Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
- herida:
- herido:
-
Wiktionary:
- herida → Wunde, Verletzung
- herida → Verwundung, Wunde, Verletzung
- herido → Verletzter
Spaans
Uitgebreide vertaling voor herida (Spaans) in het Duits
herida:
Vertaal Matrix voor herida:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Blessur | herida; heridas; lesiones; lesión | |
Kränkung | herida | contusíon; injuria; insulto; machucado; ofensa; queja |
Schädigung | herida | abuso; avería; caída; daño; derrota; deterioro; profanación; pérdida; violación; violentar |
Trauma | herida; lesión; trauma; traumatismo | |
Verletzung | herida; heridas; lesiones; lesión | abuso; contravenciones; contravención; contusíon; delito; falta; infracciones; infracción; injuria; insulto; lesiones; machucado; ofensa; queja |
Verwundung | herida; heridas; lesiones; lesión | |
Wunde | herida; heridas; lesiones; lesión |
Verwante woorden van "herida":
Synoniemen voor "herida":
Wiktionary: herida
herida
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• herida | → Verwundung; Wunde; Verletzung | ↔ injury — damage or violation |
• herida | → Wunde; Verletzung | ↔ wound — injury |
• herida | → Wunde | ↔ wond — een beschadiging in of aan het lichaam |
• herida | → Verwundung; Verletzung; Wunde | ↔ blessure — plaie ou fracture produire par un coup ou un choc. — note On le dit plus communément des coups qui entament la chair. |
herida vorm van herido:
-
herido (lesionado)
verwundet; verletzt; getroffen; angeschossen-
verwundet bijvoeglijk naamwoord
-
verletzt bijvoeglijk naamwoord
-
getroffen bijvoeglijk naamwoord
-
angeschossen bijvoeglijk naamwoord
-
-
herido (hecho jirones; violado; dañado; estropeado)
verwundet; angeschlagen; havariert; beschädigt; ramponiert-
verwundet bijvoeglijk naamwoord
-
angeschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
havariert bijvoeglijk naamwoord
-
beschädigt bijvoeglijk naamwoord
-
ramponiert bijvoeglijk naamwoord
-
-
herido (afectado; atónito; perplejo; desconcertado; alcanzado; confuso; siniestrado; aturdido; impresionado; conmovido; abrumado; pasmado; estupefacto; consternado; anonadado)
entsetzt; baff; erstaunt; betroffen; betreten; fassungslos; erschüttert; bestürzt; verdutzt; verblüfft; perplex-
entsetzt bijvoeglijk naamwoord
-
baff bijvoeglijk naamwoord
-
erstaunt bijvoeglijk naamwoord
-
betroffen bijvoeglijk naamwoord
-
betreten bijvoeglijk naamwoord
-
fassungslos bijvoeglijk naamwoord
-
erschüttert bijvoeglijk naamwoord
-
bestürzt bijvoeglijk naamwoord
-
verdutzt bijvoeglijk naamwoord
-
verblüfft bijvoeglijk naamwoord
-
perplex bijvoeglijk naamwoord
-
-
herido (ofendido; insultado)
-
herido
-
el herido (víctima)
Vertaal Matrix voor herido:
Verwante woorden van "herido":
Synoniemen voor "herido":
Wiktionary: herido
herido
noun
-
männliche Person, die sich verletzt hat oder verletzt wurde.