Estuco in het Duits vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

estuco:
- Spachtelmasse; Grundiermasse; Kalk; Putz; Stuck; Gips
estucar:
- verputzen; kalken; stukadoren; bewerfen
Wiktionary:
- estucar → gipsen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor estuco (Spaans) in het Duits

estuco:

estuco [el ~] zelfstandig naamwoord

el estuco (masilla)
die Spachtelmasse; die Grundiermasse
- Spachtelmasse [die ~] zelfstandig naamwoord
- Grundiermasse [die ~] zelfstandig naamwoord
el estuco (calcio; cal; escayola; yeso; emplasto)
der Kalk
- Kalk [der ~] zelfstandig naamwoord
el estuco (escayola; yeso; calcio; emplasto; cal)
der Putz; der Stuck; der Kalk; der Gips
- Putz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stuck [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kalk [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gips [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor estuco:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gips	cal; calcio; emplasto; escayola; estuco; yeso	escayola; forma; molde; vaciado en molde; yeso
Grundiermasse	estuco; masilla
Kalk	cal; calcio; emplasto; escayola; estuco; yeso
Putz	cal; calcio; emplasto; escayola; estuco; yeso	adorno; aliño; atavío
Spachtelmasse	estuco; masilla
Stuck	cal; calcio; emplasto; escayola; estuco; yeso

Verwante woorden van "estuco":

estucos, estuca, estucas

estucar:

estucar werkwoord

estucar (enlucir; enyesar)
verputzen; kalken
- verputzen werkwoord (verputze, verputzt, verputzte, verputztet, verputzt)
- kalken werkwoord (kalke, kalkst, kalkt, kalkte, kalktet, gekalkt)
estucar
stukadoren; verputzen; bewerfen; kalken
- stukadoren werkwoord
- verputzen werkwoord (verputze, verputzt, verputzte, verputztet, verputzt)
- bewerfen werkwoord (bewerfe, bewirfst, bewirft, bewarf, bewarft, beworfen)
- kalken werkwoord (kalke, kalkst, kalkt, kalkte, kalktet, gekalkt)

Conjugations for estucar:

presente

estuco
estucas
estuca
estucamos
estucáis
estucan

imperfecto

estucaba
estucabas
estucaba
estucábamos
estucabais
estucaban

indefinido

estuqué
estucaste
estucó
estucamos
estucasteis
estucaron

fut. de ind.

estucaré
estucarás
estucará
estucaremos
estucaréis
estucarán

condic.

estucaría
estucarías
estucaría
estucaríamos
estucaríais
estucarían

pres. de subj.

que estuque
que estuques
que estuque
que estuquemos
que estuquéis
que estuquen

imp. de subj.

que estucara
que estucaras
que estucara
que estucáramos
que estucarais
que estucaran

miscelánea

¡estuca!
¡estucad!
¡no estuques!
¡no estuquéis!
estucado
estucando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor estucar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bewerfen	estucar
kalken	enlucir; enyesar; estucar	blanquear; encalar; enjalbegar; escribir con mala letra; garabatear; pintarrajear; pintorrear
stukadoren	estucar
verputzen	enlucir; enyesar; estucar

Synoniemen voor "estucar":

enlucir

Wiktionary: estucar

Cross Translation:

From	To	Via
• estucar	→ gipsen	↔ pleisteren — iets met kalkspecie of gips bestrijken

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van estuco