner Teil des Gesichtschädels, Träger der Zahn

Cross Translation:
FromToVia
mandíbula Kinnbacke; Oberkiefer; Unterkiefer; Kiefer jaw — bone of the jaw
mandíbula Kiefer; Kinnlade mâchoirechacun des deux parties osseuses de la bouche dans lesquelles les dents enchâsser.

Computer vertaling door derden: