Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
abominable:
- armselig; erbärmlich; schlecht; unpäßlich; elend; miserabel; schamlos; schmählich; abscheulich; verbrecherisch; niederträchtig; schrecklich; schreckenerregend; arg; fürchterlich; scheußlich; gräßlich; furchtbar; schreckhaft; grausam; grausig; schändlich; schauderhaft; grauenerregend; schaudererregend; ekelhaft; entsetzlich; schaurig; schauervoll; abscheuerregend; skandalös; ungehört; gottverdammt; empörend; unverschämt; unerhört; himmelschreiend; jämmerlich; spärlich; schmächtig; empfindlich; knapp; klein; schwach; winzig; geringfügig; sparsam; mager; hager; kläglich; eng; fein; gering; hohl; dünn; öde; karg; dürftig; hinfällig; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; flau; schütter; nichtig; vergänglich; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein; gottlos; unheilvoll; atheistisch; unglückselig; elende; erbärmliche; jämmerliche
-
Wiktionary:
- abominable → gräulich, abscheulich, abominabel
- abominable → Gräuelwort
- abominable → verhasst, verabscheuungswürdig, abscheulich, scheußlich, gemein, infam, verachtenswert, verächtlich, verabscheuenswert, verabscheuenswürdig, gräßlich, gräulich, verabscheuend, eklig
Spaans
Uitgebreide vertaling voor abominable (Spaans) in het Duits
abominable:
-
abominable (miserable; terrible; triste; lamentable; deplorable; pobre; mísero)
-
abominable (desagradable; malo; deprimente; lamentable; mareado; penoso; afligido; horrible; desolado; repugnante; sombrío; indeseable; tétrico; lastimoso; disgustoso; apenado; desolador; lóbrego; calamitoso)
erbärmlich; schlecht; unpäßlich; elend; miserabel-
erbärmlich bijvoeglijk naamwoord
-
schlecht bijvoeglijk naamwoord
-
unpäßlich bijvoeglijk naamwoord
-
elend bijvoeglijk naamwoord
-
miserabel bijvoeglijk naamwoord
-
-
abominable (detestable; vil; infame)
schamlos; schmählich; abscheulich; verbrecherisch; niederträchtig-
schamlos bijvoeglijk naamwoord
-
schmählich bijvoeglijk naamwoord
-
abscheulich bijvoeglijk naamwoord
-
verbrecherisch bijvoeglijk naamwoord
-
niederträchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
abominable (terrorífico; terrible; tremendo; escalofriante; horrible; alarmante; espantoso; horroroso; aterrador; miserable; horrendo; terriblemente)
schrecklich; schreckenerregend; arg; fürchterlich; scheußlich; gräßlich; furchtbar; schreckhaft; grausam; grausig; schändlich; schauderhaft; grauenerregend; schaudererregend-
schrecklich bijvoeglijk naamwoord
-
schreckenerregend bijvoeglijk naamwoord
-
arg bijvoeglijk naamwoord
-
fürchterlich bijvoeglijk naamwoord
-
scheußlich bijvoeglijk naamwoord
-
gräßlich bijvoeglijk naamwoord
-
furchtbar bijvoeglijk naamwoord
-
schreckhaft bijvoeglijk naamwoord
-
grausam bijvoeglijk naamwoord
-
grausig bijvoeglijk naamwoord
-
schändlich bijvoeglijk naamwoord
-
schauderhaft bijvoeglijk naamwoord
-
grauenerregend bijvoeglijk naamwoord
-
schaudererregend bijvoeglijk naamwoord
-
-
abominable (horrible; terrible; escalofriante; atroz; espeluznante; espantoso; estremecedor; horrendo; terrorífico; tremendo; aterrador)
schrecklich; schreckenerregend; furchtbar; ekelhaft; entsetzlich; fürchterlich; gräßlich; grausam; schreckhaft; schaurig; grausig; schauderhaft; grauenerregend; schauervoll; schaudererregend; abscheuerregend-
schrecklich bijvoeglijk naamwoord
-
schreckenerregend bijvoeglijk naamwoord
-
furchtbar bijvoeglijk naamwoord
-
ekelhaft bijvoeglijk naamwoord
-
entsetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
fürchterlich bijvoeglijk naamwoord
-
gräßlich bijvoeglijk naamwoord
-
grausam bijvoeglijk naamwoord
-
schreckhaft bijvoeglijk naamwoord
-
schaurig bijvoeglijk naamwoord
-
grausig bijvoeglijk naamwoord
-
schauderhaft bijvoeglijk naamwoord
-
grauenerregend bijvoeglijk naamwoord
-
schauervoll bijvoeglijk naamwoord
-
schaudererregend bijvoeglijk naamwoord
-
abscheuerregend bijvoeglijk naamwoord
-
-
abominable (escandaloso; tremendo; doloroso; terrible; horroroso; bárbaro; indignante; horrible; extremo; excesivo; desgraciado; inaudito; indecente; alarmante; trágico; avergonzante; increíblemente; terriblemente; detestable; deshonroso; execrable; incalificable; horrorosamente)
