Fachada in het Duits vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

fachada:
- Fassade; Ladenfront; Freitreppe; untere Front; Vorderseite; Giebel; Vordere Giebel; Spitze; Front; Vorderrand; Gesicht; vordere Ende; Vorderansicht; Vorseite; Angesicht; Anschein; Vortäuschung; Vorschützung; Frontlinie; Gefechtslinie
- Deckmantel; Fassade; Front
Wiktionary:
- fachada → Fassade
- fachada → Fassade

Spaans

Uitgebreide vertaling voor fachada (Spaans) in het Duits

fachada:

fachada [la ~] zelfstandig naamwoord

la fachada (frente; parte delantera; frontis; pechera; frontispicio; parte de delante)
die Fassade; die Ladenfront; die Freitreppe; die untere Front
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ladenfront [die ~] zelfstandig naamwoord
- Freitreppe [die ~] zelfstandig naamwoord
- untere Front [die ~] zelfstandig naamwoord
la fachada
die Vorderseite; der Giebel; die Fassade; der Vordere Giebel; die Spitze; die Front; der Vorderrand; Gesicht; vordere Ende
- Vorderseite [die ~] zelfstandig naamwoord
- Giebel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vordere Giebel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spitze [die ~] zelfstandig naamwoord
- Front [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vorderrand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gesicht [das ~] zelfstandig naamwoord
- vordere Ende [das ~] zelfstandig naamwoord
la fachada (vista frontal; frontispicio; vista delantera)
die Vorderansicht; die Front; die Fassade; der Vorderrand
- Vorderansicht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Front [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vorderrand [der ~] zelfstandig naamwoord
la fachada (parte de delante; frente; delantera; frontis; parte delantera; frontispicio)
die Vorseite; die Vorderseite; die Front; Angesicht; die Fassade
- Vorseite [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vorderseite [die ~] zelfstandig naamwoord
- Front [die ~] zelfstandig naamwoord
- Angesicht [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
la fachada (parte de delante; cara; delantera)
die Vorderseite; die Front; vordere Ende; die Fassade
- Vorderseite [die ~] zelfstandig naamwoord
- Front [die ~] zelfstandig naamwoord
- vordere Ende [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
la fachada (apariencia; farsa)
die Fassade; der Anschein
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
- Anschein [der ~] zelfstandig naamwoord
la fachada (subterfugio; brillo; apariencia; pretexto; resplandor; farsa; simulación)
die Vortäuschung; die Vorschützung
- Vortäuschung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vorschützung [die ~] zelfstandig naamwoord
la fachada (línea de combate; frente; delantera; frente de batalla)
die Front; die Vorderseite; die Frontlinie; die Gefechtslinie; die Fassade
- Front [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vorderseite [die ~] zelfstandig naamwoord
- Frontlinie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gefechtslinie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord

fachada [el ~] zelfstandig naamwoord

el fachada (apariencia; pretexto)
der Deckmantel
- Deckmantel [der ~] zelfstandig naamwoord
el fachada (frente)
die Fassade; die Front
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
- Front [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fachada:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Angesicht	delantera; fachada; frente; frontis; frontispicio; parte de delante; parte delantera
Anschein	apariencia; fachada; farsa	farsa
Deckmantel	apariencia; fachada; pretexto	capa; pretexto
Fassade	apariencia; cara; delantera; fachada; farsa; frente; frente de batalla; frontis; frontispicio; línea de combate; parte de delante; parte delantera; pechera; vista delantera; vista frontal	farsa
Freitreppe	fachada; frente; frontis; frontispicio; parte de delante; parte delantera; pechera	escalera de entrada
Front	cara; delantera; fachada; frente; frente de batalla; frontis; frontispicio; línea de combate; parte de delante; parte delantera; vista delantera; vista frontal
Frontlinie	delantera; fachada; frente; frente de batalla; línea de combate
Gefechtslinie	delantera; fachada; frente; frente de batalla; línea de combate
Gesicht	fachada	cara; carita; faz; fisonomia; frontispicio; lara; rostro
Giebel	fachada
Ladenfront	fachada; frente; frontis; frontispicio; parte de delante; parte delantera; pechera	fachada de tienda
Spitze	fachada	aguja de campanario; apogeo; caballete; cairel; cenit; cima; clímax; colmo; cresta; culminación; cumbre; cúspide; delantera; dirección; encaje; flecos; follaje; hora punta; labor de encaje; lado superior; mando; momento culminante; pasamanería; pico; pináculo; pluma de un yelmo; primer lugar; protuberancia; punta; punto culminante; punto más alto; punto álgido; saliente; súmmum; tonsura; tope; topes; trabajo de cinta bordada; trabajo de encaje; ápice
Vorderansicht	fachada; frontispicio; vista delantera; vista frontal	cara de frente
Vordere Giebel	fachada
Vorderrand	fachada; frontispicio; vista delantera; vista frontal	borde delantero
Vorderseite	cara; delantera; fachada; frente; frente de batalla; frontis; frontispicio; línea de combate; parte de delante; parte delantera
Vorschützung	apariencia; brillo; fachada; farsa; pretexto; resplandor; simulación; subterfugio
Vorseite	delantera; fachada; frente; frontis; frontispicio; parte de delante; parte delantera
Vortäuschung	apariencia; brillo; fachada; farsa; pretexto; resplandor; simulación; subterfugio
untere Front	fachada; frente; frontis; frontispicio; parte de delante; parte delantera; pechera
vordere Ende	cara; delantera; fachada; parte de delante

Synoniemen voor "fachada":

frente; frontispicio; portada; exterior
lienzo; muro; pared; muralla; paramento; panel
presencia; porte; figura; apariencia
testera

Wiktionary: fachada

fachada

noun

Vorderansicht eines Gebäudes
- Fassade → fachada

Cross Translation:

From	To	Via
• fachada	→ Fassade	↔ façade — face of a building
• fachada	→ Fassade	↔ voorgevel — gevel aan de voorkant
• fachada	→ Fassade	↔ gevel — buitenmuur van een gebouw
• fachada	→ Fassade	↔ façade — de zichtbare buitenmuur van een gebouw, specifiek die aan de voorkant
• fachada	→ Fassade	↔ façade — (architecture) Un des côtés d’un bâtiment, d’un édifice, lorsqu’il se présente au spectateur.

Verwante vertalingen van fachada

Remove Ads

Vertaal fachada van Spaans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor fachada (Spaans) in het Duits

fachada:

fachada [la ~] zelfstandig naamwoord

la fachada (frente; parte delantera; frontis; pechera; frontispicio; parte de delante)

la fachada

la fachada (vista frontal; frontispicio; vista delantera)

la fachada (parte de delante; frente; delantera; frontis; parte delantera; frontispicio)

la fachada (parte de delante; cara; delantera)

la fachada (apariencia; farsa)

la fachada (subterfugio; brillo; apariencia; pretexto; resplandor; farsa; simulación)

la fachada (línea de combate; frente; delantera; frente de batalla)

fachada [el ~] zelfstandig naamwoord

el fachada (apariencia; pretexto)

el fachada (frente)

Vertaal Matrix voor fachada:

Synoniemen voor "fachada":

Wiktionary: fachada

Verwante vertalingen van fachada