Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. locutores:
  2. locutor:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor locutores (Spaans) in het Duits

locutores:

locutores [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el locutores
    der Sprecher; der Ansager
    • Sprecher [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ansager [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor locutores:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ansager locutores altavoz; hablante; humorista; humoristas; locutor; locutora; speaker
Sprecher locutores altavoz; hablante; lector; orador; oradores; portavoz; speaker

Verwante woorden van "locutores":


locutores vorm van locutor:

locutor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el locutor (locutora)
    der Ansager
    • Ansager [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor locutor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ansager locutor; locutora altavoz; hablante; humorista; humoristas; locutores; speaker

Verwante woorden van "locutor":


Synoniemen voor "locutor":


Wiktionary: locutor


Cross Translation:
FromToVia
locutor Ansager; Sprecher announcer — announcer
locutor Sprecher locuteur — Personne qui peut parler dans une langue