schändlich; skandalös; ungehört; gottverdammt; empörend; furchtbar; entsetzlich; unverschämt; gräßlich; abscheulich; schmählich; fürchterlich; scheußlich; unerhört; himmelschreiend; grauenerregend-
schändlich bijvoeglijk naamwoord
-
skandalös bijvoeglijk naamwoord
-
ungehört bijvoeglijk naamwoord
-
gottverdammt bijvoeglijk naamwoord
-
empörend bijvoeglijk naamwoord
-
furchtbar bijvoeglijk naamwoord
-
entsetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
unverschämt bijvoeglijk naamwoord
-
gräßlich bijvoeglijk naamwoord
-
abscheulich bijvoeglijk naamwoord
-
schmählich bijvoeglijk naamwoord
-
fürchterlich bijvoeglijk naamwoord
-
scheußlich bijvoeglijk naamwoord
-
unerhört bijvoeglijk naamwoord
-
himmelschreiend bijvoeglijk naamwoord
-
grauenerregend bijvoeglijk naamwoord
-
-
abominable (lamentable; deplorable; miserable; lastimero)
erbärmlich; miserabel; jämmerlich-
erbärmlich bijvoeglijk naamwoord
-
miserabel bijvoeglijk naamwoord
-
jämmerlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
abominable (pobre; mezquino; deplorable; magro; insignificante)
spärlich; schmächtig; miserabel; empfindlich; knapp; klein; schwach; winzig; geringfügig; sparsam; mager; hager; kläglich; eng; fein; schlecht; gering; hohl; dünn; öde; karg; dürftig; hinfällig; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; flau; schütter; nichtig; vergänglich; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein-
spärlich bijvoeglijk naamwoord
-
schmächtig bijvoeglijk naamwoord
-
miserabel bijvoeglijk naamwoord
-
empfindlich bijvoeglijk naamwoord
-
knapp bijvoeglijk naamwoord
-
klein bijvoeglijk naamwoord
-
schwach bijvoeglijk naamwoord
-
winzig bijvoeglijk naamwoord
-
geringfügig bijvoeglijk naamwoord
-
sparsam bijvoeglijk naamwoord
-
mager bijvoeglijk naamwoord
-
hager bijvoeglijk naamwoord
-
kläglich bijvoeglijk naamwoord
-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
fein bijvoeglijk naamwoord
-
schlecht bijvoeglijk naamwoord
-
gering bijvoeglijk naamwoord
-
hohl bijvoeglijk naamwoord
-
dünn bijvoeglijk naamwoord
-
öde bijvoeglijk naamwoord
-
karg bijvoeglijk naamwoord
-
dürftig bijvoeglijk naamwoord
-
hinfällig bijvoeglijk naamwoord
-
schlapp bijvoeglijk naamwoord
-
hilflos bijvoeglijk naamwoord
-
schlaff bijvoeglijk naamwoord
-
schäbig bijvoeglijk naamwoord
-
handlich bijvoeglijk naamwoord
-
unscheinbar bijvoeglijk naamwoord
-
ungültig bijvoeglijk naamwoord
-
zerbrechlich bijvoeglijk naamwoord
-
flau bijvoeglijk naamwoord
-
schütter bijvoeglijk naamwoord
-
nichtig bijvoeglijk naamwoord
-
vergänglich bijvoeglijk naamwoord
-
gedrungen bijvoeglijk naamwoord
-
grundlos bijvoeglijk naamwoord
-
kärglich bijvoeglijk naamwoord
-
schadhaft bijvoeglijk naamwoord
-
gebrechlich bijvoeglijk naamwoord
-
schwächlich bijvoeglijk naamwoord
-
kränklich bijvoeglijk naamwoord
-
sehrklein bijvoeglijk naamwoord
-
-
abominable (descreído)
schauderhaft; gottlos; unheilvoll; atheistisch; unglückselig; schaudererregend-
schauderhaft bijvoeglijk naamwoord
-
gottlos bijvoeglijk naamwoord
-
unheilvoll bijvoeglijk naamwoord
-
atheistisch bijvoeglijk naamwoord
-
unglückselig bijvoeglijk naamwoord
-
schaudererregend bijvoeglijk naamwoord
-
-
abominable (miserable; flojo; horrible; abatido; deplorable; infame; desanimado)
miserabel; erbärmlich; elend; jämmerlich-
miserabel bijvoeglijk naamwoord
-
erbärmlich bijvoeglijk naamwoord
-
elend bijvoeglijk naamwoord
-
jämmerlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
abominable (miserable; triste; lamentable; deplorable; lastimero; miserablemente)
elende; erbärmliche; jämmerliche-
elende bijvoeglijk naamwoord
-
erbärmliche bijvoeglijk naamwoord
-
jämmerliche bijvoeglijk naamwoord
-
-
abominable (lastimoso; flojo; desfavorecido; pobre; triste; lamentable; horrible; abatido; deplorable; indigente; desprovisto; miserable; infame; desanimado; desvalido; desheredado; miserablemente; poco hábil)
erbärmlich; miserabel; kläglich; jämmerlich-
erbärmlich bijvoeglijk naamwoord
-
miserabel bijvoeglijk naamwoord
-
kläglich bijvoeglijk naamwoord
-
jämmerlich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor abominable:
Verwante woorden van "abominable":
Synoniemen voor "abominable":
Wiktionary: abominable
abominable
Cross Translation:
adjective
noun
-
Wort für einen Sachverhalt, vor dem es jemandem graut, vor dem man Abscheu empfindet
Cross Translation:
Computer vertaling door derden: