Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
amplio:
- reichlich; geräumig; groß; großzügig; weitläufig; in reichem Maße; weit; umfangreich; weitgehend; viel umfassend; grossartig; breite; extensiv; grosszügig; breit; breitschultrig; reizent; ausgearbeitet; ausführlich; detailliert; aufwendig; dick; ausgedehnt; langstielig; umständlich; eingehend; weitschweifig; vielumfassend; hell; stark; schwerfällig; gedehnt; behäbig; haarklein; kräftig; robust; sanft; milde; weich; mild; samtartig; gnädig; sanftmütig; tolerant; gutherzig; duldsam; edel; jovial; nicht nachtragend; herzlich; verschwenderisch; offen; freizügig; freigebig; weitherzig
-
Wiktionary:
- amplio → reich, breit
- amplio → geräumig, generös, großzügig, freigebig, weitläufig, ausführlich, breit, weit, reichlich, überflüssig, überschüssig, versehen, ausgedehnt, umfassend, umfangreich, spendabel
Spaans
Uitgebreide vertaling voor amplio (Spaans) in het Duits
amplio:
-
amplio (extenso; ampliamente; en abundante)
reichlich; geräumig; groß; großzügig; weitläufig; in reichem Maße-
reichlich bijvoeglijk naamwoord
-
geräumig bijvoeglijk naamwoord
-
groß bijvoeglijk naamwoord
-
großzügig bijvoeglijk naamwoord
-
weitläufig bijvoeglijk naamwoord
-
in reichem Maße bijvoeglijk naamwoord
-
-
amplio (espacioso)
weit; umfangreich; weitgehend; viel umfassend-
weit bijvoeglijk naamwoord
-
umfangreich bijvoeglijk naamwoord
-
weitgehend bijvoeglijk naamwoord
-
viel umfassend bijvoeglijk naamwoord
-
-
amplio
grossartig-
grossartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
amplio
-
amplio
-
amplio (gran; grande; mayor; vigorosamente; enorme; a gran escala; alto; inmenso; tremendo; vasto; enormemente; vigoroso; a lo ancho)
-
amplio (extensivo; en todo detalle; detallado; extenso)
-
amplio (extenso; vasto)
-
amplio (ancho de hombros; extenso; holgado; vasto)
-
amplio (magnífico; espléndido; resplandeciente; tremendo; espacioso; grandioso; fastuoso; glorioso)
-
amplio (detallado; largo; elaborado; ancho; extenso; vasto; prolongado; extensivo; verboso; con todo detalle; dilatado; minucioso; prolijo; espacioso; holgado; intrincado; detalladamente; nimio; extinto; circunstanciado; en detalle; a lo ancho; demasiado vasto; en todo detalle; que ha dejado de surtir efecto; demasiado extenso)
ausgearbeitet; ausführlich; umfangreich; detailliert; groß; weit; aufwendig; dick; ausgedehnt; langstielig; weitgehend; großzügig; umständlich; eingehend; weitschweifig; vielumfassend; hell; stark; breit; reichlich; geräumig; weitläufig; schwerfällig; gedehnt; behäbig; extensiv; haarklein-
ausgearbeitet bijvoeglijk naamwoord
-
ausführlich bijvoeglijk naamwoord
-
umfangreich bijvoeglijk naamwoord
-
detailliert bijvoeglijk naamwoord
-
groß bijvoeglijk naamwoord
-
weit bijvoeglijk naamwoord
-
aufwendig bijvoeglijk naamwoord
-
dick bijvoeglijk naamwoord
-
ausgedehnt bijvoeglijk naamwoord
-
langstielig bijvoeglijk naamwoord
-
weitgehend bijvoeglijk naamwoord
-
großzügig bijvoeglijk naamwoord
-
umständlich bijvoeglijk naamwoord
-
eingehend bijvoeglijk naamwoord
-
weitschweifig bijvoeglijk naamwoord
-
vielumfassend bijvoeglijk naamwoord
-
hell bijvoeglijk naamwoord
-
stark bijvoeglijk naamwoord
-
breit bijvoeglijk naamwoord
-
reichlich bijvoeglijk naamwoord
-
geräumig bijvoeglijk naamwoord
-
weitläufig bijvoeglijk naamwoord
-
schwerfällig bijvoeglijk naamwoord
-
gedehnt bijvoeglijk naamwoord
-
behäbig bijvoeglijk naamwoord
-
extensiv bijvoeglijk naamwoord
-
haarklein bijvoeglijk naamwoord
-
-
amplio (de buena salud; ancho; a lo ancho; grande; mayor; gran; alto; fuerte; robusto; fuertemente; firme; vasto; vigoroso; con fuerza)
-
amplio (indulgente; clemente; blando; con generosidad; noble; desprendido; dadivoso; generoso; espléndido; tolerante)
sanft; milde; weich; mild; samtartig; gnädig; sanftmütig; tolerant; gutherzig; duldsam; edel; jovial; nicht nachtragend-
sanft bijvoeglijk naamwoord
-
milde bijvoeglijk naamwoord
-
weich bijvoeglijk naamwoord
-
mild bijvoeglijk naamwoord
-
samtartig bijvoeglijk naamwoord
-
gnädig bijvoeglijk naamwoord
-
sanftmütig bijvoeglijk naamwoord
-
tolerant bijvoeglijk naamwoord
-
gutherzig bijvoeglijk naamwoord
-
duldsam bijvoeglijk naamwoord
-
edel bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
nicht nachtragend bijvoeglijk naamwoord
-
-
amplio (bondadoso; generoso; espléndido; liberal; benigno; tolerante; indulgente; desprendido; pródigo; magnánimo; manilargo)
herzlich; großzügig; verschwenderisch; offen; mild; freizügig; freigebig; jovial; weitherzig-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
großzügig bijvoeglijk naamwoord
-
verschwenderisch bijvoeglijk naamwoord
-
offen bijvoeglijk naamwoord
-
mild bijvoeglijk naamwoord
-
freizügig bijvoeglijk naamwoord
-
freigebig bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
weitherzig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor amplio:
Verwante woorden van "amplio":
Synoniemen voor "amplio":
Wiktionary: amplio
amplio
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• amplio | → geräumig | ↔ ruim — van grote omvang of uitgestrektheid |
• amplio | → generös; großzügig; freigebig | ↔ gul — vrijgevig |
• amplio | → weitläufig; ausführlich | ↔ ampel — omstandig, meer dan genoeg |
• amplio | → breit; weit | ↔ wide — having a large physical extent from side to side |
• amplio | → reichlich; überflüssig; überschüssig; versehen; ausgedehnt; geräumig; weit; breit; umfassend; umfangreich | ↔ ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire. |
• amplio | → freigebig; spendabel | ↔ généreux — Qui est de nature élevée, noble. |
• amplio | → breit; reichlich; überflüssig; überschüssig; versehen; ausgedehnt; geräumig; weit; umfassend; umfangreich | ↔ large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long. |
• amplio | → ausgedehnt; geräumig; weit; umfassend; umfangreich | ↔ étendu — grand, large, vaste. |