Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Zoek: fama

Spaanse en Duitse zoekresultaten voor: fama

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

fama:
- Berühmtheit; Ruhm; Bekanntheit; Berühmdheit
Wiktionary:
- fama → Ruf
- fama → Ruhm, Ruf, Name, Ansehen, Leumund, Zelebrität, Blendwerk, Verdienst, Berühmtheit, Glorie

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Fama:
- noticia inoficial; rumor
Wiktionary:
- Fama → reputación

Spaans

Uitgebreide vertaling voor fama (Spaans) in het Duits

fama:

fama [la ~] zelfstandig naamwoord

la fama (popularidad; notoriedad; reputación)
die Berühmtheit; der Ruhm
- Berühmtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ruhm [der ~] zelfstandig naamwoord
la fama (reputación; conocimiento; popularidad; notoriedad)
die Bekanntheit
- Bekanntheit [die ~] zelfstandig naamwoord
la fama (reputación; popularidad)
der Ruhm
- Ruhm [der ~] zelfstandig naamwoord
la fama (celebridad)
die Berühmdheit
- Berühmdheit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fama:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bekanntheit	conocimiento; fama; notoriedad; popularidad; reputación
Berühmdheit	celebridad; fama
Berühmtheit	fama; notoriedad; popularidad; reputación
Ruhm	fama; notoriedad; popularidad; reputación	gloria; popularidad

Verwante woorden van "fama":

famas

Synoniemen voor "fama":

boga; moda; actualidad; novedad; aceptación; auge; popularidad
brillantez; brillo; notoriedad; perfección; acierto; gloria; lucimiento; crédito; prestigio; apoteosis; apogeo; realce; lustre; estimación; grandeza
reputación; honor; renombre; celebridad; éxito; triunfo; victoria
nombradía; consideración; nombre; nota; honra
notabilidad; importancia; distinción; superioridad; relevancia

Wiktionary: fama

fama

noun

eine Aufforderung, beispielsweise einen Platz einzunehmen oder etwas zu tun
- Ruf → fama

Cross Translation:

From	To	Via
• fama	→ Ruhm	↔ fame — state of being famous
• fama	→ Ruf; Name	↔ name — reputation
• fama	→ Ansehen; Ruf; Ruhm	↔ renown — Fame or wide recognition
• fama	→ Name; Ruf	↔ naam — bekendheid, reputatie
• fama	→ Ruhm	↔ faam — roem
• fama	→ Leumund; Ruf	↔ faam — reputatie
• fama	→ Zelebrität	↔ célébrité — réputation
• fama	→ Ruhm; Blendwerk; Verdienst; Berühmtheit; Glorie	↔ gloire — La renommée brillante, universelle et durable, l’éclat que les vertus, le mérite, les grandes qualités, les grandes actions ou les grandes œuvres attirer à quelqu’un.
• fama	→ Berühmtheit; Glorie	↔ renommée — renom, réputation.

Verwante vertalingen van fama

Duits

Uitgebreide vertaling voor fama (Duits) in het Spaans

Fama:

Fama [die ~] zelfstandig naamwoord

die Fama (Ondit; Kunde)
la noticia inoficial; el rumor
- noticia inoficial [la ~] zelfstandig naamwoord
- rumor [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fama:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
noticia inoficial	Fama; Kunde; Ondit
rumor	Fama; Kunde; Ondit	Anschwärzung; Geklatsch; Gerede; Geräusch; Gerücht; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lärm; Lästerrede; Lästerung; Radau; Rührigkeit; Schwatz; Tratsch; falsches Gerücht

Synoniemen voor "Fama":

Gerücht; Hörensagen; Latrinenparole; unbestätigte Meldung; Vernehmen

Wiktionary: Fama

Cross Translation:

From	To	Via
• Fama	→ reputación	↔ réputation — opinion bonne ou mauvaise au sujet d'une personne ou d’une chose.