Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Vertaal bulto

Vertaal bulto van Spaans naar Duits

Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bulto:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor bulto (Spaans) in het Duits

bulto:

bulto [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bulto (joroba; chichón; chepa; )
    der Buckel; der Höcker
    • Buckel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Höcker [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. el bulto (tumor; crecimiento; bollo; )
    der Tumor; der Knoten; die Geschwulst
    • Tumor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Knoten [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Geschwulst [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. el bulto (roncha)
    die Beule; der Buckel; die Blase; die Geschwulst
    • Beule [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Buckel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Blase [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Geschwulst [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. el bulto (fardo; paquete)
    Paket; Bund; Bündel
    • Paket [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bund [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bündel [das ~] zelfstandig naamwoord
  5. el bulto (paquete)
    Päckchen; Stück; Bund; Paket; Kästchen; Kostüm; Bündel; Postpaket
    • Päckchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Stück [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bund [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Paket [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kästchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kostüm [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bündel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Postpaket [das ~] zelfstandig naamwoord
  6. el bulto (mochila; traje; barjuleta; )
    der Rucksack
    • Rucksack [der ~] zelfstandig naamwoord
  7. el bulto (protuberancia)
    der Wulst; die Ausstülpung
  8. el bulto (abultado; nivel; pedazo; )
    die Quetschung; die Quetschwunde
  9. el bulto (nudo; hinchazón; bollo; brocha; borla)
    der Knorren
    • Knorren [der ~] zelfstandig naamwoord
  10. el bulto (desigualdad)
    Holpern
    • Holpern [das ~] zelfstandig naamwoord
  11. el bulto (hinchazón; bollo; punto hinchado)
    die Beule; der Höcker; der Wulst; die Schwellung
    • Beule [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Höcker [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wulst [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schwellung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bulto:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausstülpung bulto; protuberancia
Beule bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado; roncha abolladura; bollo; hinchamiento; hinchazón; hondón
Blase bulto; roncha ampolla; vejiga; vesícula
Buckel bulto; chepa; cheposo; chichón; chipojo; desigualdad; joroba; jorobado; roncha bollos; bultos
Bund bulto; fardo; paquete acuerdo; agrupación; alianza; asociación; banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; coalición; cofradía; compañía; compresión; compromiso; confederación; congregación; cooperación; cooperativa; edición; empuje; encuadernación; enlace; ensamblaje; era; federación; franja; fraternidad; gavilla; gremio; hermandad; intensidad del sonido; intensidad sonora; interdepencia; interrelación; juntura; lazo; liga; negociación; neumático; pacto; paquete; parte; porción; presión; raya; relación; reunión; sociedad; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; tratado; unión; volumen; volumen del sonido; vínculo
Bündel bulto; fardo; paquete fajo; fardo; gavilla; gavillas; lío; paquete
Geschwulst agrandamiento; ampliación; aumento; bollo; bulto; crecimiento; roncha; tumor lipoma
Holpern bulto; desigualdad
Höcker bollo; bulto; chepa; cheposo; chichón; chipojo; desigualdad; hinchazón; joroba; jorobado; punto hinchado
Knorren bollo; borla; brocha; bulto; hinchazón; nudo bufón
Knoten agrandamiento; ampliación; aumento; bollo; bulto; crecimiento; tumor entorchado; madeja; madejita; maraña; mechón; moño; nodo; ovillo; puñado; recolección; turbante
Kostüm bulto; paquete paquete; terno; traje; uniforme; vestido sastre
Kästchen bulto; paquete alacena; armariete; armario; arqueta; cajita; paquete
Paket bulto; fardo; paquete paquete; paquete postal
Postpaket bulto; paquete paquete; paquete postal
Päckchen bulto; paquete cajita; paquete; paquete postal
Quetschung abultado; bulto; contusión; hinchazón; nivel; nobleza; pedazo; roncha
Quetschwunde abultado; bulto; contusión; hinchazón; nivel; nobleza; pedazo; roncha
Rucksack alforja; barjuleta; bulto; burjaca; embalaje; fajo; fardo; mazo; mochila; morral; petate; traje barjuleta; burjaca; morral
Schwellung bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado colina ligeramente inclinada; espesamiento; hinchamiento; hinchazón
Stück bulto; paquete acción; boleto; bono; componente fundamental; comprobante; contingente; corte de tela; cuota; cupón; documento; elemento básico; espectáculo; estatura; fracción; fractura; fragmento; grumo; lote; obra de teatro; parte; participación; pedazo; pieza; porción; quebrado; quebradura; ración; repuesto; rotura; ruptura; sección; segmento; tarjeta de descuento; tela; terrón; terrón de azúcar; tragedia; trocito; trozo; vale; zuequito
Tumor agrandamiento; ampliación; aumento; bollo; bulto; crecimiento; tumor
Wulst bollo; bulto; hinchazón; protuberancia; punto hinchado

Synoniemen voor "bulto":


Wiktionary: bulto

Cross Translation:
FromToVia
• bulto → Delle; Beule; Ausbuchtung; Wölbung ↔ bulge — Something sticking out

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van bulto







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0494 seconde
Page rendered in 1.0 seconds