Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. cocina:
  2. cocinar:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cocina (Spaans) in het Duits

cocina:

cocina [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cocina
    die Küche
    • Küche [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. la cocina
    die Anrichte; die Spüle
    • Anrichte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Spüle [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. la cocina (hogar; horno)
    die Kochplatte; der Herd; der Kochherd; die Heizungsanlage; die Feuerungsanlage
  4. la cocina (hornillo)
    Kochgerät; die Kochplatte

Vertaal Matrix voor cocina:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anrichte cocina aparador; bufet; bufete; buffet
Feuerungsanlage cocina; hogar; horno hogar
Heizungsanlage cocina; hogar; horno
Herd cocina; hogar; horno chimenea; cocinilla; estufa; estufita; foco; foco del incendio; fogón; hogar; llama de alcohol; maquinilla de alcohol; mechero de alcohol
Kochgerät cocina; hornillo aparato para cocinar
Kochherd cocina; hogar; horno cocinilla; fogón; hogar; llama de alcohol; maquinilla de alcohol; mechero de alcohol
Kochplatte cocina; hogar; hornillo; horno cocinilla; llama de alcohol; maquinilla de alcohol; mechero de alcohol
Küche cocina
Spüle cocina

Synoniemen voor "cocina":


Wiktionary: cocina

cocina
noun
  1. der Bereich oder Raum in Wohnungen, Bürogebäuden, Unterkunft, in dem gekocht wird; Inventar sind typischerweise Herd, Spüle und Kühlschrank
  2. mit Elektrizität oder Gas betriebenes Gerät, auf dem Speisen gekocht werden können
  3. großes Haushaltsgerät, in dem starke Hitze erzeugen wird, um Essen zu erhitzen

Cross Translation:
FromToVia
cocina Küche cuisine — characteristic style of preparing food
cocina Küche kitchen — room
cocina Ofen stove — heater
cocina Herd; Kochherd stove — device for heating food
cocina Herd kookfornuiskooktoestel, een combinatie kookplaat en oven
cocina Herd fornuis — kookkunst|nld kooktoestel, een combinatie kookplaat en oven
cocina Küche cuisine — Endroit où l’on fait cuire les aliments
cocina Kochen; Küche cuisine — Art d’apprêter les mets, les aliments

cocinar:

cocinar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cocinar (preparación del comer)
    Kochen
    • Kochen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cocinar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kochen cocinar; preparación del comer guisoteo; hervir; hervor

Synoniemen voor "cocinar":


Wiktionary: cocinar

cocinar
Cross Translation:
FromToVia
cocinar kochen; garen cook — prepare (food) for eating
cocinar kochen cook — prepare food
cocinar garen; kochen cook — become ready for eating
cocinar kochen; backen cuisiner — Préparer à manger

Verwante vertalingen van cocina