Spaans
Uitgebreide vertaling voor dañado (Spaans) in het Duits
dañado:
-
dañado (averiado; a pedazos)
beschädigt; kaputt; defekt; ramponiert; angeschlagen; kaputtgebrochen; schadhaft; zerrissen; zerbrochen; gebrochen; durchgebrochen; entzwei-
beschädigt bijvoeglijk naamwoord
-
kaputt bijvoeglijk naamwoord
-
defekt bijvoeglijk naamwoord
-
ramponiert bijvoeglijk naamwoord
-
angeschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
kaputtgebrochen bijvoeglijk naamwoord
-
schadhaft bijvoeglijk naamwoord
-
zerrissen bijvoeglijk naamwoord
-
zerbrochen bijvoeglijk naamwoord
-
gebrochen bijvoeglijk naamwoord
-
durchgebrochen bijvoeglijk naamwoord
-
entzwei bijvoeglijk naamwoord
-
-
dañado (estropeado; desfigurado)
geschunden; schadhaft; angeschlagen; beschädigt; ramponiert; havariert-
geschunden bijvoeglijk naamwoord
-
schadhaft bijvoeglijk naamwoord
-
angeschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
beschädigt bijvoeglijk naamwoord
-
ramponiert bijvoeglijk naamwoord
-
havariert bijvoeglijk naamwoord
-
-
dañado (rasgado; roto; hecho añicos; rajado; a pedazos; fracturado; reventado; hecho trizas)
zerrissen; gerissen; eingerissen-
zerrissen bijvoeglijk naamwoord
-
gerissen bijvoeglijk naamwoord
-
eingerissen bijvoeglijk naamwoord
-
-
dañado (herido; hecho jirones; violado; estropeado)
verwundet; angeschlagen; havariert; beschädigt; ramponiert-
verwundet bijvoeglijk naamwoord
-
angeschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
havariert bijvoeglijk naamwoord
-
beschädigt bijvoeglijk naamwoord
-
ramponiert bijvoeglijk naamwoord
-
-
dañado (apolillado; maltrecho; estropeado; averiado; deteriorado; violado; malparado; hecho jirones; comido por polillas)
pockennarbig-
pockennarbig bijvoeglijk naamwoord
-
-
dañado (hecho trizas; destrozado; arruinado; estropeado; a pedazos)
-
dañado
beschädigt-
beschädigt bijvoeglijk naamwoord
-