Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. indispuesto:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor indispuesto (Spaans) in het Duits

indispuesto:

indispuesto bijvoeglijk naamwoord

  1. indispuesto (enfermo; mal; malo; )
    krank; unwohl; unpässlich
  2. indispuesto
    überessen

Vertaal Matrix voor indispuesto:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krank enfermo; indispuesto; lúgubre; mal; malo; sombrío; triste
unpässlich enfermo; indispuesto; lúgubre; mal; malo; sombrío; triste teniendo su período
unwohl enfermo; indispuesto; lúgubre; mal; malo; sombrío; triste poco sabroso; teniendo su período
überessen indispuesto

Verwante woorden van "indispuesto":

  • indispuesta, indispuestas, indispuestos

Wiktionary: indispuesto

indispuesto
adjective
  1. unpässlich
  2. gehoben: wegen einer leichten Erkrankung nicht zu etwas aufgelegt; in schlechter Verfassung

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van indispuesto