Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Vertaal autónomo

Vertaal autónomo van Spaans naar Duits

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

autónomo:
- selbständig; eigenmächtig; eigensinnig; autonom; souverän
- Unternehmer; selbständige Unternehmer; Händler; Handelsmann; Selbständige
Wiktionary:
- autónomo → autonom, unabhängig
- autónomo → autonom, eigenständig, selbstständig

Spaans

Uitgebreide vertaling voor autónomo (Spaans) in het Duits

autónomo:

autónomo bijvoeglijk naamwoord

autónomo (independiente; emancipado)
selbständig; eigenmächtig; eigensinnig
- selbständig bijvoeglijk naamwoord
- eigenmächtig bijvoeglijk naamwoord
- eigensinnig bijvoeglijk naamwoord
autónomo
autonom
- autonom bijvoeglijk naamwoord
autónomo (soberano; independiente)
souverän
- souverän bijvoeglijk naamwoord

autónomo [el ~] zelfstandig naamwoord

el autónomo (empresario independiente)
der Unternehmer; der selbständige Unternehmer; der Händler; der Handelsmann
- Unternehmer [der ~] zelfstandig naamwoord
- selbständige Unternehmer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Händler [der ~] zelfstandig naamwoord
- Handelsmann [der ~] zelfstandig naamwoord
el autónomo (independiente; emancipado)
die Selbständige
- Selbständige [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor autónomo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Handelsmann	autónomo; empresario independiente	comerciante; empresario; hombre de negocios; vendedor ambulante
Händler	autónomo; empresario independiente	buhonero; comerciante; empresario; feriante; hombre de negocios; proveedor; vendedor ambulante
Selbständige	autónomo; emancipado; independiente	independientes
Unternehmer	autónomo; empresario independiente	comerciante; empresario; explotador; hombre de negocios
selbständige Unternehmer	autónomo; empresario independiente
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autonom	autónomo
eigenmächtig	autónomo; emancipado; independiente	arbitrario
eigensinnig	autónomo; emancipado; independiente	adusto; arisco; austero; cabezudo; cabezón; caprichoso; cerrado; contumaz; desabrido; duro; empecinado; empeñado; empeño; fijo; firme; hermético; hirsuto; hosco; impenetrable; implacable; indócil; inexorable; inflexible; ingobernable; inmanejable; intransigente; intratable; irreconciliable; no dispuesto a; obstinado; pedante; persistente; pertinaz; porfiado; reacio a; rebelde; recalcitrante; recio; refractario; rígido; sedicioso; taciturno; tedioso; tenaz; terco; tesonero; testarudo; tieso; tozudo; áspero
selbständig	autónomo; emancipado; independiente	de por sí; soltero
souverän	autónomo; independiente; soberano

Verwante woorden van "autónomo":

autónoma, autónomas, autónomos

Synoniemen voor "autónomo":

autosuficiente
libre; independiente; emancipado; soberano; franco; dispensado; exento
unilateral; personal; particular; partidista

Wiktionary: autónomo

autónomo

adjective

politisch: verwaltungsmäßig selbstständig
- autonom → autónomo
politisch, wirtschaftlich selbstständig
- unabhängig → independiente; autónomo

Cross Translation:

From	To	Via
• autónomo	→ autonom	↔ autonomous — self-governing
• autónomo	→ autonom	↔ autonoom — op zichzelf staand
• autónomo	→ autonom; eigenständig; selbstständig	↔ autonome — Qui se diriger ou se contrôler soi-même.

Verwante vertalingen van autónomo