Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. costura:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor costura (Spaans) in het Duits

costura:

costura [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la costura (junta; ranura; juntura; intersticio; soldadura)
    die Naht; die Fuge; die Schweißnaht; der Spalt
    • Naht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fuge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schweißnaht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Spalt [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor costura:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fuge costura; intersticio; junta; juntura; ranura; soldadura avivador; culisa; fuga; guía; ranura
Naht costura; intersticio; junta; juntura; ranura; soldadura
Schweißnaht costura; intersticio; junta; juntura; ranura; soldadura juntas soldadas; soldadura; soldaduras
Spalt costura; intersticio; junta; juntura; ranura; soldadura alejamiento; avivador; barranco; canal; culisa; descosido; distancia; garganta; grieta; guía; hendidura; intersticio; precipicio; quebrada; ranura; rendija; resquicio; surco; zanja

Verwante woorden van "costura":

  • costuras

Synoniemen voor "costura":


Wiktionary: costura

costura
noun
  1. Linie, wo sich zwei durch Nähen verbundene Stoffe berühren

Cross Translation:
FromToVia
costura Saum; Naht seam — folded back and stitched piece of fabric

Verwante vertalingen van costura