Agarrotar in het Duits vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

agarrotar:
- versteifen; eindicken; stärken; knebeln; den Mund verbieten; erpressen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor agarrotar (Spaans) in het Duits

agarrotar (atiesar; entumecerse; anquilosarse; quedarse rígido; poner rígido)
versteifen; eindicken; stärken
- versteifen werkwoord (versteife, versteifst, versteift, versteifte, versteiftet, versteift)
- eindicken werkwoord (dicke ein, dickst ein, dickt ein, dickte ein, dicktet ein, eingedickt)
- stärken werkwoord (stärke, stärkst, stärkt, stärkte, stärktet, gestärkt)
agarrotar (amordazar; amarrar; atar)
knebeln; den Mund verbieten; erpressen
- knebeln werkwoord (knebele, knebelst, knebelt, knebelte, knebeltet, geknebelt)
- den Mund verbieten werkwoord
- erpressen werkwoord (erpresse, erpreßt, erpresste, erpresstet, erpreßt)

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
den Mund verbieten	agarrotar; amarrar; amordazar; atar
eindicken	agarrotar; anquilosarse; atiesar; entumecerse; poner rígido; quedarse rígido	agarrotarse; concentrar; condensar; dar consistencia; espesar; espesarse; inmobilizarse; quedarse rígido
erpressen	agarrotar; amarrar; amordazar; atar	chantajear; coaccionar; extorcer; forzar; hacer chantaje; intimidar; obligar; poner bajo presión
knebeln	agarrotar; amarrar; amordazar; atar	amarrar; atar; hacer caer en la trampa; sujetar
stärken	agarrotar; anquilosarse; atiesar; entumecerse; poner rígido; quedarse rígido	intensificar; recobrar fuerzas
versteifen	agarrotar; anquilosarse; atiesar; entumecerse; poner rígido; quedarse rígido	agarrotarse; ajustar; inmobilizarse; quedarse rígido

entumecer; anquilosar; atrofiar; paralizar; oxidar
envarar; entorpecer; embotar; entumirse
fajar; ceñir; envolver; apretar; presionar; oprimir; estrujar; comprimir; prensar; estrangular; despachurrar; chafar; estrechar; constreñir; apretujar