Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Vertaal cuidará

Vertaal cuidará van Spaans naar Duits

Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. cuidar:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cuidará (Spaans) in het Duits

cuidar:

cuidar werkwoord

  1. cuidar (encargarse; ocuparse; atender)
    sich kümmern; sorgen für; sorgen; verlassen; bewirken
    • sich kümmern werkwoord
    • sorgen für werkwoord
    • sorgen werkwoord (sorge, sorgst, sorgt, sorgte, sorgtet, gesorgt)
    • verlassen werkwoord (verlasse, verläßt, verließ, verließt, verlassen)
    • bewirken werkwoord (bewirke, bewirkst, bewirkt, bewirkte, bewirktet, bewirkt)
  2. cuidar (encargarse)
    sorgen; zu etwas führen; versorgen
    • sorgen werkwoord (sorge, sorgst, sorgt, sorgte, sorgtet, gesorgt)
    • zu etwas führen werkwoord
    • versorgen werkwoord (versorge, versorgst, versorgt, versorgte, versorgtet, versorgt)
  3. cuidar
    versorgen; Sorge tragen für jemanden; pflegen
  4. cuidar (cuidar de; atender; ocuparse de; atender a; ocuparse)
    versorgen; für etwas sorgen; sorgen; pflegen; verpflegen
    • versorgen werkwoord (versorge, versorgst, versorgt, versorgte, versorgtet, versorgt)
    • für etwas sorgen werkwoord
    • sorgen werkwoord (sorge, sorgst, sorgt, sorgte, sorgtet, gesorgt)
    • pflegen werkwoord (pflege, pflegst, pflegt, pflegte, pflegtet, gepflegt)
    • verpflegen werkwoord (verpflege, verpflegst, verpflegt, verpflegte, verpflegtet, verpflegt)

Conjugations for cuidar:

presente
  1. cuido
  2. cuidas
  3. cuida
  4. cuidamos
  5. cuidáis
  6. cuidan
imperfecto
  1. cuidaba
  2. cuidabas
  3. cuidaba
  4. cuidábamos
  5. cuidabais
  6. cuidaban
indefinido
  1. cuidé
  2. cuidaste
  3. cuidó
  4. cuidamos
  5. cuidasteis
  6. cuidaron
fut. de ind.
  1. cuidaré
  2. cuidarás
  3. cuidará
  4. cuidaremos
  5. cuidaréis
  6. cuidarán
condic.
  1. cuidaría
  2. cuidarías
  3. cuidaría
  4. cuidaríamos
  5. cuidaríais
  6. cuidarían
pres. de subj.
  1. que cuide
  2. que cuides
  3. que cuide
  4. que cuidemos
  5. que cuidéis
  6. que cuiden
imp. de subj.
  1. que cuidara
  2. que cuidaras
  3. que cuidara
  4. que cuidáramos
  5. que cuidarais
  6. que cuidaran
miscelánea
  1. ¡cuida!
  2. ¡cuidad!
  3. ¡no cuides!
  4. ¡no cuidéis!
  5. cuidado
  6. cuidando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor cuidar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sorge tragen für jemanden cuidar
bewirken atender; cuidar; encargarse; ocuparse armar; causar; componer; confeccionar; efectuar; ejecutar; ocasionar; provocar; realizar
für etwas sorgen atender; atender a; cuidar; cuidar de; ocuparse; ocuparse de
pflegen atender; atender a; cuidar; cuidar de; ocuparse; ocuparse de asistir; atender; cometer; hacer algo accidentalmente; perpetrar; preocuparse
sich kümmern atender; cuidar; encargarse; ocuparse
sorgen atender; atender a; cuidar; cuidar de; encargarse; ocuparse; ocuparse de angustiar; atemorizar; darse miedo; estar preocupado; preocuparse
sorgen für atender; cuidar; encargarse; ocuparse
verlassen atender; cuidar; encargarse; ocuparse abandonar; dejar; dejar plantado a alguien; irse; largarse; marcharse; partir; salir
verpflegen atender; atender a; cuidar; cuidar de; ocuparse; ocuparse de asistir; atender; cazar; dar de comer a; nutrir; preocuparse
versorgen atender; atender a; cuidar; cuidar de; encargarse; ocuparse; ocuparse de apoyar financieramente; asistir; asistir de; atender; atender a; echar a perder por preocupaciones; elaborar; labrar; mantener; preocuparse; tratar
zu etwas führen cuidar; encargarse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verlassen abandonado; aislado; desierto; extinguido; separado; solamente; solitario; solo; sólo

Synoniemen voor "cuidar":


Wiktionary: cuidar

cuidar
  1. zum Zweck der Erhaltung bzw. Verbesserung eines Zustandes behandeln
  2. über etwas verfügen
verb
  1. (transitiv), Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen
  2. (transitiv) dafür sorgen, dass jemand die nötige Pflege bekommt
Cross Translation:
FromToVia
• cuidar → kümmern; pflegen ↔ care — to look after
• cuidar → kümmern; sorgen ↔ take care — to be in charge of something
• cuidar → sich kümmern um ↔ take care of — deal with
• cuidar → versorgen ↔ verzorgen — (overgankelijk) erop toezien dat een persoon of een dier het nodige verkrijgt
• cuidar → pflegen ↔ verplegen — een zieke verzorgen
• cuidar → versorgen; behandeln; heilen; kurieren; pflegen; warten ↔ soigner — avoir soin de quelqu’un ou de quelque chose.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0383 seconde
Page rendered in 1.0 seconds