Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
destinar:
- setzen; legen; einstellen; hinstellen; stellen; aufstellen; installieren; unterbringen; anbringen; herstellen; abstellen; hinlegen; einräumen; ablegen; beisetzen; stationieren; einordnen; einrücken; gruppieren; abstreifen; austreiben; beherbergen; akkomodieren; jemandem Unterkunft bieten; einquartieren; ausfindig machen; lokalisieren; einrichten; errichten; einsetzen; aufbauen; bauen; festlegen; erbauen; losziehen; aufmachen; ausfädeln; aushecken; auflösen; treiben; lockern; ausholen; andrehen; losmachen; loskoppeln; lösen; abhängen; abtrennen; loslösen; ausmisten; auftrennen; abkoppeln; loshaken; aufknoten; stecken; vergeben; verlegen; schalten; fügen; brühen; betten; einteilen; einweisen; schlingen; laichen; unteraus legen; plazieren; postieren; deponieren; einfügen; einschließen; einlegen
- Entsenden
-
Wiktionary:
- destinar → vorsehen, bestimmen, assignieren, ausersehen, festsetzen, vorausbestimmen, vorherbestimmen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor destinar (Spaans) in het Duits
destinar:
-
destinar (depositar; poner; situar; deponer; mover; estacionar; publicar; derribar; depositar sobre)
setzen; legen; einstellen; hinstellen; stellen; aufstellen; installieren; unterbringen; anbringen; herstellen; abstellen; hinlegen; einräumen; ablegen; beisetzen; stationieren; einordnen; einrücken; gruppieren; abstreifen; austreiben-
installieren werkwoord (installiere, installierst, installiert, installierte, installiertet, installiert)
-
stationieren werkwoord (stationiere, stationierst, stationiert, stationierte, stationiertet, stationiert)
-
destinar (hospedarse; alojarse; habitar; apartar; hospedar; estacionar; vivir en casa de una persona; dar alojamiento; clasificar)
unterbringen; beherbergen; akkomodieren; jemandem Unterkunft bieten; einquartieren-
akkomodieren werkwoord (akkomodiere, akkomodierst, akkomodiert, akkomodierte, akkomodiertet, akkomodiert)
-
jemandem Unterkunft bieten werkwoord
-
einquartieren werkwoord (quartiere ein, quartierst ein, quartiert ein, quartierte ein, quartiertet ein, einquartiert)
-
destinar (colocar; ubicar; situar; poner; fijar; establecer; determinar; localizar)
ausfindig machen; lokalisieren-
ausfindig machen werkwoord (mache ausfindig, machst ausfindig, macht ausfindig, machte ausfindig, machtet ausfindig, ausfindig gemacht)
-
lokalisieren werkwoord (lokalisiere, lokalisierst, lokalisiert, lokalisierte, lokalisiertet, lokalisiert)
-
-
destinar (arreglar; montar; establecer; instalar; constituir; colocar; comenzar; colocarse; estructurar; construir; concebir; estacionar)
einrichten; installieren; errichten; einsetzen; aufstellen; aufbauen; bauen; festlegen; erbauen-
einrichten werkwoord (richte ein, richtest ein, richtet ein, richtete ein, richtetet ein, eingerichtet)
-
installieren werkwoord (installiere, installierst, installiert, installierte, installiertet, installiert)
-
-
destinar (abrir; desanudar; hacer; extraer; desconectar; sacar; despertar; quitarse; desnudarse; limpiar a fondo; asignar; descolgar; censurar; estirar el pie; despojarse de; lograr desprender; dejar; salir; arrancar; abandonar; soltar; relajar; separar; desprenderse; apartar; vaciar; deshacer; estirar; desatar; resumir; reprochar; criticar; retirarse; desabrochar; desvincular; soltarse; descoser; desentenderse; mullir; salir de; desenganchar; tirar de; lograr desanudar; estirar el brazo; lograr desabrochar; sacar el estiércol)
losziehen; aufmachen; ausfädeln; aushecken; auflösen; treiben; lockern; ausholen; andrehen; losmachen; loskoppeln; lösen; abhängen; abtrennen; loslösen; ausmisten; auftrennen; abkoppeln; loshaken; aufknoten-
loskoppeln werkwoord (koppele los, koppelst los, koppelt los, koppelte los, koppeltet los, losgekoppelt)
-
destinar (colocar; ubicar; tender; jugar; pagar; encajar; situar; hacer; poner; invertir; mover; tumbar; reducir; componer; derribar; publicar; colocarse; engarzar; hacer arreglos musicales; depositar sobre)
stecken; legen; vergeben; einstellen; abstellen; verlegen; stellen; setzen; schalten; aufstellen; ablegen; einräumen; fügen; brühen; betten; anbringen; einteilen; einordnen; einweisen; hinlegen; schlingen; hinstellen; unterbringen; installieren; laichen; einrücken; stationieren; gruppieren; unteraus legen-
installieren werkwoord (installiere, installierst, installiert, installierte, installiertet, installiert)
-
stationieren werkwoord (stationiere, stationierst, stationiert, stationierte, stationiertet, stationiert)
-
unteraus legen werkwoord
-
destinar (ubicar; aparcar; instalar; colocar; componer; colocarse; estar echado; meter; estacionar)
plazieren; stellen; postieren; einsetzen; aufstellen; installieren; deponieren-
plazieren werkwoord
-
installieren werkwoord (installiere, installierst, installiert, installierte, installiertet, installiert)
-
-
destinar (colocarse; insertar; poner; imponer; conservar; depositar; interponer; meter entre)
einfügen; einschließen; fügen; einlegen-
einschließen werkwoord (schließe ein, schließest ein, schließt ein, schloß ein, schloßet ein, eingeschlossen)
Conjugations for destinar:
presente
- destino
- destinas
- destina
- destinamos
- destináis
- destinan
imperfecto
- destinaba
- destinabas
- destinaba
- destinábamos
- destinabais
- destinaban
indefinido
- destiné
- destinaste
- destinó
- destinamos
- destinasteis
- destinaron
fut. de ind.
- destinaré
- destinarás
- destinará
- destinaremos
- destinaréis
- destinarán
condic.
- destinaría
- destinarías
- destinaría
- destinaríamos
- destinaríais
- destinarían
pres. de subj.
- que destine
- que destines
- que destine
- que destinemos
- que destinéis
- que destinen
imp. de subj.
- que destinara
- que destinaras
- que destinara
- que destináramos
- que destinarais
- que destinaran
miscelánea
- ¡destina!
- ¡destinad!
- ¡no destines!
- ¡no destinéis!
- destinado
- destinando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
-
el destinar (destacar)
Vertaal Matrix voor destinar:
Synoniemen voor "destinar":
Wiktionary: destinar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• destinar | → vorsehen; bestimmen | ↔ slate — destine |
• destinar | → assignieren | ↔ allouer — Assigner, affecter, une chose à quelqu'un ou à une autre chose |
• destinar | → ausersehen; bestimmen; festsetzen; vorausbestimmen; vorherbestimmen | ↔ destiner — Traductions à trier suivant le sens |
Computer vertaling door derden: