Agudeza in het Duits vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

agudeza:
- Verstand; Begriffsvermögen; Klugheit; Intelligenz; Intellekt; Einsicht; Durchsicht; Verständnis; Erkenntnis; Hindurchsicht; Ansicht; Auffassung; Schärfe; Erkennung; Erleuchtung; Scharfsichtigkeit; Spaßmacherei; Scherz; Scherzen; List; Scharfsinn; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Listigkeit; Schlauigkeit; Bissigkeit; Spitzigkeit; Stachlichkeit; Gewandtheit; Gerissenheit; Verschlagenheit; Gewieftheit; Geriebenheit; Pfiffigkeit; Schneidigkeit; Gewiegtheit; Scharfsinnigkeit; Spürsinn; Spitzfindigkeit; Geschliffenheit; Heftigkeit; Knauserei; Witzigkeit
Wiktionary:
- agudeza → Schärfe, Einsicht, Akutheit, Heftigkeit, schriller Klang, Gellen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor agudeza (Spaans) in het Duits

agudeza:

agudeza [la ~] zelfstandig naamwoord

la agudeza (discernimiento; perspicacia; listeza; entendimiento; noción; inteligencia; sagacidad; genio; ingenio; inventiva)
der Verstand; Begriffsvermögen; die Klugheit; die Intelligenz; der Intellekt
- Verstand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Begriffsvermögen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Intelligenz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Intellekt [der ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (comprensión; perspicacia; entendimiento; noción; sagacidad; vista; discernimiento; idea; opinión; criterio; penetración)
die Einsicht; die Durchsicht; Verständnis; die Erkenntnis; die Hindurchsicht; die Ansicht; die Auffassung; die Schärfe; die Erkennung; die Erleuchtung; die Scharfsichtigkeit
- Einsicht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Durchsicht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verständnis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Erkenntnis [die ~] zelfstandig naamwoord
- Hindurchsicht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ansicht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Auffassung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schärfe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Erkennung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Erleuchtung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scharfsichtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (chiste; ocurrencia; payasada)
die Spaßmacherei; der Scherz; Scherzen
- Spaßmacherei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scherz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Scherzen [das ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (astucia; inteligencia; perspicacia; sagacidad; listeza)
die Scharfsichtigkeit; die List; die Klugheit; der Scharfsinn; die Schlagfertigkeit; die Schlauheit; die Listigkeit; die Schlauigkeit
- Scharfsichtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- List [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scharfsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlagfertigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlauheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Listigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlauigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (aspereza; sequedad; acritud; brusquedad; causticidad; genio áspero)
die Bissigkeit; die Spitzigkeit; die Stachlichkeit
- Bissigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stachlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (listeza; agudez; habilidad; astucia; viveza; sagacidad; vivacidad; acritud)
die Gewandtheit; die Gerissenheit; die Verschlagenheit; die Gewieftheit; die Geriebenheit
- Gewandtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerissenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verschlagenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewieftheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geriebenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (astucia; listeza; inteligencia; idea; penetración; perspicacia; intelecto)
Verständnis; die Intelligenz; die Pfiffigkeit; die Klugheit
- Verständnis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Intelligenz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Pfiffigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (agudez; acritud; habilidad; astucia; aspereza; sagacidad; listeza)
die Schärfe; die Gewandtheit; die Schlagfertigkeit; die Gerissenheit; die Schneidigkeit; die Verschlagenheit; die Gewieftheit; die Spitzigkeit; die Geriebenheit; die Gewiegtheit
- Schärfe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewandtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlagfertigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerissenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schneidigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verschlagenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewieftheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geriebenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewiegtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (perspicacia; sutileza; sagacidad)
die Klugheit; die Gewandtheit; die Schlagfertigkeit; die Gerissenheit; die Scharfsinnigkeit; der Verstand; der Scharfsinn; der Intellekt; der Spürsinn; die Schlauheit; die Spitzfindigkeit; die Schneidigkeit; die Verschlagenheit; die Gewieftheit; die Geschliffenheit; die Geriebenheit
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewandtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlagfertigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerissenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scharfsinnigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verstand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Scharfsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Intellekt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spürsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlauheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzfindigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schneidigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verschlagenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewieftheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geschliffenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geriebenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza
