Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. escatimar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor escatimar (Spaans) in het Duits

escatimar:

escatimar werkwoord

  1. escatimar (regatear; economizar)
    feilschen; zwacken; schachern; knabbern; knausern
    • feilschen werkwoord (feilsche, feilschst, feilscht, feilschte, feilschtet, gefeilscht)
    • zwacken werkwoord (zwacke, zwackst, zwackt, zwackte, zwacktet, gezwackt)
    • schachern werkwoord (schachere, schacherst, schachert, schacherte, schachertet, geschachert)
    • knabbern werkwoord (knabbere, knabberst, knabbert, knabberte, knabbertet, keknabbert)
    • knausern werkwoord (knausere, knauserst, knausert, knauserte, knausertet, geknausert)

Vertaal Matrix voor escatimar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feilschen economizar; escatimar; regatear chalanear; matarse trabajando; negociar; regatear
knabbern economizar; escatimar; regatear comer saboreando lentamente; morder; mordisquear; roer; ronchar
knausern economizar; escatimar; regatear
schachern economizar; escatimar; regatear agarrar; hurgar; pillar
zwacken economizar; escatimar; regatear acuciar; apretar; arrancar; carecer de; echar en falta de; matarse trabajando; pellizcar; picotear; sacar; tener en falta de; tener escasez de

Synoniemen voor "escatimar":


Wiktionary: escatimar

escatimar
verb
  1. Geld für die spätere Verwendung ansammeln

Cross Translation:
FromToVia
escatimar markten; feilschen haggle — to argue for a better deal
escatimar sparen sparen — geld niet uitgeven