Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. encochetar:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor encochetar (Spaans) in het Duits

encochetar:

encochetar werkwoord

  1. encochetar (enganchar; abrochar; acoplar)
    ankoppeln; ankuppeln; anhängen; kuppeln; haken; koppeln; anhaken
    • ankoppeln werkwoord (koppele an, koppelst an, koppelt an, koppelte an, koppeltet an, angekoppelt)
    • ankuppeln werkwoord
    • anhängen werkwoord (hänge an, hängst an, hängt an, hängte an, hängtet an, angehängt)
    • kuppeln werkwoord (kuppele, kuppelst, kuppelt, kuppelte, kuppeltet, gekuppelt)
    • haken werkwoord (hake, hakst, hakt, hakte, haktet, gehakt)
    • koppeln werkwoord (koppele, koppelst, koppelt, koppelte, koppeltet, gekoppelt)
    • anhaken werkwoord (hake an, hakst an, hakt an, hakte an, haktet an, angehakt)

Vertaal Matrix voor encochetar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anhaken enganche
anhängen enganche
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anhaken abrochar; acoplar; encochetar; enganchar
anhängen abrochar; acoplar; encochetar; enganchar enganchar; insistir en
ankoppeln abrochar; acoplar; encochetar; enganchar enganchar
ankuppeln abrochar; acoplar; encochetar; enganchar enganchar
haken abrochar; acoplar; encochetar; enganchar agarrar; ahorcar; anhelar; ansiar; colgar; colgarse; enganchar; enganchar en; enlazar; hacer ganchillo
koppeln abrochar; acoplar; encochetar; enganchar acoplar; agrupar; agruparse; combinar; conglomerar; empalmar; emparejar; ensamblar; montar; unir
kuppeln abrochar; acoplar; encochetar; enganchar acoplar; conglomerar; empalmar; ensamblar; montar; unir