Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor bizcocho (Spaans) in het Duits

bizcocho:

bizcocho [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bizcocho (galleta; pastel)
    der Kuchen; Biskuit; der Keks; Gebäck; der Zwieback
    • Kuchen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Biskuit [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Keks [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebäck [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Zwieback [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. el bizcocho
    der Kuchen; der Topfkuchen; der Napfkuchen; der Gugelhupf
  3. el bizcocho (galleta)
    der Zwieback
    • Zwieback [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. el bizcocho (galleta)
    Biskuit; der Kuchen; der Keks; Gebäck
    • Biskuit [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kuchen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Keks [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebäck [das ~] zelfstandig naamwoord
  5. el bizcocho (turbante)
    Kopftuch; der Turban
    • Kopftuch [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Turban [der ~] zelfstandig naamwoord
  6. el bizcocho (agalla)
    der Schiffszwieback

Vertaal Matrix voor bizcocho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Biskuit bizcocho; galleta; pastel
Gebäck bizcocho; galleta; pastel dulces; pastel; pasteles; pastelillo; repostería; tarta; tartita
Gugelhupf bizcocho bizcocho redondo
Keks bizcocho; galleta; pastel
Kopftuch bizcocho; turbante bufanda; chal; pañuelo de cabeza; pañuelo para el pelo; toquilla
Kuchen bizcocho; galleta; pastel bizcochos; dulces; pastel; pasteles; pastelillo; repostería; tarta; tartita; torta; vieja
Napfkuchen bizcocho bizcocho redondo
Schiffszwieback agalla; bizcocho
Topfkuchen bizcocho
Turban bizcocho; turbante
Zwieback bizcocho; galleta; pastel

Verwante woorden van "bizcocho":


Synoniemen voor "bizcocho":


Wiktionary: bizcocho

bizcocho
noun
  1. süßes Brot, das zunächst einmal gebacken (Einback), dann in Scheiben geschnitten und zum zweiten Mal gebacken (geröstet) wird, bis es trocken und knusprig ist; haltbare, knusprige Brotscheibe, heute meistens als leicht verdauliche Brotscheiben für Kinder und Kranke, z. B. als Zwiebackbrei

Cross Translation:
FromToVia
bizcocho Kuchen cake — a sweet dessert
bizcocho Zwieback rusk — light, soft bread, often toasted or crisped in an oven
bizcocho Biskuit; Biskuitkuchen sponge cake — type of cake
bizcocho Zwieback; Keks; Plätzchen; Kuchen koek — voeding|nld een baksel uit de oven met als belangrijkste ingrediënt deeg. Er zijn veel varianten, bijvoorbeeld met chocola, rozijnen of glazuur
bizcocho Zwieback biscottetranche de pain sécher au four.

Verwante vertalingen van bizcocho