Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. iris:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor iris (Spaans) in het Duits

iris:

iris [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el iris
    die Iris; die Regenbogenhaut
  2. el iris

Vertaal Matrix voor iris:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Iris iris lirio
Regenbogenhaut iris
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Irisblende iris

Verwante woorden van "iris":

  • irises

Wiktionary: iris

iris
noun
  1. Medizin (Plural: Iris oder [selten] Iriden, Irides): Regenbogenhaut
  2. Botanik (Plural: Iris): Schwertlilie (Trivialname der Arten aus der Gattung der Schwertlilien (Iris)Stichwort „Iris“ in: Herder-Lexikon der Biologie. Spektrum Akademischer Verlag GmbH, Heidelberg 2003. ISBN 3-8274-0354-5.

Cross Translation:
FromToVia
iris Regenbogenhaut; Iris iris — part of the eye
iris Iris iris — een orgaan in het oog van vele organismen
iris Iris iris — Partie de l’œil

Verwante vertalingen van iris