die Schlagfertigkeit
- Schlagfertigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (aspereza; sequedad; acritud; brusquedad; genio áspero)
die Schärfe; die Heftigkeit; die Bissigkeit; die Schneidigkeit; die Spitzigkeit; die Knauserei; die Stachlichkeit
- Schärfe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bissigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schneidigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Knauserei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stachlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (astucia; inteligencia; listeza)
die Scharfsichtigkeit; die Klugheit; der Scharfsinn; die Schlagfertigkeit; die Schlauheit; die Schlauigkeit
- Scharfsichtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scharfsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlagfertigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlauheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlauigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (habilidad; astucia; inteligencia; perspicacia; sagacidad; vivacidad; listeza)
die Klugheit; die Gewandtheit; die Schlagfertigkeit; die Schlauheit; die Witzigkeit; die Pfiffigkeit; die Gerissenheit; die Spitzfindigkeit; die Schneidigkeit; die Gewieftheit
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewandtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlagfertigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlauheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Witzigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Pfiffigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerissenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzfindigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schneidigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewieftheit [die ~] zelfstandig naamwoord
la agudeza (perspicacia; discernimiento; sagacidad)
die Scharfsichtigkeit
- Scharfsichtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor agudeza:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ansicht	agudeza; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; idea; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; vista	Vista; actitud; apariencia; apercepción; aspecto; cara; concepción; concepto; contemplación; convencimiento; convicción; credo; dictamen; disposición; escenario; espectáculo; estilo; filiación; idea; inclinación; interpretación; juicio; manera de pensar; mirada; modo de mirar; modo de ver; noción; observación; opinión; panorama; parecer; pensamiento; percepción; perspectiva; persuasión; postal; postura; punto de vista; simpatías; tarjeta postal; tendencia; toma de posición; visión; visión óptica; vista; vistazo
Auffassung	agudeza; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; idea; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; vista	actitud; concepto; convencimiento; convicción; credo; disposición; filiación; idea; inclinación; juicio; modo de ver; noción; opinión; parecer; persuasión; postura; punto de vista; simpatías; tendencia; toma de posición; visión óptica
Begriffsvermögen	agudeza; discernimiento; entendimiento; genio; ingenio; inteligencia; inventiva; listeza; noción; perspicacia; sagacidad	capacidad de comprensión; concepto; noción
Bissigkeit	acritud; agudeza; aspereza; brusquedad; causticidad; genio áspero; sequedad	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu
Durchsicht	agudeza; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; idea; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; vista
Einsicht	agudeza; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; idea; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; vista	cabecera; cabeza; comprensión; concepto; conciencia; convalidación; encabezamiento; entendimiento; esclarecimiento; homologación; idea; inteligencia; noción; opinión; perspicacia; punto de vista; razón; reconocimiento; sabiduría
Erkenntnis	agudeza; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; idea; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; vista	agradecimiento; cabecera; cabeza; comprensión; comprobación; concepto; conciencia; convalidación; destreza; encabezamiento; entendimiento; esclarecimiento; experiencia; gnosis; gratitud; habilidad; hallazgo; homologación; idea; inteligencia; noción; opinión; parecer; perspicacia; práctica; punto de vista; razón; reconocimiento; resultado; rutina; visión óptica
Erkennung	agudeza; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; idea; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; vista	agradecimiento; convalidación; gratitud; homologación; opinión; parecer; punto de vista; reconocimiento; visión óptica
Erleuchtung	agudeza; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; idea; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; vista	descubrimiento
Geriebenheit	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; listeza; perspicacia; sagacidad; sutileza; vivacidad; viveza	astucia; habilidad; listeza; malicia; zorrería
Gerissenheit	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad; sutileza; vivacidad; viveza	ardid; astucia; falsedad; falsía; fealdad; habilidad; listeza; maldad; malicia; perspicacia; refinamiento; sagacidad; sofisticación; sutileza; viveza; zorrería
Geschliffenheit	agudeza; perspicacia; sagacidad; sutileza	astucia; listeza; perspicacia; refinamiento; sagacidad; sutileza
Gewandtheit	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad; sutileza; vivacidad; viveza	afán; agilidad; apresuramiento; ardid; astucia; celeridad; celo; esmero; fluidez; habilidad; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; saber; soltura; truco; velocidad; vivacidad
Gewieftheit	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad; sutileza; vivacidad; viveza	ardid; astucia; listeza; sagacidad; viveza
