Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Vertaal hacha

Vertaal hacha van Spaans naar Duits

Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hacha:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor hacha (Spaans) in het Duits

hacha:

hacha [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la hacha
    der Axt; Beil; die Streitaxt; der Spalter; der Buschmesser; Hackbeil; Hackmesser
    • Axt [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Beil [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Streitaxt [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Spalter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Buschmesser [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Hackbeil [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Hackmesser [das ~] zelfstandig naamwoord

hacha [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el hacha (as; estrella; águila; campeón)
    der Könner; As
    • Könner [der ~] zelfstandig naamwoord
    • As [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. el hacha (adoquines; piedra; roca; )
    der Stein; der Fels; der Schliff; der Felsen
    • Stein [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fels [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schliff [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Felsen [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. el hacha (águila; as)
    der As
    • As [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. el hacha (vivales; as)
    der Schlaumeier; der Könner

Vertaal Matrix voor hacha:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
As as; campeón; estrella; hacha; águila
Axt hacha destral; hacha destral; piqueta
Beil hacha destral; hacha destral; piqueta
Buschmesser hacha
Fels adoquines; adoquín; as; cálculo; dado; dominó; ficha; gemas; guijarro; hacha; ladrillo; persona de talento; peñón; piedra; piedras preciosas; roca; águila bloque de roca; piedra; roca
Felsen adoquines; adoquín; as; cálculo; dado; dominó; ficha; gemas; guijarro; hacha; ladrillo; persona de talento; peñón; piedra; piedras preciosas; roca; águila bloque de roca; guijarro; piedra; piedrecita; piedrita; roca; rocas; sílice
Hackbeil hacha buril; destral; hacha destral; piqueta
Hackmesser hacha cuchillo tajador; machete; piqueta
Könner as; campeón; estrella; hacha; vivales; águila
Schlaumeier as; hacha; vivales avispados; despabilados; espabilados; lagarta; lagartas; lince; linces; personas astutas; personas ladinas; personas taimadas; pillo; pillos; tipo listo; tipos astutos; tipos listos; vivales; zorro; zorros
Schliff adoquines; adoquín; as; cálculo; dado; dominó; ficha; gemas; guijarro; hacha; ladrillo; persona de talento; peñón; piedra; piedras preciosas; roca; águila
Spalter hacha arcabucero; destral; hacha destral; miliciano urbano; piqueta; tirador
Stein adoquines; adoquín; as; cálculo; dado; dominó; ficha; gemas; guijarro; hacha; ladrillo; persona de talento; peñón; piedra; piedras preciosas; roca; águila adoquín; bloque de roca; grano; guijarro; hueso; piedra; piedrecita; piedrita; roca; sílice
Streitaxt hacha hacha de guerra

Synoniemen voor "hacha":


Wiktionary: hacha

hacha
noun
  1. Kurzes, kleines, meist in einer Hand zu führendes Schlagwerkzeug mit scharfer Klinge (zum Spalten von Holz, zum Zerlegen von Tieren und zu anderem)
  2. kurzes, großes, meist mit zwei Händen zu führendes Schlagwerkzeug mit scharfer Klinge (zum Spalten von Holz, zum Zerlegen von Tieren und zu anderem); das älteste Werkzeug zur Bearbeitung von Holz
Cross Translation:
FromToVia
• hacha → Axt ↔ axe — tool
• hacha → Fackel ↔ toorts — houten stok die aan de bovenkant in een brandbare stof gedrenkt is, brandend zorgt het voor verlichting
• hacha → Hacke; Axt; Beil ↔ hache — Instrument de fer servant à couper

Verwante vertalingen van hacha







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0454 seconde
Page rendered in 1.0 seconds