Delitos in het Duits vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

delitos:
- Ausschreitungen; Vergreifen; Verstössen
delito:
- Missetat; Freveltat; Verbrechen; Frevel; Übertretung; Verletzung; Zuwiderhandlung; Ausschreitung; Entfremdung; Gesetzesübertretung; Einbruch; Greueltat; Untat; schlechteFührung; Vergehen; Delikt; schlechteBenehmen; Vertragsverletzung
Wiktionary:
- delito → Vergehen, Straftat, Delikt
- delito → Verbrechen, Schwerverbrechen, Schwerstverbrechen, Kapitalverbrechen, Straftat, Verletzung, Übertretung

Spaans

Uitgebreide vertaling voor delitos (Spaans) in het Duits

delitos:

delitos [el ~] zelfstandig naamwoord

el delitos (contravenciones; infracciones)
die Ausschreitungen; die Vergreifen; die Verstössen
- Ausschreitungen [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vergreifen [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verstössen [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor delitos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ausschreitungen	contravenciones; delitos; infracciones	desórdenes; excesos; irregularidades
Vergreifen	contravenciones; delitos; infracciones
Verstössen	contravenciones; delitos; infracciones

Verwante woorden van "delitos":

delito

delito:

delito [el ~] zelfstandig naamwoord

el delito (crimen; infracción; acto de violencia)
die Missetat; die Freveltat; Verbrechen; der Frevel
- Missetat [die ~] zelfstandig naamwoord
- Freveltat [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verbrechen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Frevel [der ~] zelfstandig naamwoord
el delito (falta; infracción; contravención; abuso; infracciones; contravenciones)
die Übertretung; die Verletzung; die Freveltat; die Zuwiderhandlung; die Ausschreitung; die Entfremdung; die Gesetzesübertretung
- Übertretung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verletzung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Freveltat [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zuwiderhandlung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausschreitung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Entfremdung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gesetzesübertretung [die ~] zelfstandig naamwoord
el delito (infracción; violación; falta; violación del tratado)
der Einbruch
- Einbruch [der ~] zelfstandig naamwoord
el delito (atrocidad; crimen; desmán; abominación)
die Greueltat; die Untat
- Greueltat [die ~] zelfstandig naamwoord
- Untat [die ~] zelfstandig naamwoord
el delito (mala conducta; mal comportamiento; crimen)
die schlechteFührung; Vergehen; Verbrechen; Delikt; die Freveltat; schlechteBenehmen
- schlechteFührung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vergehen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Verbrechen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Delikt [das ~] zelfstandig naamwoord
- Freveltat [die ~] zelfstandig naamwoord
- schlechteBenehmen [das ~] zelfstandig naamwoord
el delito (violación del tratado; falta; infracción; violación)
die Vertragsverletzung
- Vertragsverletzung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor delito:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ausschreitung	abuso; contravenciones; contravención; delito; falta; infracciones; infracción	abuso; desenfreno; desmán; disturbio; exceso; excrecencia; extravagancia; irregularidad; protuberancia
Delikt	crimen; delito; mal comportamiento; mala conducta
Einbruch	delito; falta; infracción; violación; violación del tratado	aplanamiento; bache; baja; bajón; caída; colapso; crac; crisis; derrumbamiento; derrumbe; desmoronamiento; desplome; driza; efracción; escalamiento; escalo; fracaso; fractura; hundimiento; inclinación; recaída; recesión; robo; ruina; trampa
Entfremdung	abuso; contravenciones; contravención; delito; falta; infracciones; infracción	alejamiento; alienación; apartamiento; distanciamiento; eliminación; enajenación; extirpación; hurto; robo; substracción
Frevel	acto de violencia; crimen; delito; infracción
Freveltat	abuso; acto de violencia; contravenciones; contravención; crimen; delito; falta; infracciones; infracción; mal comportamiento; mala conducta
Gesetzesübertretung	abuso; contravenciones; contravención; delito; falta; infracciones; infracción
Greueltat	abominación; atrocidad; crimen; delito; desmán
Missetat	acto de violencia; crimen; delito; infracción	crimen; mal comportamiento; mala conducta
Untat	abominación; atrocidad; crimen; delito; desmán
Verbrechen	acto de violencia; crimen; delito; infracción; mal comportamiento; mala conducta	Crimen
Vergehen	crimen; delito; mal comportamiento; mala conducta
Verletzung	abuso; contravenciones; contravención; delito; falta; infracciones; infracción	contusíon; herida; heridas; injuria; insulto; lesiones; lesión; machucado; ofensa; queja
Vertragsverletzung	delito; falta; infracción; violación; violación del tratado
Zuwiderhandlung	abuso; contravenciones; contravención; delito; falta; infracciones; infracción
schlechteBenehmen	crimen; delito; mal comportamiento; mala conducta
schlechteFührung	crimen; delito; mal comportamiento; mala conducta
Übertretung	abuso; contravenciones; contravención; delito; falta; infracciones; infracción

Verwante woorden van "delito":

delitos

Synoniemen voor "delito":

culpa; tropiezo; yerro; error; falta; fallo; infracción; desliz; pecado; incumplimiento; omisión

Wiktionary: delito

delito

noun

eine Handlung, die gegen die Moral oder gegen das Gesetz verstößt
- Vergehen → delito; contravención
Recht: Tat, die juristisch mit Strafe belegt ist, ungesetzliche Handlung, gesetzwidrige Handlung, kriminelle Handlung
- Straftat → crimen; delito
Verstoß gegen geltendes Recht
- Delikt → delito

Cross Translation:

From	To	Via
• delito	→ Verbrechen	↔ crime — act violating the law
• delito	→ Verbrechen; Schwerverbrechen; Schwerstverbrechen; Kapitalverbrechen	↔ felony — A serious criminal offense
• delito	→ Verbrechen; Straftat	↔ misdrijf — een misdaad of delict
• delito	→ Verletzung; Übertretung	↔ délit — Toute infraction, consciente ou non, aux lois.

Remove Ads

Vertaal delitos van Spaans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor delitos (Spaans) in het Duits

delitos:

delitos [el ~] zelfstandig naamwoord

el delitos (contravenciones; infracciones)

Vertaal Matrix voor delitos:

Verwante woorden van "delitos":

delito:

delito [el ~] zelfstandig naamwoord

el delito (crimen; infracción; acto de violencia)

el delito (falta; infracción; contravención; abuso; infracciones; contravenciones)

el delito (infracción; violación; falta; violación del tratado)

el delito (atrocidad; crimen; desmán; abominación)

el delito (mala conducta; mal comportamiento; crimen)

el delito (violación del tratado; falta; infracción; violación)

Vertaal Matrix voor delito:

Verwante woorden van "delito":

Synoniemen voor "delito":

Wiktionary: delito