Gewiegtheit	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; listeza; sagacidad	astucia; falsedad; falsía; fealdad; habilidad; listeza; maldad; malicia; zorrería
Heftigkeit	acritud; agudeza; aspereza; brusquedad; genio áspero; sequedad	acritud; ardor; arrebato; aspereza; atolondramiento; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; rabia; vehemencia; violencia; ímpetu
Hindurchsicht	agudeza; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; idea; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; vista
Intellekt	agudeza; discernimiento; entendimiento; genio; ingenio; inteligencia; inventiva; listeza; noción; perspicacia; sagacidad; sutileza	capacidad de comprensión; concepto; don; entendimiento; facultad de pensar; genialidad; genio; intelecto; inteligencia; mente; noción; razón; talento
Intelligenz	agudeza; astucia; discernimiento; entendimiento; genio; idea; ingenio; intelecto; inteligencia; inventiva; listeza; noción; penetración; perspicacia; sagacidad	belleza; capacidad intelectual; entendimiento; facultad de pensar; facultad mental; guapura; hermosura; intelecto; inteligencia; juicio
Klugheit	agudeza; astucia; discernimiento; entendimiento; genio; habilidad; idea; ingenio; intelecto; inteligencia; inventiva; listeza; noción; penetración; perspicacia; sagacidad; sutileza; vivacidad	belleza; dirección; gestión; gestión política; guapura; hermosura; política
Knauserei	acritud; agudeza; aspereza; brusquedad; genio áspero; sequedad	avaricia; avidez; cicatería; codicia; mezquindad; mezquinidad; roña; roñosería; tacañería
List	agudeza; astucia; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad	ardid; astucia
Listigkeit	agudeza; astucia; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad	astucia; falsedad; falsía; fealdad; habilidad; listeza; maldad; malicia; sagacidad; zorrería
Pfiffigkeit	agudeza; astucia; habilidad; idea; intelecto; inteligencia; listeza; penetración; perspicacia; sagacidad; vivacidad	ardid; astucia; falsedad; falsía; fealdad; habilidad; listeza; maldad; malicia; sagacidad; viveza; zorrería
Scharfsichtigkeit	agudeza; astucia; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; idea; inteligencia; listeza; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; vista
Scharfsinn	agudeza; astucia; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad; sutileza	entendimiento; genialidad; genio; intelecto
Scharfsinnigkeit	agudeza; perspicacia; sagacidad; sutileza
Scherz	agudeza; chiste; ocurrencia; payasada	alborozo; alegría; brochazo; broma; bromas; cachondeo; cachondo; canallada; chiste; comarca; diversión; gozo; gracia; gusto; jugada; jugarreta; júbilo; locura; optimismo; paraje; pincelada; placer; rasgo
Scherzen	agudeza; chiste; ocurrencia; payasada	broma; cachondeo; chiste; chocarrería; comicidad; payasada
Schlagfertigkeit	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad; sutileza; vivacidad	aplicabilidad; pertinencia; relevancia
Schlauheit	agudeza; astucia; habilidad; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad; sutileza; vivacidad	ardid; astucia; falsedad; falsía; fealdad; habilidad; listeza; maldad; malicia; perspicacia; refinamiento; sagacidad; sofisticación; sutileza; zorrería
Schlauigkeit	agudeza; astucia; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad
Schneidigkeit	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; brusquedad; genio áspero; habilidad; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad; sequedad; sutileza; vivacidad	acto heroico; alma; animosidad; ardor; audacia; capacidad laboral; cojones; coraje; dureza; empuje; energía; enforma; entusiasmo; espíritu; fervor; fuerza; ganas de trabajar; hazaña; interés; osadía; resistencia; robustez; valentía; valor; vigor
Schärfe	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; brusquedad; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; genio áspero; habilidad; idea; listeza; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; sequedad; vista	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; desdaño; desprecio; escarnio; fervor; filo; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; lado cortante; lo corrosivo; mordacidad; nitidez; profundidad; sarcasmo; sequedad; vehemencia; violencia; ímpetu
Spaßmacherei	agudeza; chiste; ocurrencia; payasada	broma; cachondeo; chiste; chocarrería; comicidad; diabluras; payasada; travesuras
Spitzfindigkeit	agudeza; astucia; habilidad; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad; sutileza; vivacidad	ardid; astucia; listeza; perspicacia; refinamiento; sagacidad; sutileza
Spitzigkeit	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; brusquedad; causticidad; genio áspero; habilidad; listeza; sagacidad; sequedad
Spürsinn	agudeza; perspicacia; sagacidad; sutileza	olfato
Stachlichkeit	acritud; agudeza; aspereza; brusquedad; causticidad; genio áspero; sequedad	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; irascibilidad; irritación; profundidad; susceptibilidad; vehemencia; violencia; ímpetu
Verschlagenheit	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; listeza; perspicacia; sagacidad; sutileza; vivacidad; viveza	astucia; listeza; malicia; perspicacia; refinamiento; sagacidad; sofisticación; sutileza
Verstand	agudeza; discernimiento; entendimiento; genio; ingenio; inteligencia; inventiva; listeza; noción; perspicacia; sagacidad; sutileza	cabecera; cabeza; capacidad intelectual; comprensión; concepto; conciencia; don; encabezamiento; entendimiento; esclarecimiento; facultad de pensar; facultad mental; genialidad; genio; idea; intelecto; inteligencia; juicio; mente; noción; opinión; perspicacia; razón; talento
Verständnis	agudeza; astucia; comprensión; criterio; discernimiento; entendimiento; idea; intelecto; inteligencia; listeza; noción; opinión; penetración; perspicacia; sagacidad; vista	contacto; intuición; sensación; sensibilidad; sentido; sentimiento
Witzigkeit	agudeza; astucia; habilidad; inteligencia; listeza; perspicacia; sagacidad; vivacidad	ardid; astucia; diabluras; travesuras

Verwante woorden van "agudeza":

agudezas

Synoniemen voor "agudeza":

genialidad; ocurrencia; ingenio; gracia; inteligencia
chispa; humor; gracejo
magín; cabeza; mente; entendimiento; imaginación; mollera; talento; juicio; cerebro; caletre; cacumen; sesera; seso; meollo; perspicacia
sal; desenfado; salero; garbo; donaire; desenvoltura

Wiktionary: agudeza

Cross Translation:

From	To	Via
• agudeza	→ Schärfe	↔ acuity — sharpness or acuteness
• agudeza	→ Einsicht	↔ insight — power of acute observation and deduction
• agudeza	→ Schärfe	↔ sharpness — cutting ability of an edge
• agudeza	→ Akutheit; Heftigkeit; Schärfe; schriller Klang; Gellen	↔ acuité — qualité de ce qui est aigu.

Verwante vertalingen van agudeza

Remove Ads

Vertaal agudeza van Spaans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor agudeza (Spaans) in het Duits

agudeza:

agudeza [la ~] zelfstandig naamwoord

la agudeza (discernimiento; perspicacia; listeza; entendimiento; noción; inteligencia; sagacidad; genio; ingenio; inventiva)

la agudeza (comprensión; perspicacia; entendimiento; noción; sagacidad; vista; discernimiento; idea; opinión; criterio; penetración)

la agudeza (chiste; ocurrencia; payasada)

la agudeza (astucia; inteligencia; perspicacia; sagacidad; listeza)

la agudeza (aspereza; sequedad; acritud; brusquedad; causticidad; genio áspero)

la agudeza (listeza; agudez; habilidad; astucia; viveza; sagacidad; vivacidad; acritud)

la agudeza (astucia; listeza; inteligencia; idea; penetración; perspicacia; intelecto)

la agudeza (agudez; acritud; habilidad; astucia; aspereza; sagacidad; listeza)

la agudeza (perspicacia; sutileza; sagacidad)

la agudeza

la agudeza (aspereza; sequedad; acritud; brusquedad; genio áspero)

la agudeza (astucia; inteligencia; listeza)

la agudeza (habilidad; astucia; inteligencia; perspicacia; sagacidad; vivacidad; listeza)

la agudeza (perspicacia; discernimiento; sagacidad)

Vertaal Matrix voor agudeza:

Verwante woorden van "agudeza":

Synoniemen voor "agudeza":

Wiktionary: agudeza

Verwante vertalingen van agudeza