Flecha in het Duits vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

flecha:
- Pfeil; Blitz; Schlucker; Schlag; Strahl; Lichtsignal; Lichtzeichen
Wiktionary:
- flecha → Pfeil
- flecha → Pfeil, Lafettenschwanz, Turmspitze

Spaans

Uitgebreide vertaling voor flecha (Spaans) in het Duits

la flecha
der Pfeil
- Pfeil [der ~] zelfstandig naamwoord
la flecha (diablo; pobrecito; flash; relámpago; destello; pobre; centelleo; rayo)
der Blitz; der Schlucker; der Schlag; der Strahl
- Blitz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlucker [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlag [der ~] zelfstandig naamwoord
- Strahl [der ~] zelfstandig naamwoord
la flecha (flash; relámpago; rayo; destello)
der Pfeil; der Strahl
- Pfeil [der ~] zelfstandig naamwoord
- Strahl [der ~] zelfstandig naamwoord
la flecha (flash)
der Blitz; der Strahl; Lichtsignal; Lichtzeichen
- Blitz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Strahl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lichtsignal [das ~] zelfstandig naamwoord
- Lichtzeichen [das ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Blitz	centelleo; destello; diablo; flash; flecha; pobre; pobrecito; rayo; relámpago	disparador; flash electrónico; rayo; relámpago
Lichtsignal	flash; flecha	brillo; chispeo; destello; luz; resplandor; señal luminosa
Lichtzeichen	flash; flecha	brillo; chispeo; destello; luz; resplandor; señal luminosa
Pfeil	destello; flash; flecha; rayo; relámpago
Schlag	centelleo; destello; diablo; flash; flecha; pobre; pobrecito; rayo; relámpago	batalla; baza; bofetada; brazada; cachetada; cachete; choque; combate; conserje; dueño; dueño de una casa; empujoncito; empujón; especie; golpe; golpe seco; golpe sordo; guantada; guardador; manotada; manotazo; palmada; palomar; patada; pernera ancha; pipa de colmillo de elefante; portero; propietario; puñetazo; raza; sopapo; tortazo
Schlucker	centelleo; destello; diablo; flash; flecha; pobre; pobrecito; rayo; relámpago	desgraciado; desgraciados; infeliz; pelagatos; pobre; pobre diablo; pobrecita; pobrecito; tragón
Strahl	centelleo; destello; diablo; flash; flecha; pobre; pobrecito; rayo; relámpago	haz de rayos; rayo

flecha

noun

figürlich: abstraktes Bild von [1] (bestehend aus Linie und Spitze), das auf etwas oder in eine Richtung zeigt
- Pfeil → flecha
Geschoss bestehend aus Rohr und Spitze, das mit einem Bogen abgeschossen wird
- Pfeil → flecha

Cross Translation:

From	To	Via
• flecha	→ Pfeil	↔ arrow — projectile
• flecha	→ Pfeil	↔ arrow — symbol
• flecha	→ Pfeil	↔ pijl — projectiel
• flecha	→ Pfeil; Lafettenschwanz; Turmspitze	↔ flèche — Projectile qu’on lance avec un arc ou une arbalète