Inercia in het Duits vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

inercia:
- Trägheit; Lethargie; Langsamkeit; Faulheit; Faulenzer; Schlappheit; Plumpheit; Laschheit; Grobheit; Mattigkeit; Schwerfälligkeit; Laxheit; Lauheit; Flegelhaftigkeit; Klobigkeit; Schlafsucht; Schlafsüchte; Geistesträgheit; Kraftlosigkeit; Schlaffheit; Energielosigkeit; Ruhestand; Entschlußlosigkeit; Antreibsarmut
Wiktionary:
- inercia → Trägheit, Beharrung

Spaans

Uitgebreide vertaling voor inercia (Spaans) in het Duits

inercia:

inercia [la ~] zelfstandig naamwoord

la inercia (letargo; lentitud)
die Trägheit; die Lethargie; die Langsamkeit
- Trägheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lethargie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Langsamkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la inercia (indolencia)
die Faulheit; die Trägheit; der Faulenzer; die Langsamkeit; die Schlappheit; die Plumpheit; die Lethargie; die Laschheit; die Grobheit; die Mattigkeit; die Schwerfälligkeit; die Laxheit; die Lauheit; die Flegelhaftigkeit; die Klobigkeit; die Schlafsucht; die Schlafsüchte
- Faulheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Trägheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Faulenzer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Langsamkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlappheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Plumpheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lethargie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Laschheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Grobheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mattigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schwerfälligkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Laxheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lauheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Flegelhaftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klobigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlafsucht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlafsüchte [die ~] zelfstandig naamwoord
la inercia (indolencia)
die Geistesträgheit
- Geistesträgheit [die ~] zelfstandig naamwoord
la inercia (apatía; lasitud)
die Kraftlosigkeit; die Schlaffheit; die Energielosigkeit
- Kraftlosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlaffheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Energielosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la inercia (letargia)
der Ruhestand
- Ruhestand [der ~] zelfstandig naamwoord
la inercia (pereza; lentitud)
die Schlafsucht
- Schlafsucht [die ~] zelfstandig naamwoord
la inercia (letargo; pereza; lentitud; apatía; holgazanería)
die Trägheit; die Schlappheit; die Entschlußlosigkeit; die Antreibsarmut
- Trägheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlappheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Entschlußlosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Antreibsarmut [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor inercia:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Antreibsarmut	apatía; holgazanería; inercia; lentitud; letargo; pereza
Energielosigkeit	apatía; inercia; lasitud
Entschlußlosigkeit	apatía; holgazanería; inercia; lentitud; letargo; pereza
Faulenzer	indolencia; inercia	charlatán; cotorra; gandul; gandula; holgazana; holgazán; inútil; parlanchines; parlanchín; perezosa; perezoso; remolona; remolón; tardona; tardón; trasto; vago
Faulheit	indolencia; inercia	comodidonería; indolencia; pereza
Flegelhaftigkeit	indolencia; inercia	conducta campesina; descortesía; grosero; grosería; insolencia; mala educación; picardía; rudeza; travesura; vulgaridad
Geistesträgheit	indolencia; inercia
Grobheit	indolencia; inercia	conducta campesina; descortesía; dureza; grosero; grosería; inconveniencia; indecencia; insolencia; mala educación; rudeza; vulgaridad
Klobigkeit	indolencia; inercia
Kraftlosigkeit	apatía; inercia; lasitud	debilidad; desmayo; estupidez; falta de medios; fatiga; flojedad; flojera; fragilidad; impotencia; inactividad; incapacidad; insolvencia; inválido
Langsamkeit	indolencia; inercia; lentitud; letargo
Laschheit	indolencia; inercia	debilidad; estupidez; falta de cuidado; fatiga; flojedad; flojera; fragilidad; inactividad; indolencia
Lauheit	indolencia; inercia	falta de cuidado; indolencia
Laxheit	indolencia; inercia	falta de cuidado; indolencia
Lethargie	indolencia; inercia; lentitud; letargo
Mattigkeit	indolencia; inercia
Plumpheit	indolencia; inercia	conducta campesina; descortesía; grosero; grosería; insolencia; mala educación; rudeza; vulgaridad
Ruhestand	inercia; letargia
Schlaffheit	apatía; inercia; lasitud	atontamiento; bache; baja; bajones; bajón; blandenguería; crisis; debilidad; depresión; desmayo; estupidez; falta de medios; fatiga; flojedad; flojera; fracaso; fragilidad; impotencia; inactividad; incapacidad; insolvencia; inválido; muermo; pesadez
Schlafsucht	indolencia; inercia; lentitud; pereza
Schlafsüchte	indolencia; inercia	letargía
Schlappheit	apatía; holgazanería; indolencia; inercia; lentitud; letargo; pereza	bache; baja; bajones; bajón; crisis; debilidad; depresión; estupidez; fatiga; flojedad; flojera; fracaso; fragilidad; inactividad
Schwerfälligkeit	indolencia; inercia
Trägheit	apatía; holgazanería; indolencia; inercia; lentitud; letargo; pereza	comodidonería; falta de cuidado; indolencia; pereza

Verwante woorden van "inercia":

inercias

Wiktionary: inercia

Cross Translation:

From	To	Via
• inercia	→ Trägheit	↔ inertia — in physics
• inercia	→ Trägheit	↔ inertia — unwillingness to take action
• inercia	→ Trägheit	↔ traagheid — ook inertie genoemd
• inercia	→ Beharrung	↔ inertie — traagheid
• inercia	→ Trägheit	↔ inertie — Force en physique (2):

Verwante vertalingen van inercia

momento de inercia

Remove Ads

Vertaal inercia van Spaans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor inercia (Spaans) in het Duits

inercia:

inercia [la ~] zelfstandig naamwoord

la inercia (letargo; lentitud)

la inercia (indolencia)

la inercia (indolencia)

la inercia (apatía; lasitud)

la inercia (letargia)

la inercia (pereza; lentitud)

la inercia (letargo; pereza; lentitud; apatía; holgazanería)

Vertaal Matrix voor inercia:

Verwante woorden van "inercia":

Wiktionary: inercia

Verwante vertalingen van inercia