Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
floreciente:
- gesund; fit; gutsituiert; blühend; gutgestellt; heil; wohlhabend; glühend; inbesterForm; finanzstark; springlebendig; wohlauf; heilsam; behäbig; hygienisch; kapitalkräftig; vermögend; in bester Form; gut gestellt; begütert; stein reich; gut situiert; sehr bemittelt; sehr reich; farbig; farbenfroh; frisch; munter; knallbunt; geblümt; aufblühend
Spaans
Uitgebreide vertaling voor floreciente (Spaans) in het Duits
floreciente:
-
floreciente (en forma; entrenado; saludable; próspero)
gesund; fit; gutsituiert; blühend; gutgestellt; heil; wohlhabend; glühend; inbesterForm; finanzstark; springlebendig; wohlauf; heilsam; behäbig; hygienisch-
gesund bijvoeglijk naamwoord
-
fit bijvoeglijk naamwoord
-
gutsituiert bijvoeglijk naamwoord
-
blühend bijvoeglijk naamwoord
-
gutgestellt bijvoeglijk naamwoord
-
heil bijvoeglijk naamwoord
-
wohlhabend bijvoeglijk naamwoord
-
glühend bijvoeglijk naamwoord
-
inbesterForm bijvoeglijk naamwoord
-
finanzstark bijvoeglijk naamwoord
-
springlebendig bijvoeglijk naamwoord
-
wohlauf bijvoeglijk naamwoord
-
heilsam bijvoeglijk naamwoord
-
behäbig bijvoeglijk naamwoord
-
hygienisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
floreciente (próspero; acomodado; en forma)
kapitalkräftig; vermögend; wohlhabend; in bester Form; gut gestellt; begütert; stein reich; gut situiert; finanzstark; springlebendig; sehr bemittelt; sehr reich-
kapitalkräftig bijvoeglijk naamwoord
-
vermögend bijvoeglijk naamwoord
-
wohlhabend bijvoeglijk naamwoord
-
in bester Form bijvoeglijk naamwoord
-
gut gestellt bijvoeglijk naamwoord
-
begütert bijvoeglijk naamwoord
-
stein reich bijvoeglijk naamwoord
-
gut situiert bijvoeglijk naamwoord
-
finanzstark bijvoeglijk naamwoord
-
springlebendig bijvoeglijk naamwoord
-
sehr bemittelt bijvoeglijk naamwoord
-
sehr reich bijvoeglijk naamwoord
-
-
floreciente (sano; saludable)
gesund; heilsam; blühend; fit; wohlauf; glühend; gutgestellt; springlebendig; inbesterForm-
gesund bijvoeglijk naamwoord
-
heilsam bijvoeglijk naamwoord
-
blühend bijvoeglijk naamwoord
-
fit bijvoeglijk naamwoord
-
wohlauf bijvoeglijk naamwoord
-
glühend bijvoeglijk naamwoord
-
gutgestellt bijvoeglijk naamwoord
-
springlebendig bijvoeglijk naamwoord
-
inbesterForm bijvoeglijk naamwoord
-
-
floreciente (de tonos vivos; vistoso; alegre; llamativo)
farbig; farbenfroh; frisch; munter; knallbunt-
farbig bijvoeglijk naamwoord
-
farbenfroh bijvoeglijk naamwoord
-
frisch bijvoeglijk naamwoord
-
munter bijvoeglijk naamwoord
-
knallbunt bijvoeglijk naamwoord
-
-
floreciente (próspero)
-
floreciente (florido; lleno de flores; vivo; colorido; lleno de color)
-
floreciente (incipiente)
aufblühend-
aufblühend bijvoeglijk naamwoord
-