Spaans

Uitgebreide vertaling voor pasta (Spaans) in het Duits

pasta:

pasta [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la pasta (albondiga de harina; masa)
    die Nudeln; der Klöße; die Pasta; die Knödel
    • Nudeln [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Klöße [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Pasta [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Knödel [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. la pasta (papilla; puré)
    der Brei
    • Brei [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. la pasta
    die Sore; die Beute
    • Sore [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Beute [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. la pasta (pulpa; pulpa de madera; pasta de madera)
    der Holzbrei
    • Holzbrei [der ~] zelfstandig naamwoord

pasta [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el pasta (moneda; dinero; recursos; )
    der Heller; der Deut
    • Heller [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Deut [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pasta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Beute pasta botín; captura; pieza de caza; presa
Brei papilla; pasta; puré carne; carne de fruta; compota; gelatina; jalea; mezcla de patatas y verduras; papilla; pulpa; puré
Deut céntimos; dinero; moneda; mosca; pasta; pelas; plata; recursos pequeñez de nada; pizca; ápice
Heller céntimos; dinero; moneda; mosca; pasta; pelas; plata; recursos
Holzbrei pasta; pasta de madera; pulpa; pulpa de madera
Klöße albondiga de harina; masa; pasta
Knödel albondiga de harina; masa; pasta
Nudeln albondiga de harina; masa; pasta crema medicinal; macarrones; masa de italiono; pasta de italiono
Pasta albondiga de harina; masa; pasta crema medicinal; masa de italiono; pasta de italiono
Sore pasta

Synoniemen voor "pasta":


Wiktionary: pasta

pasta
noun
  1. (umgangssprachlich) Geld; Goldmünzen
  2. Deutschland; salopp: Geld
  3. ohne Plural; salopp scherzhaft: (bares) Geld (das jemandem verfügbar ist)

Cross Translation:
FromToVia
pasta Kohle bread — slang: money
pasta Teig dough — mix of flour and other ingredients
pasta Knete dough — money (slang)
pasta Geld money — means of exchange and measure of value
pasta Penunze moola — informal: money
pasta Paste paste — a soft mixture
pasta Strass paste — lead-containing glass, or an artificial gemstone thereof
pasta Pastete pâté — finely-ground paste of meat, game fish or vegetables
pasta Teigwaren pasta — de benaming voor een aantal Italiaanse deegproducten
pasta Teig beslag — vloeibaar deeg
pasta Finanz; Knete; Kohle; Kröte; Kies; Maus; Moos; Schotter pognon — populaire|fr argent, monnaie.
pasta Finanzen; Knete; Kohle; Kröten; Kies; Mäuse; Moos; Schotter thune — (argot) argent, monnaie.

pastar:

pastar werkwoord

  1. pastar (pacer)
    grasen; weiden
    • grasen werkwoord (grase, grast, graste, grastet, gegrast)
    • weiden werkwoord (weide, weidest, weidet, weidete, weidetet, geweidet)
  2. pastar (pacer; comer hierba)
    grasen
    • grasen werkwoord (grase, grast, graste, grastet, gegrast)

Conjugations for pastar:

presente
  1. pasto
  2. pastas
  3. pasta
  4. pastamos
  5. pastáis
  6. pastan
imperfecto
  1. pastaba
  2. pastabas
  3. pastaba
  4. pastábamos
  5. pastabais
  6. pastaban
indefinido
  1. pasté
  2. pastaste
  3. pastó
  4. pastamos
  5. pastasteis
  6. pastaron
fut. de ind.
  1. pastaré
  2. pastarás
  3. pastará
  4. pastaremos
  5. pastaréis
  6. pastarán
condic.
  1. pastaría
  2. pastarías
  3. pastaría
  4. pastaríamos
  5. pastaríais
  6. pastarían
pres. de subj.
  1. que paste
  2. que pastes
  3. que paste
  4. que pastemos
  5. que pastéis
  6. que pasten
imp. de subj.
  1. que pastara
  2. que pastaras
  3. que pastara
  4. que pastáramos
  5. que pastarais
  6. que pastaran
miscelánea
  1. ¡pasta!
  2. ¡pastad!
  3. ¡no pastes!
  4. ¡no pastéis!
  5. pastado
  6. pastando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor pastar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grasen comer hierba; pacer; pastar absorber por la nariz; curiosear; descubrir; divisar; esnifar; husmear en; rastrear; seguir el rastro de
weiden pacer; pastar

Synoniemen voor "pastar":

  • apacentar; pastorear; pacer

Wiktionary: pastar


Cross Translation:
FromToVia
pastar grasen; weiden grazen — het eten van gras en andere bodemvegetatie zoals bijvoorbeeld runderen dit doen
pastar weiden pasture — to herd animals into a pasture

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van pasta



Duits

Uitgebreide vertaling voor pasta (Duits) in het Spaans

Pasta:

Pasta [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Pasta (dickflüssige Salbe; Nudeln; Paste; Teig)
    la crema medicinal
  2. die Pasta (Nudeln)
    la pasta de italiono; la masa de italiono
  3. die Pasta (Knödel; Nudeln; Klöße)
    la pasta; la masa; la albondiga de harina

Vertaal Matrix voor Pasta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
albondiga de harina Klöße; Knödel; Nudeln; Pasta
crema medicinal Nudeln; Pasta; Paste; Teig; dickflüssige Salbe
masa Klöße; Knödel; Nudeln; Pasta Andrang; Ansammlung; Ansturm; Berg; Bewohner eines Hinterviertels; Dichtung; Gedränge; Gemenge; Getreibe; Gewühl; Haufen; Herde; Horde; Häufung; Klumpen; Kram; Masse; Menge; Menschenmenge; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Schwarm; Stapel; Stoß; Teig; Trupp; Volksmenge; Zusammengeraffte; breite Masse
masa de italiono Nudeln; Pasta
pasta Klöße; Knödel; Nudeln; Pasta Beute; Brei; Deut; Heller; Holzbrei; Sore
pasta de italiono Nudeln; Pasta

Synoniemen voor "Pasta":


Computer vertaling door derden: