Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Vertaal esplendor

Vertaal esplendor van Spaans naar Duits

Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. esplendor:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor esplendor (Spaans) in het Duits

esplendor:

esplendor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el esplendor (ostentación; adorno; lustre; )
    der Prunk; die Pracht
    • Prunk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Pracht [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. el esplendor (centelleo; chispeo; fulgor; brillo)
    Funkeln; Glänzen
    • Funkeln [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Glänzen [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. el esplendor (espectáculo; demostración; representación; pompa; exhibición)
    äußerliche Vorkommen
  4. el esplendor (brillantez; brillo; destello; resplandor)
    Schimmern; Flimmern; Glänzen; Glitzern; Funkeln
  5. el esplendor (brillo; resplandor)
    der Glanz; Finish; der Schimmer; Glänzen
    • Glanz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Finish [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Schimmer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Glänzen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor esplendor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Finish brillo; esplendor; resplandor acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación
Flimmern brillantez; brillo; destello; esplendor; resplandor brillo; centella; centelleo; chispeo; crepúsculo; destello; fulgor; luz; penumbra; resplandor
Funkeln brillantez; brillo; centelleo; chispeo; destello; esplendor; fulgor; resplandor brillo; centelleo; chispeo; destello; fulgor; luz; murmullo; picazón; resplandor; ruido de fondo; silbido
Glanz brillo; esplendor; resplandor abundancia; espectáculo; grandeza; lujo; magnificencia; plétora; profusión; riqueza; suntuosidad
Glitzern brillantez; brillo; destello; esplendor; resplandor brillo; centella; chispeo; destello; fulgor; luz; resplandor
Glänzen brillantez; brillo; centelleo; chispeo; destello; esplendor; fulgor; resplandor brillar; brillo; chispeo; destello; luz; relucir; resplandor
Pracht adorno; boato; brillantez; brillo; esplendor; fastuosidad; glande; gloria; lustre; ostentación; pompa; resplandor abundancia; belleza; celebración; ceremonia; comitiva; cortejo; desfile; festejo; festividad; formalidad; garabato; grandeza; hermosura; impresionabilidad; lujo; magnificencia; majestad; marcha; multitud; plétora; pompa; pomposidad; preciosidad; procesión; profusión; protocolo; riqueza; solemnidad; suntuosidad; séquito; visita oficial
Prunk adorno; boato; brillantez; brillo; esplendor; fastuosidad; glande; gloria; lustre; ostentación; pompa; resplandor abundancia; frivolidad; grandeza; lujo; magnificencia; pijería; plétora; presunción; profusión; riqueza; soberbia; suntuosidad; vanidad
Schimmer brillo; esplendor; resplandor amagos; asomo; brillo; chispeo; chispitas; destello; gesto; gota; indicación; información; luz; pedacito; pizca; porquito; punta; resplandor; seña; señal; sombra; sugerencia; trocito
Schimmern brillantez; brillo; destello; esplendor; resplandor asomos; centelleo; fulgor; nieblas; resplandor
äußerliche Vorkommen demostración; espectáculo; esplendor; exhibición; pompa; representación

Verwante woorden van "esplendor":

  • esplendores

Synoniemen voor "esplendor":


Wiktionary: esplendor

Cross Translation:
FromToVia
• esplendor → Glamour ↔ glamour — een betoverend uiterlijk, een schone schijn

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van esplendor







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0317 seconde
Page rendered in 1.0 seconds